Waarschijnlijk verwachtten weinigen ten tijde van debuut End Note (2004) dat Enablers een lang leven beschoren zou zijn. Dat heb je nu eenmaal met projecten die vooral op papier goed lijken te werken. Maar kijk: het kwartet uit San Francisco toont op zijn vierde album dat er van creatieve uitputting nog maar weinig sprake is.
De band heeft dan wel een personeelswissel achter de rug (drummer Doug Scharin, ooit nog lid van Codeine en June Of 44 en leider van HiM, voegde zich intussen bij de band), maar in essentie is er weinig veranderd aan de onvoorspelbaarheid van de band, die constant de slappe koord tussen cerebrale, aan postrock verwante artrock en het spoken word-experiment bewandelt. De vergelijking met Slint gaat nog steeds op, al zijn er ook verwantschappen met de slingerende gitaarlijnen van Tortoise, het gortdroge van Shellac en, als de band op zijn meest explosief is, de theatrale avant-garde muilperen van Oxbow.
Die laatste vergelijking duikt vooral op doordat de muziek ondanks zijn grillige parcours toch gespeeld wordt met chirurgische precisie en de band een frontman in huis heeft die als een magneet de ogen en oren naar zich toetrekt. Pete Simonelli’s gezaghebbende bariton is al even cruciaal als de tegen mathrock aanleunende gitaarpartijen van Kevin Thomson en Joe Goldring. Het bezorgt de band bovendien een literaire en imponerende dimensie, zowel tijdens de meer explosieve (“Patton”, “Rue Girardon”) als de meer ingetogen stukken (zoals “Career-Minded Individual” en “No, Not Gently”), waarin zijn gortdroge voordracht al even dominant blijft.
Het label maakt zich sterk dat de band nieuwe horizonten verkent, al gaat het daarbij veeleer om cosmetische verschillen: hier en daar zijn er zorgvuldig weggemoffelde gastvocalen en wordt toevlucht genomen tot een eerder zeldzaam trucje (zoals het gebruik van de ebow in “Cliff” en “Career-Minded Individual”), maar van een echte stijlbreuk is geen sprake. Enablers blijft uitpakken met eigenzinnige gitaarrock, drachtig van onderhuidse spanning, knetterend van intensiteit en heimelijk dreigend tijdens de kalmere stukken, die nog steeds de grootste hap zijn.
Kortom: Blown Realms & Stalled Explosion volgt zowat het parcours van voorganger Tundra, al had die laatste wel een consistentie die het nieuwe album ontbreekt. “Morandi: Natura Morta #86” is een van hun meer zweverige tracks waarbij de spanning al te snel zoek is, instrumental “Hard Love Seat” heeft iets te veel weg van een Don Caballero-vullertje en Simonelli’s poging tot conventionele zang in “Visitacion Valley” doet wel heel erg krampachtig aan. Zijn geaffecteerde gesmacht staat daar haaks op zijn normale aanpak en valt uit de toon.
Kritiek die een serieuze domper op de appreciatie van een minder begaafde band kan zetten, maar Enablers weet die gebreken moeiteloos te compenseren. Driekwart van de plaat is immers van Tundra-niveau, de rest wordt graag met de mantel der liefde bedekt.
Het album is net als zijn voorganger verkrijgbaar op CD & LP. Het vinyl wordt opnieuw in prachtige, handgemaakte verpakking gestoken door het Lancashire & Somerset-label. Enablers staat op 21 oktober in Magasin 4 (Brussel) en op 22 oktober in La Zone (Luik).