
Zelden zorgde een collaboratie voor een harmonieuzer resultaat
als ‘Channel Pressure’. Daniel Lopatin maakt met Oneohtrix Point
Never al ettelijke jaren een briljante mix – wie nog niet met OPN
bekend is: haal nú alles in huis en u zal een ander mens zijn – van
drone, synth, ambient, industrial en hier en daar zelfs techno.
Joel Ford en zijn Tigercity specialiseerden zich dan weer in
half-foute softrock en glitterende funk. Voeg die twee samen en je
krijgt Ford & Lopatin (voorheen gekend als Games, ook al
verantwoordelijk voor enkele straffe releases): een geflipte
supergroep die z’n kop zo ver in de annalen van de
eighties heeft geduwd dat hij er met geen stokken meer
valt uit te krijgen. Uitermate foute muziek klonk evenwel nooit
beter.
‘Scumsoft’ maakt meteen een intentieverklaring: het is een
mesjogge hutsepot van samples, lasergeluiden, sirenes, vogeltjes,
televisiegeruis en andere achtergrondgeluiden waarmee James Ferraro
(recent ook nog met Dan Lopatin in een uitgebreide collaboratie te
horen) graag zijn platen opfleurt. We shit you not, zeggen
die eerste dertig seconden. Dit zijn de eighties, alle
neon en foute kapsels incluis. Maar vooruit gebeamd naar het jaar
2082. Serieus, had ik dat nog niet gezegd? ‘Channel Pressures’ is
ook een conceptalbum, en wel over een jonge kerel die vanuit zijn
slaapkamer de strijd aangaat tegen een muziekgigant, met een of
ander elektronisch gadget. Maakt hoegenaamd niet uit – wij weigeren
om conceptalbums te begrijpen, en luisteren liever gewoon naar de
muziek, want die is er ook nog. Zie ‘Channel Pressure’ misschien
nog het best als een manifest voor retrofuturisme. Of zo.
Afijn, met het nummer ‘Channel Pressure’ zijn we meteen “voor
echt” vertrokken: dit is pure pop, geplaagd door
flipperkastmodules, stotterende samples en stuiterende sound
effects. Sci-fi uit de eighties die na een tweetal minuten
uitbarst in een glorieuze melodie. Wij weten in godsnaam niet wát
we horen, maar we like it! En dan is ’t al meteen
‘Emergency Room’, een briljante single die met een Depeche
Mode-baslijn uit de startblokken schiet. Fords
softrock/funk-invloeden liggen er vingerdik op en Lopatin mag
zorgen voor de quirky effectjes die het geweldige melodie
extra schwung geven. Prince, Giorgio Moroder en Parliament,
allemaal in één knotsgekke UFO van een song. Ons hoofd draait al,
maar daar kunnen wij – Dan Deacon-fans die we zijn – wel
tegen.
Een andere hoogvlieger is ‘Too Much MIDI (Please Forgive Me)’,
bijna zwoele botsbalpop met krakende synths, een stevige laag glam
en wat klinkt als een vroege Massive Attack-sample. Retrofunk met
een plakkerig kauwgomrandje zoals u ze met geen Adele uit uw hoofd
krijgt. ‘Joey Rogers’ is een fantastisch voorbeeld van hoe heavy
metalgitaren (zoek ze maar!), stroeve beats en strenge synthlijnen
tóch voor een motherfucker van een catchy nummer kunnen
zorgen, ‘Break Inside’ leunt net als ‘I Surrender’ aan tegen de
r’n’b – retrofuturistische r’n’b die eventjes aan Janelle Monáe
doet denken, héél eventjes – en wie een klein beetje oplet hoort
meteen dat miskend genie Autre Ne Veut er de vocals voor zijn
rekening neemt. Machinale soul is dat bijna, afstandelijk en toch
aangrijpend. Dichter bij Prince komt Ford & Lopatin niet.
Bijna-afsluiter ‘World of Regret’ mag nog even de show komen
stelen als tamelijk straightforward popnummer, met een
groove om Isaac Hayes tegen te zeggen en dat is het na een korte
coda onherroepelijk gedaan. Zéér straf hoe Ford & Lopatin erin
slagen met ‘Channel Pressure’ niet alleen uw heupen, maar ook een
gevoelige snaar te raken. Net als Diamond Rings en Laurel Halo
wenden de heren het foutste van de jaren ’80 aan voor een
behoorlijk juist resultaat, maar zij doen nog net dat
ietsje meer. ‘Channel Pressure’ gaat – conceptonzin even terzijde –
over slechte tv-films die toch zijn bijgebleven, over
jongensdromen, over weglopen naar een toverland, over een oude
VHS-cassette van ‘Back To the Future’, over uren verslijten in
arcade halls, over de eerste keer ‘Tetris’, over een oude
synthesizer, over onze voorbijgevlogen jeugd en vooral: over
verliefd zijn, niet op meisjes, maar op muziek.