Nauwelijks bekomen van verschillende tours doorheen Europa, de VS en zelfs Japan met Godspeed You! Black Emperor, stond percussionist Bruce Cawdron gisteren alweer in België, dit keer met zijproject Esmerine. In tegenstelling tot de intense, afmattende shows van minstens twee uur lang die de man met moederschip Godspeed moest spelen, werd het concert van Esmerine gekenmerkt door een haast klassieke rust en gelatenheid.
Natuurlijk is het sowieso appelen met peren vergelijken, want in Esmerine zijn er geen gitaren, geen distortionpedalen, en de versterkers staan sowieso meer afgesteld op het volume van kamermuziek dan van gierende postrock. Bovendien staat bij Esmerine vooral een heldere, weliswaar melancholische maar niet depressieve klank voorop. Dat heeft enerzijds te maken met de ongewone instrumentencombinatie van marimba, cello, harp en percussie, maar ook met een vrij typische compositorische aanpak die ergens tussen hedendaags klassiek en postrock in ligt. Repetitieve in elkaar heen wevende marimba- en harppatronen op z’n Steve Reichs, langgerekte cellolijnen en hier en daar eens een drum die de andere instrumenten opzweept voor een stevige finale, dat is zo ongeveer het recept van Esmerine anno 2011.
Die formule is een vrij recent gegeven en vooral een resultaat van de groepsuitbreiding van duo tot kwartet die Esmerine onderging voor hun laatste plaat La Lechuza. De vorige twee platen van de groep werden immers ingespeeld door Rebecca Foon (cello) en Bruce Cawdron (percussie) die hun eigen partijen via ettelijke overdubs inspeelden, wat de groep vooral tot een studioproject maakte. Op La Lechuza primeert echter veel meer een livegeluid waarin minder lagen op elkaar worden gestapeld en de individuele partijen van de vier muzikanten (het oorspronkelijke duo uitgebreid met Sarah Pagé (harp, live ook zang) en Andrew Barr (percussie)) centraal worden geplaatst, zonder veel andere poespas.
Dat toonde zich dan ook in de DOKarena, waar een concert te horen viel van een echte band waarin alle leden ongeveer gelijke partijen kregen. Oudere nummers zoals “Tungsten” en “Red Fire Farm” uit debuut If Only A Sweet Surrender To The Nights To Come Be True kregen dan simpelweg een nieuw arrangement en wisten dan ook minstens even sterk te overtuigen als het materiaal dat effectief door dit kwartet was geschreven. Zoals te verwachten viel, lag de nadruk wel op materiaal uit La Lechuza. Enkel de vocale tracks uit die plaat werden achterwege gelaten, afgezien van “Last Waltz” waarin Pagé een verdienstelijke (maar helaas ook niet meer dan dat) poging ondernam om het unieke stemgeluid van Patrick Watson te vervangen. Improvisatie kwam in de set soms ook eens om de hoek kijken, vooral in het begin, maar over het algemeen werden de composities vrij braaf nagespeeld.
Op die manier wist Esmerine een goed uur lang te spelen zonder inzinkingen, maar ook zonder echte uitschieters. “Sprouts”, op plaat nochtans een topper van formaat, wist bijvoorbeeld niet echt boven de andere composities uit te stijgen. Ondanks dat gebrek aan pieken en dalen was de show wel van een constant hoog niveau, en wisten de vier muzikanten de aandacht zonder veel moeite te behouden. Van hoog niveau waren ook de ter plaatse gemaakte visuals waarbij, met gebruik van een overheadprojector en allerlei knutselmateriaal als het ware bewegende schilderijen gemaakt werden, die wel wat deden denken aan stop motion filmpjes, de ene keer al wat abstracter dan de andere.
Al bij al was dit best een goed concert van Esmerine, dat vooral memorabel zal zijn omwille van de opvallende locatie (weinig plaatsen toepasselijker dan een verlaten havendok om een aan Godspeed gerelateerd project te laten optreden) en het aangename nazomerweer dan omwille van een uitzonderlijke muzikale prestatie.
Esmerine speelt op 28 september nog een huisconcert bij Homeplugged in Sint-Gillis (Brussel).