De Wolken, een bescheiden selectie gedichten, foto’s en teksten die schrijver, cineast en beeldend kunstenaar Hugo Claus naliet in zijn archieven, heeft een spannend parcours afgelegd. Niet iedereen was het immers eens met de ‘onthullingen’ in het boek en de zonen van Claus vonden dat hun privacy met deze uitgave ernstig geschonden werd. Gelukkig voor de Claus-fans bleef deze schitterende editie van De Bezige Bij na een rechtszaak gewoon in de rekken liggen.
Sedert zijn spijtige overlijden in maart 2008 komt artistiek duizendpoot Hugo Claus met de regelmaat van een klok langs in de Belgische media. Collega-kunstenaars hebben het soms nog over hem in interviews en de juridische twisten tussen Claus’ weduwe Veerle De Wit en zijn zonen Thomas Claus en Arthur Kristel werden tot voor kort gretig uitgesmeerd in week- en dagbladen. Claus’ zonen werden daarbij dikwijls afgeschilderd als opportunisten en sjacheraars, maar het bericht van de schrale financiële erfenis die zij toebedeeld kregen, plaatst hun verontwaardiging tegenover Claus’ entourage in perspectief. Ongetwijfeld heeft de Belgische pers door in bepaalde artikels expliciet de kant van De Wit te kiezen, de waarheid onrecht aangedaan. Of het uit de rekken nemen van De Wolken anderzijds een geoorloofd ‘wraakplan’ was, is een andere zaak. Het is evident dat Thomas en Arthur niet blij zijn met de duidelijke en niet verkeerd te interpreteren woorden waarin Claus de relaties met zijn ex-vrouwen beschrijft. Of de auteur bij leven dergelijke zaken zou gepubliceerd hebben, valt eigenlijk ook te betwijfelen. Toch is De Wolken een belangrijk boek, omdat het gedeeltelijk een biografisch restant is waarin Claus zelf zijn eigen leven becommentarieert — een unicum.
Een traditionele autobiografie is dit boek in geen geval. De dichter en de fantast in Claus dreven de schrijver in het leeuwendeel van zijn teksten ver weg van de geijkte paden. Een chronologische en braaf vertelde levenswandel mag men dus niet verwachten. Naar eigen zeggen interesseerde Claus zich trouwens niet voor zijn eigen memoires, wat de ontdekking van een rijk gevuld en goed gedocumenteerd archief des te verrassender maakte. Scherp en bijtend, maar vaak ook weemoedig, geeft Claus met mondjesmaat informatie vrij over hoe zijn leven er precies heeft uitgezien vanaf de start. Het proza in De Wolken reikt echter veel verder dan alleen de biografische duiding. In de eerste plaats was Claus een creatief genie en dit boek probeert op alle facetten van ‘s mans kunstenaarschap in te spelen. Naast veel soorten tekst duiken daarom ook foto’s op, soms van Claus samen met zijn doeken. Ook kattebelletjes, vignetten, lidkaarten of kopieën van met de hand geschreven teksten zijn opgenomen. Op die manier voedt samensteller en Claus-kenner Mark Schaevers la petite histoire en wordt De Wolken ondanks zijn ruim driehonderd bladzijden tekst nergens een zware dobber. Op tijd en stond doorbreken lichtere teksten (bijvoorbeeld de bundeling Het plaatje dat ik u wil laten horen, een verzameling heerlijk zinderende teksten over jazz, die Claus in 1963 op vraag van Radio Gent schreef en destijds ook zelf presenteerde) de meer cynische kritieken of de dagboeken die inzicht geven in de extravagante kluizenaar die Claus lange tijd zou blijven.
De gebreken die De Wolken als boek had kunnen hebben, worden in feite stuk voor stuk omzeild. Mark Schaevers begrijpt dat zijn selectie niet alomvattend kan zijn en hield het daarom bij een verrassend beknopte selectie uit Claus’ archieven. Die is zeer evenwichtig verdeeld, met zowel oudere als recentere bijdrages, ook inhoudelijk getuigend van een veelzijdigheid die Claus als kunstenaar perfect kenschetst. Het beeldmateriaal dekt eveneens Claus’ volledige leven en roept via die volledigheid op wat De Wolken als bundel in zijn geheel uitstraalt: dat we definitief afscheid moeten nemen van Claus als mens, maar zijn oeuvre in al zijn facetten altijd kunnen en moeten proeven, om er nieuwe geuren, kleuren en smaken in te ontdekken.
De Wolken is niet de Claus-encyclopedie die het had kunnen zijn, maar een weergaloos eerbetoon met het onderwerp zelf aan het woord. Dat maakt dit boek niet alleen tot een buitengewoon opgezet project (te lezen op superieur papier en gedrukt in een aangenaam formaat), maar ook tot een artistiek hebbeding dat in geen enkele boekenkast zou mogen ontbreken — en vooral niet de uwe.