Rust, dat lijkt Baxter Dury gevonden te hebben op zijn derde plaat. Daarmee komt de weldra veertig wordende muzikant helemaal uit de schaduw van zijn vader Ian uit. Happy Soup is immers de plaat die de man op de kaart zet.
Pas op zijn dertigste besloot Dury in de voetsporen van vaderlief te treden, een daad die niet zonder risico is. Meer nog dan in andere sectoren, wordt in de muziekwereld met argusogen gekeken naar zonen en dochters van. Kan je als politicus met een stamboom nog het verschil maken met, als de wind meezit, een doortastende aanpak, als muzikant zal elke song die je uitbrengt naast het werk van moeder- of vaderlief gelegd worden.
Er valt dus wat voor te zeggen om het onder een pseudoniem te doen, of als lid van een of ander undergroundgezelschap dat zo vernieuwend is dat het volkomen onopgemerkt onder de radar doorvliegt. Baxter Dury heeft voor de moeilijke aanpak gekozen, maar lijkt daar nu de vruchten van te plukken: derde plaat Happy Soup is een parel, waarmee ’s mans naam — hopelijk definitief — gevestigd is.
En om er dan maar komaf mee te maken: ja, de stem van deze Dury lijkt, zeker tijdens opener “Isabel”, geen klein beetje op die van Ian. Maar. En. Dan? “Isabel” klinkt laid back, hitsig zelfs, lichtjes beschonken en, vooral, hypnotiserend, waarmee Dury zijn plaat op verleidelijke manier van start laat gaan, al is dit nummer nog maar een voorsmaakje van wat volgt.
Tien songs lang laat Dury, vocaal bijgestaan door Madelaine Heart, zijn ietwat treurige licht schijnen over het leven en de liefdes. Dat deze niet over rozen gaan, blijkt al snel: in “Claire” laat Dury ons weten dat er een “cold chill” in zijn hart aanwezig is, maar de man doet dat op zo’n manier dat je twijfelt tussen een héél subtiel dansje, of een virtueel troostend schouderklopje.
Die spreidstand wordt zowat heel Happy Soup met verve volgehouden, zelfs in het lichtjes opgewekte “Trellic”. De zachte achtergrondkoortjes tijdens “Afternoon”, het croonen in “Leak At The Disco”: Dury heeft uiterste zorg besteed aan de details en weet een sfeer op te roepen die het best te omschrijven valt als “vijf in de ochtend”.
Al moet daar misschien, ter verduidelijking, nog aan toegevoegd worden: in of op weg naar een desolaat, onderkomen appartement. Alleen. Zo voelt althans het magnifieke titelnummer dat, ondanks zijn gitzwarte donkerte, een van de mooiste songs is die dit jaar aan het publiek werden blootgesteld.
Daarmee heeft Baxter Dury, na twee verre van onaardige platen, zichzelf overtroffen en de plaat gemaakt waarvan je hoopte dat de man ze zou maken op het ogenblik dat hij zich in de muziek begaf. Zelfs het feit dat de tweede helft van het album merkelijk opgewekter klinkt — is dat een flard speelsheid bij “Hotel In Brixton”? — neemt niet weg dat Dury het in zich heeft om uiterst gevoelig materiaal op een niet-deprimerende manier ten beste te geven. Prachtplaat.
Baxter Dury speelt op 21 september in de Vooruit.