
Napalm, 2011
Rough Trade Benelux
Een gek geval, dit Duitse Van Canto. Metal zonder scheurende
gitaren en stevige baslijn lijkt al even onmogelijk als Britney Spears op de
affiche van Graspop. Maar gelukkig beschikken de Duitsers over maar
liefst vijf zangers die de stembanden beter beheersen dan de blonde
bimbo ooit zal kunnen. Twee van de vijf nemen de lead
vocals voor hun rekening en één van die twee is bovendien geen
zanger, maar een zangeres. Eentje die met haar warme, vaste stem
optornt tegen het mannelijk geweld.
U begrijpt het waarschijnlijk al: Van Canto gooit op ‘Break the
Silence’ de instrumenten overboord en gaat voor a-capella metal.
Grotendeels dan. Er zit enkel iemand op de drumkruk om de nummers
genoeg basis en een metalgevoel te geven. Hoewel de soms heldere,
soms raspende zang en de heavy metalgeoriënteerde songs er op zich
al geen twijfel over laten bestaan dat we hier niet te maken hebben
met een suffe popact.
Oorspronkelijk werden vooral klassiekers van onder andere
Manowar,
Iron Maiden,
Nightwish en Deep Puple in een nieuw jasje gegoten. Gelukkig
beseften de mannen en vrouw van Van Canto dat hun eigen composities
niet hoeven onder te doen voor de bijzonder originele bewerkingen
van anderen. ‘Break the Silence’ is alweer het vierde werkstuk en
legt de focus hoofdzakelijk bij het eigen werk. Enige
uitzonderingen zijn ‘Primo Victoria’ dat oorspronkelijk door
Sabaton gescandeerd wordt, het overbekende ‘Bed of Nails’ van Alice
Cooper en de sleper ‘Master of the Wind’ van Manowar.
Als slagroom op de taart leenden Joakim Brodén (jawel, van
Sabaton) en Marcus Siepen (Blind Guardian) hun
stemmen uit op een aantal nummers. Joakim brult logischerwijs mee
op zijn eigen creatie ‘Primo Victoria’ en toegegeven, deze versie
boet niets in aan stevigheid en klinkt zelfs beter dan het toch al
sterke origineel. Hetzelfde geldt overigens voor ‘Bed of Nails’ dat
zich er in een nieuw jasje nog altijd toe leent om luidkeels
meegebruld te worden. Hoewel niemand het origineel van de
sympathieke wandelende rimpelverzameling naar de kroon kan
steken.
‘Dangers in My Head’ is een eigen creatie die allesbehalve
overkomt als een ongenodigde gast op het feest van herkenning. De
prachtige mannelijk leadzang van Sky komt sterk uit de verf en komt
ook algemeen meer aan bod dan die van zijn vrouwelijke tegenhanger
Inga. Maar goed ook, want hoewel zij evenmin een zwakke vocale
prestatie neerzet, zou de kracht van de nummers er bij inboeten.
Niemand zit te wachten op de honderdste poging tot ongeïnspireerde
gothic.
Uiteraard mag een ballade niet ontbreken met ‘Spelled in
Waters’. En omdat een ballade niet gediend is met een ratelende
drum als begeleiding, wordt hier nog eens extra vals gespeeld met
het inlassen van een akoestische gitaar. Spijtig genoeg is wat
bedoeld wordt als rustpunt, vooral een traag kabbelend nummer
geworden dat weinig boeiende elementen bevat. Niet zo slecht dat er
kokhalsneigingen opzetten, maar toch de minste van de plaat. Het
contrast met ‘Neuer Wind’ kon niet veel groter zijn. Een enorme
beuker en de enige in de moedertaal waar je even helemaal op loos
kan gaan met crappy pogingen tot het beheersen van het Duits en
krakende nekwervels.
Van Canto heeft zich op hun nieuweling duidelijk nog verder
ontwikkeld. Hun covers zijn enorm genietbaar, de eigen nummers ook.
Heel de plaat straalt een positieve vibe uit die de grootste
depressieveiling uit zijn apathische trance kan krijgen. En
onderschat de moeilijkheid van de nummers vooral niet. Of kan u
even bliksemsnel als deze kerels: “run diggy dun dun dun? diggy dun
diggy dun diggy dun diggy dun diggy dun run diggy dun dun
hoooowaah” uit uw strot krijgen?