Pampa Records, 2011
Rough Trade
Wat zegt u? U heeft nog nooit van Ada gehoord? Tot
voor kort waren we dan met z’n tweeën, beste lezer! En toch, ik ben
blij dat er in mijn geval verandering in gekomen is. Ada blijkt na
een ietwat nadere inspectie het alter ego te zijn van ene zekere
Michaela Dippel, een bevallige Duitse, die al enige jaren actief is
als DJ en remixer in het techno- en electrocircuit. Na wat her en
der verspreide singles en samenwerkingen, zag een eerste langspeler
getiteld ‘Blondie’ – ongetwijfeld niet toevallig ook haar eigen
haarkleur – het levenslicht in 2004. Onder het vergrootglas hebben
we vandaag de opvolger liggen, het recentelijk verschenen ‘Meine
Zarten Pfoten’.
Nu hoor ik u al van ver afkomen. Techno? Is dat
niet onder ons niveau? Vergis u echter niet. Een oogstrelende
digipak, bestaande uit een soort van absurdistisch portret van een
nogal vreemd konijnachtig dier op een roze achtergrond, dat baadt
in een kader van gebroken wit, opgefleurd door een stijlvolle
vermelding van de artiestennaam en de koddige letters die de
albumtitel declameren, doet bij aanvang vermoeden dat we ons mogen
verwachten aan meer dan alleen maar wat clichématig
geboenk. Het zal dan ook blijken dat dit eerder electro
dan techno is, zo niet bij momenten regelrechte synthpop.
Een eerste draaibeurt riskeert de luisteraar een
lichtjes bezorgde en overpeinzende blik richting zijn luidsprekers
te doen sturen. Maar naarmate het zachtjes opzwellende orkest van
kraak- en knetterklanken, geserveerd op een bedje van gefilterde
witte ruis, overgoten wordt door een sausje van een door een
synthesizer pad ondersteund, aanzwellend tapijt van
weemoedige “oooh”-vocalen, wordt de angst dat er iets zou schelen
aan de muziekinstallatie geruststellend teniet gedaan.
Wanneer deze inleidende klanken wegtrekken,
transformeert dit eerste nummer zich al snel in een minimalistisch,
weemoedig en erg dromerig tafereel, hoofdzakelijk bestaande uit een
diepe synth baslijn, en een in delay gedrenkte,
spaarzaam gepluckte, akoestische gitaar, die de
engelachtige vocals kracht bijzetten. “If you’re blue,
don’t let it worry you, we’ll make it through”, klinken de zalvende
woorden. Versterkt door deze boodschap, doch met een lichtjes
bloedend hart door de über romantische sfeer van deze,
origineel door Luscious Jackson bedachte, ‘Faith’, zetten we onze
tocht voort doorheen dit fabeltjesland.
Een overbrugging door atmosferische autoverkeer
opnames, transporteert ons zachtjes tot bij ‘On The Mend’. De
bloedrode romantiek is weg, de dromerigheid echter is nog in volle
glorie aanwezig. Ook hier weer kan men zich vergapen aan een
zorgvuldig uit geloopte samples opgetrokken landschap.
Wie een bloedhekel heeft aan repetitieve muziek
dient dit album definitief links te laten liggen, want tot op het
einde zal dit patroon van spaarzame sample-constructies
gehandhaafd worden. Het woord aan de orde van de dag is definitief
“sfeer”, en deze valt hoofdzakelijk te typeren als “zacht”,
“lieflijk”, “ingetogen”, en meer van dat soort adjectieven. Echt
wild wordt het nooit, en de nummers die een stevige beat met zich
meedragen zijn in de minderheid. We tellen het wat meer duistere,
aan Trentemøller schatplichtige ‘At The Gate’, het positief
gestoorde ‘Happy Birthday’, en de met zijn snelle, stijgende
arpeggio synthlijn aan Blonde Redhead’s ‘Signs
Along The Path’ geneigde hidden track, een remix
van Little Joy’s ‘Keep Me In Mind’.
Al bij al is dit een behoorlijk rustig en relaxed
album, dat het erg goed doet als achtergrondvulling. Ook als
soundtrack bij een lange, nachtelijke autorit is dit erg
fijn voer. Om met àl je aandacht te gaan lopen, is het dan weer
iets té repetitief. Er is genoeg variatie tussen de nummers
onderling, alleen hadden die nummers zèlf voor het merendeel gerust
wat korter gemogen. Wat niet wegneemt dat dit album meer aandacht
verdient dan het vermoedelijk zal krijgen. De prijs voor “meest
fluffy album titel” krijgt Ada er gratis bij.
http://www.myspace.com/wwwmyspacecomada
http://www.pamparecords.com/