’t Is moeilijk om het je nu nog voor te stellen,
maar er was een tijd, eind jaren negentig, toen quasi de hele
wereld stapelzot rondliep van een melige romantische komedie met
Gwyneth Paltrow. ‘Shakespeare in Love’ liet zich destijds voorstaan
op zijn gimmick – een belangrijke historische figuur in
een fictieve liefdesgeschiedenis – maar hoewel er een handvol
slimme grappen aan dat uitgangspunt werd opgehangen, bleef het
uiteindelijk toch maar… nuja, een melige romantische komedie met
Gwyneth Paltrow. ‘Shakespeare in Love’ werd één van de ultieme
onterechte Oscarwinnaars (samen met draken als ‘Ordinary People’,
die het haalde van ‘Raging Bull’, nota bene), en werd daarna één
van die films die elke vijf minuten op tv worden uitgezonden –
zappen, die handel. Regisseur John Madden wist daarna geen grote
hit meer te scoren, wat misschien verklaart waarom hij het nu over
een heel andere boeg gooit met ‘The Debt’, een politieke thriller
die zich laat bekijken als een light versie van
‘Munich’.
In 1966 wordt een trio Mossad-agenten in
Oost-Berlijn gestationeerd. Rachel (Jessica Chastain), David (Sam
Worthington) en Stephan (Marton Csokas) hebben de opdracht om
Dieter Vogel (Jesper Christensen) te ontvoeren en naar Israel te
brengen om berecht te worden als oorlogscrimineel. Vogel stond
tijdens WO II bekend als “de chirurg van Birkenau”, die gruwelijke
medische experimenten uitvoerde op gevangenen. De drie slagen in
hun opdracht, maar jaren later, in 1997, worden ze door
omstandigheden opnieuw bij elkaar gebracht (ditmaal gespeeld, in
dezelfde volgorde, door Helen Mirren, Ciaran Hinds en Tom
Wilkinson). Blijkbaar zijn er toch dingen gebeurd die niet in de
geschiedenisboeken gedrukt werden.
‘The Debt’ heeft een gedurfde structuur, in de zin
dat er niét met crosscutting tussen de twee tijdlijnen
wordt gewerkt. We krijgen een raadselachtige proloog die zich
afspeelt in 1997, en daarna krijgen we gewoon één lange flashback
waarin we de jacht op Vogel van a tot z te zien krijgen. Pas dan
keert Madden terug naar het “heden” om zijn verhaal af te werken.
Het zou conventioneler (en misschien ook wel verstandiger) zijn
geweest om die twee tijdlijnen door elkaar te monteren, omdat het
je makkelijker toelaat om voeling te behouden met de beide
intriges. In de praktijk worden Mirren, Wilkinson en Hinds
geïntroduceerd, om daarna zo’n 50 minuten lang simpelweg uit de
film te verdwijnen. Madden en zijn scenaristen (Matthew Vaughn,
Jane Goldman en Peter Straughan) vertrouwen er op dat we daarna
opnieuw een emotionele link kunnen leggen met de personages in hun
oudere gedaante.
En dat valt enigszins tegen. De flashbackscènes
zijn namelijk verreweg de sterkste van de film. De schaduw van
‘Munich’ valt zwaar over deze helft van de prent (een gelijkaardig
thema, een gelijkaardige stijl), maar niettemin is dit deel
meeslepend en met momenten zelfs spannend. De drie jonge acteurs
leggen een aardige intensiteit aan de dag, en op zijn beste
momenten creëert Madden zelfs enkele suspensescènes waar je tenen
van gaan krullen. Zo is Vogel, onder een nieuwe identiteit, aan de
slag gegaan als gynaecoloog. Rachel moet contact met hem leggen
door zich voor te doen als een patiënte – je zult als joodse vrouw
maar eens met je benen open moeten gaan liggen voor de slager van
Birkenau. Op die momenten hangt er een haast voelbare elektriciteit
in de lucht tussen de personages, die ik vaker had willen zien.
Maar ja, dan daarna. De flashbacks leiden tot een
climax, en daar hangt die film dan, met nog een dik half uur te
gaan. En opeens krijg je het gevoel dat ‘The Debt’ helemaal opnieuw
van nul moet beginnen. Een nieuwe plotlijn wordt geïntroduceerd,
een nieuw conflict met dezelfde personages, maar dan dertig jaar
ouder. De regisseur moet opnieuw spanning beginnen opbouwen,
terwijl zijn film al meer dan een uur bezig is. Vandaar ook dat
crosscutting wellicht een beter idee zou zijn geweest: op
die manier kan je je beide plotlijnen gelijktijdig opbouwen, laten
evolueren en tot een climax laten komen. Nu voelt ‘The Debt’ aan
als twee middellange films die achter elkaar werden geplakt.
Maar goed, zeker die eerste film is echt wel de
moeite. Jessica Chastain, een overlevende van ‘Law & Order’ die
onlangs nog te zien was in ‘The Tree of Life’, weet zowel de angst
als de vastberadenheid van de jonge Rachel een geloofwaardige
plaats te geven in haar vertolking, terwijl Marton Csokas één brok
energie is als Stephan. Sam Worthington gaat dan weer de
ingehouden, moody toer op als David, wat voornamelijk wil
zeggen dat hij dikwijls met een verbeten trek om de lippen van
onder zijn wenkbrauwen naar de andere personages tuurt. Hij komt er
mee weg, maar er zijn andere acteurs die meer met die rol hadden
kunnen aanvangen. Hoe dan ook, dat uur van de film is fascinerend
genoeg om het jammer te maken dat de rest niet echt meekan.
De verwikkelingen rond Mirren, Hinds en Wilkinson
(stuk voor stuk nochtans beesten van acteurs, dat weet iedereen)
komen er gewoon wat plompverloren achteraan gehold. Ze zijn een
stuk minder geloofwaardig, en gewoon door de opbouw van de film
hebben ze automatisch het air van een nagedachte. Ik had kunnen
leven met een twee uur durende versie van het flashbackverhaal,
zonder hedendaagse uitlopers.
Er zit een degelijke thriller verscholen in ‘The
Debt’, waarin thema’s als gerechtigheid en moraliteit onder extreme
situaties worden aangekaart. Alleen jammer dat hij afgedekt wordt
door zo’n schizofreen scenario.