We moeten het toegeven, voorprogramma’s zijn nooit echt ons ding
geweest. Oké, we hebben in het verleden al wel eens het geluk gehad
dat dat heel goed meeviel. Ja, dat we er zelfs een cd aan
overhielden, maar ruim genomen zeggen we toch liever: ‘Kom op met
die geit, en laat de hoofdact maar aandraven!’. We hadden echter
alleen nog maar horen spreken over tUne-yArDs,
hadden snel tussendoor even de MySpace bezocht, en het leek ons
toch wel te bekoren. We stonden dan ook in de zaal geduldig te
wachten tot Merill Garbus het podium zou betreden. En ze stelde ons
niet teleur. Nee, vanaf minuut één tot de laatste noot wist ze ons
te boeien met haar loops, samples, beats, gegil en vreemde
danspasjes. Als opwarmer kon het tellen, maar gepaster zouden we
durven spreken van een dubbele hoofdact. tUne-yArDs heeft er
alvast twee fans bij, en aan de reacties van het publiek te
oordelen, zullen wij niet de enige zijn.
Maar goed, eerlijk is eerlijk, we kwamen voor Beirut, een concert
dat al maanden op voorhand uitverkocht was. En we kregen waarvoor
we kwamen. Een uur en twintig minuten lang onversneden
Beirut zoals het hoorde. Blazers, ukelele,
accordeon, het typische Beirut-geluid liet het live alvast niet
afweten. Zach Condon wisselde vakkundig stem met trompet en de band
liet zich gedwee meeslepen door hun ceremoniemeester. Het publiek
reageerde zoals het hoorde; gegil bij het herkennen van eerste
noten tot het uitbundig applaudisseren achteraf. Trompettist Kelly
Pratt ontpopte zich nu en dan tot een volksmenner die het publiek
klakkeloos kunstjes (als zijn daar handjes klappen, neurieën,…)
liet uitvoeren, en het publiek volgde hem maar al te graag. De
sousafoon, bespeeld door Ben Lanz, kreeg haar moment de gloire
tijdens Serbian Cocek en bewees dat elk instrument gerust zijn solo
mag krijgen. Het bleef trouwens een indrukwekkend zicht, die
sousafoon vooraan op het podium, onderdeel van de fanfare die
Beirut eigenlijk wel is.
Het concert was af, meer kan daar niet over gezegd worden. Er waren
de verwachte nummers zoals ‘Nantes’, ‘A Sunday Smile’, ‘East
Harlem’ en de nieuwe single én reeds radiohit ‘Santa Fe’, stuk voor
stuk opwindend; frivool en uitbundig gebracht. Maar er waren ook de
niet zo voor de hand liggende songs. ‘Scenic World’, ‘Elephant Gun’
en het wondermooie ‘Carousels’ van het debuut ‘Lon Gisland’ waren
aangename verassingen. Of het van z’n electro ontdane ‘My Night
With The Prostitute From Marseille’ bijvoorbeeld, dat als laatste
in de zogezegd reguliere set werd gespeeld. Uiteraard was het
publiek niet te houden en werd er geroepen en gestampt en gefloten
en gegild. Tot uiteindelijk Condon en de zijne opnieuw vooraan
stonden om er nog vijf nummers tegen aan te gooien.
En zoals gezegd, het concert was af, maar dat was het dan ook. Het
leek op een goed ingestudeerde set, die geen plaats voorzien had
voor spontaniteit en improvisatie. Had het feit dat het concert
live gestreamd werd door ABtv daar iets mee te maken of is Condon
slachtoffer geworden van routine? Wie zal het zeggen? Wij alleszins
niet, want uiterst goedgezind en zeer tevreden reden we alweer na
een geslaagde concertavond richting thuis.
Setlist:
Scenic World
The Shrew
Elephant Gun
Vagabond
Postcards From Italy
The Concubine
Santa Fe
A Sunday Smile
East Harlem
Forks And Knives (La Fête)
The Akara
Nantes
Port Of Call
Serbian Cocek
Cherbourg
My Night With The Prostitute From Marseille
bis
17. Goshen
18. After The Curtain
19. Carousels
20. Mount Wroclai (Idle Days)
21. The Gulag Orkestar
‘The Rip Tide’ van Beirut verscheen dit jaar bij Pompeii
Records
‘W h o k i l l’ van tUnE-yArDs verscheen dit jaar bij 4AD