Erased Tapes, 2011
Konkurrent
Hoeft het geheel altijd meer te zijn dan de som der delen? Onder
nom de plume A Winged Victory for the Sullen bundelen
pianist Dustin
O’Halloran en geluidstechnicus/componist Adam Wiltzie (Stars of the Lid) de
krachten en het resultaat klinkt exact zoals je dat zou verwachten:
verstild, betoverend en simpelweg zielsoverstijgend schoon. Nergens
overstijgen de twee zichzelf of elkaar, maar constant zuigt hun
muzikale ballet van minimalistisch klassiek en ambient het merg uit
de botten. Voorspelbaarheid klonk nooit mooier!
Nood aan onthaasting? Laat de Bongobons of acties van de Flair
dan voor een keertje links liggen en rep u naar het vakje
‘neoklassiek’ in uw favoriete platenzaak. Een album van Peter Broderick,
Ólafur
Arnalds, Jóhann Jóhannsson,
…: het kan al genoeg zijn om uit de tochtige spelonken van uw
hoofd te klauteren. Allen grossieren ze namelijk in oorverdovende
verstilling en bitterzoete melancholie, maar zonder formulematig of
voorgekauwd te klinken. Daarvoor zijn de emoties te universeel en
is het vakmanschap te groot. Dat geldt ook voor ‘A Winged Victory
for the Sullen’. De plaat klinkt even voorspelbaar als de
gemiddelde treinvertraging, maar de nekhaartjes staan er niet
minder parmantig recht om.
Veel heeft te maken met de uitstekende verstandhouding tussen
O’Halloran en Wiltzie. Geen getrokken messen in de studio en geen
bitsig gevecht om elke morzel creatieve grond: de plaat klinkt even
harmonieus, vlot en natuurlijk als hun samenwerking. Zo gunt
Wiltzie de waterige pianoklanken van O’Halloran alle ruimte om te
galmen in opener ‘We Played Some Open Chords and Rejoiced, For the
Earth Had Circled the Sun Yet Another Year’, maar aandachtige
oortjes zal de zinnenprikkelende ambient niet ontgaan waarmee hij
de witregels tussen de noten opvult.
In de twee delen van ‘Requiem for the Static King’ is het dan
weer O’Halloran die de atmosferische klanktapijtjes en
strijkersarrangementen van Wiltzie hoge toppen laat scheren. Enkel
op het eind boordt hij de compositie fraai af met een sierlijke,
uitgebeende pianomelodie. En ‘uitgebeend’ is het juiste woord. Wie
dacht dat deze krachtenbundeling iets voller zou klinken dan hun
solowerk, mag namelijk nog eens raden. En geen compositie
illustreert hun uitgepuurde sound beter dan het ironisch getitelde
‘A Symphony Pathétique’: alle onkruid is gewied, enkel de lillende
schoonheid van verloren gelopen pianoklanken zonder een verwarmend
klankdekentje blijft over.
Je zou dan ook kunnen zeggen dat ‘A Winged Victory for the
Sullen’ klinkt zoals ‘Riceboy Sleeps‘ had
kunnen klinken als Jónsi en Alex wat meer focus en precisie aan de
dag hadden gelegd. O’Halloran en Wiltzie verzanden namelijk nergens
in holle ambientclichés of doelloos meanderende melodieën. Hun
composities bloeien daarentegen open als waterlelies en
luisterbeurt per luisterbeurt kruipen ze dieper onder de huid.
Bovendien pompt goed volk als Peter Broderick en Hildur Gudnadottir
extra zuurstof in de aderen van de plaat en dragen de grote
opnameruimtes (waaronder een Begijnhof in Brussel!) bij tot de
ruimtelijke sound.
Nogmaals dus: ‘A Winged Victory for the Sullen’ klinkt van de
eerste tot de laatste noot zoals je dat zou verwachten. Niets meer,
maar zeker ook niets minder. Voor fans van het genre wordt het dus
smullen en wie niet houdt van subtiliteit en contemplatieve
klankaquarellen dient zich te onthouden. Zielenzalf van de bovenste
plank!