Het was één van de grappigste journalistieke
missers van de voorbije maanden (enfin, achteraf bekeken dan toch):
na de rampzalige aardbeving in Japan aan het begin van maart 2011,
kon cultregisseur Takashi Miike het land niet verlaten om naar het
Texaanse filmfestival South by Southwest te trekken met zijn nieuwe
prent ’13 Assassins’. Zelf mankeerde hij echter niets. De
Amerikaanse (internet)pers berichtte, waarheidsgetrouw: “Miike
missing film fest because of quake.” In Vlaanderen werd dat al
gauw simpelweg: “Takashi Miike wordt vermist na de aardbeving”. Het
duurde enkele dagen voordat de pers zijn blunder inzag en filmfans
gerust stelde dat Miike wel degelijk levend en wel was. Oeps.
Hoe dan ook, die film die Miike in Texas dus niet
in persoon is kunnen gaan voorstellen, rolt nu de euh…
zaal binnen. Op het moment van schrijven is ’13 Assassins’
immers in één enkele bioscoop in Brussel te bekijken, uitgebracht
in dezelfde week als de laatste Harry Potter-film, en dat is
jammer, want ’13 Assassins’ is een sfeervolle, vakkundig gemaakte,
opwindende samuraifilm, die beter verdient.
Het verhaal speelt zich af in 1844. Japan wordt
geregeerd door krijgsheren (Shogun), die samurai in dienst hebben
om hen te beschermen. Heer Naritsugu (Gorô Inagaki), is de broer
van één van deze shogun en gebruikt zijn onaantastbare status om te
roven, verkrachten, verminken en moorden op een manier die Caligula
nog jaloers zou maken. In één scène gebruikt hij een kind als
schietschijf; in een andere zien we een vrouw wiens armen én benen
hij heeft afgehakt. O ja, en hij heeft ook haar tong uitgerukt. De
regeringsleiders rondom de Shogun beseffen dat Naritsugu
tegengehouden moet worden, maar officieel kunnen ze natuurlijk
niets doen. In het geheim huurt één van hen de samurai Shinzaemon
(Kôji Yakusho) in, om Naritsugu een kopje kleiner te maken.
Shinzaemon verzamelt twaalf collega’s om de sadistische heer,
omringd als hij is door een entourage van een paar honderd man, in
de val te lokken.
Als dat alles enigszins vertrouwd in de oren
klinkt, is dat wellicht geen toeval. ’13 Assassins’ is een remake
van een gelijknamige samuraifilm uit 1963, die op zijn beurt
incasseerde op het succes van Kurosawa’s ‘Seven Samurai’. De
verhaalstructuur is zeer gelijkaardig: tijdens het eerste uur zie
je hoe een bende sympathieke krijgers verzameld wordt om het hoofd
te bieden aan een enorme overmacht aan vijanden. Tijdens het tweede
uur mag de strijd dan losbarsten. In ‘Seven Samurai’ ging het om
een dorp dat beschermd moest worden van rovers, hier gaat het over
een gesjeesde krijgsheer die gestopt moet worden – same
difference. Niet dat dit echt stoort: samuraifilms zijn als
genre op zich al zeldzaam genoeg om gelijkenissen in hun plots te
overleven, en bovendien vissen ze, net als hun Amerikaanse
tegenhanger, de western, bijna d’office in een relatief klein
vijvertje aan verhaalelementen. De uitvoering heeft heel wat meer
belang, en die is werkelijk een verademing in vergelijking met de
manier waarop Hollywood doorgaans actiefilms aanpakt.
Hoewel Miike voornamelijk gekend staat voor extreem
gewelddadige, bizarre, provocerende cinema (ooit ‘Visitor Q’
gezien, iemand?), is ’13 Assassins’ verrassend klassiek van opzet
en uitvoering. Tijdens het eerste uur krijgen we een rustige
set-up, sporadisch onderbroken door sec in beeld gebrachte
scènes die moeten illustreren hoe gek en sadistisch Naritsugu wel
is. Miike houdt stevig vast aan wide shots – hij beweegt zijn
camera relatief weinig en wacht ook opvallend lang vooraleer hij
tijdens dialoogscènes naar close-ups gaat. Het is een visuele stijl
die evenzeer terugverwijst naar de jaren zestig als het scenario
van de film zelf. Vergelijk de cameravoering hier met die uit
eender welke Kurosawafilm van die tijd, en je vindt dezelfde ritmes
terug, dezelfde bedrieglijke eenvoud, waarbij mise-en-scène
belangrijker is dan de camerabewegingen.
Daarna, eens de actie begint, blijft Miike die
esthetiek grotendeels behouden. Hij weerstaat aan de hedendaagse
neiging om zoveel mogelijk in close-up te filmen en toch maar
zoveel mogelijk te bewegen in een poging een zintuiglijk
“hier-en-nu”-gevoel op te wekken – opnieuw blijven wide shots
domineren, wat helpt om de choreografie van de actie duidelijk te
houden. Dat alles neemt overigens niet weg dat het bloedvergieten
wél een upgrade heeft gekregen. Naar de maatstaven van
Miike is ’13 Warriors’ behoorlijk conservatief (de gruwelijkste
gebeurtenissen worden off camera gehouden), maar het is
wel een pak explicieter dan wat er tijdens de jaren zestig mogelijk
zou zijn geweest. De regisseur weet in ieder geval een mooi
evenwicht te vinden tussen opwindende actie en simpele
overkill. De confrontatie tussen Naritsugu en de samurai
neemt de laatste 45 minuten van de film in beslag, maar wordt nooit
eentonig, overdadig of onoverzichtelijk. Faut le
faire.
Als spektakelstuk is ’13 Assassins’ dus absoluut
geslaagd: het is een goed gedoseerde, efficiënt geregisseerde en
meeslepende actiefilm. Wanneer Miike probeert om er extra thema’s
aan toe te voegen, durft hij wel al eens te kort schieten. Er wordt
veel tijd besteed aan het bespreken van de code van de samurai: een
krijger moet zijn heer gehoorzamen, ongeacht wie die heer is of wat
hij verlangt. Op die manier komt Shinzaemon tegenover zijn oude
vriend Hanbei te staan, die instaat voor de bescherming van
Naritsugu. Hanbei is net zo eerbaar als Shinzaemon, en er worden
hints gegeven dat Hanbei heel goed beseft dat Naritsugu een schoft
is – maar er is geen haar op zijn hoofd dat er aan denkt om over te
lopen naar de andere kant. “Wij moeten niet nadenken,” zegt hij.
“Alleen maar vechten en sterven voor onze heer.” Dat concept van
blinde gehoorzaamheid is op zich boeiend – de samurai zouden geen
slechte nazi’s zijn geweest met een dergelijke mentaliteit – maar
Miike drijft het niet ver genoeg om tot een interessante conclusie
te komen. Het thema wordt geïntroduceerd, maar enkel uitgewerkt
voor zover het relevant is voor het conflict tussen Shinzaemon en
Habei. De ene een goede samurai, de andere een slechte, maar voor
hetzelfde geld hadden hun rollen omgewisseld kunnen zijn – het
verschil zit hem er niet in dat de ene een goed karakter heeft en
de andere een slecht, maar dat de ene werd ingehuurd door een
maniak en de andere niet. Zoals het is in de film, is dit niet
zozeer een volledig ontwikkeld thema, als wel een aanzet er naar
toe.
Ergens is dat jammer – ’13 Assassins’ had dieper
kunnen graven. Maar goed, terwijl je aan het kijken bent, zal dat
je plezier ook niet bederven. In eerste instantie is dit een
actiefilm, en wie geen hoogdravende, belangrijke ideeën verwacht,
zal zich prima vermaken.