Century Media, 2011
Insomnium is een Finse metalgroep en daarmee weet u al heel wat.
Niet dat alle Finse metalbands exact hetzelfde klinken, totaal
niet, maar de meesten ademen wel een gelijkaardige maanzieke
melancholie uit. Die is ook hier direct voelbaar, meer nog:
Insomnium lijkt van deze gevoelstoestand zelfs zijn bestaansreden
gemaakt te hebben.
‘One For Sorrow’ is al het vierde album sinds debuut ‘In the
Halls of Awaiting’ uit 2002. Dat is behoorlijk productief van deze
melodeath-mannen van de duizend meren. Toch moet ik bekennen dat ik
het allemaal niet zo goed gevolgd heb, dit is de eerste plaat sinds
dat debuut die ik nog eens aandachtig heb beluisterd. Heel veel
lijkt er echter niet veranderd te zijn in die voorbije periode.
Insomnium speelt nog steeds melancholische deathmetal met fijne
melodietjes, hoofdzakelijk gegrunte zang, en af en toe een erg
doomy of tegendraads opgewekt stukje.
Het album begint met ‘Inertia’, een uitgesponnen, sfeervolle
intro van bijna vier minuten. Daarna barst echter de bom met ‘In
The Shadows’, een nummer dat toch wel wat overrompelende kracht
heeft. De gitaren zijn zeer efficiënt in elkaar geweven en de
flardjes cleane zang maken het nummer extra beklijvend; die van
Amorphis zullen
goedkeurend knikken.
Die zuivere zang horen verder we slechts sporadisch terug op dit
album. Op die manier vermijdt de band effectief om al te zeemzoet
te spelen, maar tegelijkertijd maakt het de muziek wel wat minder
toegankelijk. Insomnium speelt zeker melodieus, maar het blijft in
essentie toch stevige deathmetal – steviger zelfs dan ik het me
herinner. Naar het einde toe van de derde track,’Song of the
Blackest Bird’, wordt er dan weer wel zeer diep opgegaan in de
melancholische druilsferen en dat werkt wel.
De intro van ‘Only One Who Waits’ levert vervolgens een bruut
contrapunt met zware, snelle riffs, volledig in de lijn van de
verwachtingen die aan hedendaagse deathmetal worden gesteld. In
‘Unsung’ worden beide aspecten van de band op quasi-geniale wijze
met elkaar verweven; dit nummer is meteen ook één van de
hoogtepunten van het album. Agressieve riffs en melodieuze
leidmotieven lopen door elkaar heen en overweldigen de luisteraar
met kracht, bombast en passie. Jammer genoeg slaat tijdens de
volgende song, ‘Every Hour Wounds’, de verveling onverbiddelijk
toe.
Na een rustig intermezzo komen de laatste drie tracks van het
album. ‘Lay The Ghost To Rest’ weert de open agressie en bouwt met
als fundament treurige doom op naar een beklijvende climax.
Beluisterd met hoofdtelefoon en met de ogen toe is dit een nummer
waar de luisteraar zich behaaglijk en somber bij voelt, het
tegelijk warm en koud van krijgt.
Het album eindigt met de titeltrack, in hoofdzaak een lang
uitgesponnen duel tussen rustigere passages met zuivere zang en
zwaardere, maar erg tranerige, stukken met grunts. Het
uiteindelijke coda van het album is wél nog een ferm staaltje van
Insomniums vernuft wanneer het erop aan komt zware metal te
vermengen met voelbare tristesse.
Op het eerste gehoor komt Insomniums vijfde qua schoonheid of
kracht misschien niet over als een ware voltreffer, maar dat
spreekt uiteindelijk enkel in hun voordeel. De band vermijdt zeer
handig de modderige valkuilen van overdreven pathetiek zoals
bombastische keyboards, akoestische kampvuurgitaren of iel gezongen
declamaties van depressie en droefenis. Toch zijn al die elementen
wel in kleine doses aanwezig, net zoals er ook vuisten vol zware
(death)metalriffs te horen zijn.
Waar je bij een doorsnee plaat van dit genre al na drie
luisterbeurten door de bordkartonnen emoties heen prikt en de
schimmel zich al manifesteert op de gitaarmelodietjes, zullen deze
Finnen het eerste laagje van hun ijsschild pas laten vallen na een
stuk of vijf luisterbeurten. Het seizoen der somberte is nog maar
weifelend begonnen, toch zal deze plaat graag je gids zijn van nu
tot aan de kerstdagen, een periode waarin een solide tegengewicht
voor de fake gelukzaligheid en het consumentisme weeral een
noodzaak zal blijken.
Hoewel niet perfect is deze plaat zeker een aanrader en – voor
zover ik geplaatst ben om daarover te oordelen – een hoogtepunt in
de carrière van deze band.