Eind goed, al goed. Eén van de langst lopende (tien
jaar tussen het eerste en het laatste deel) en meest lucratieve
filmreeksen aller tijden (een slordige 6,3 miljard dollar, plus het
ongetwijfeld respectabele bedrag dat deze laatste aflevering daar
aan zal toevoegen) komt ten einde. Eén fan noemde het op deze
zelfde fijne website “het einde van mijn jeugd”, een uitspraak die
misschien ietwat melodramatisch klinkt, maar niet zo ver bezijden
de waarheid is – kinderen die nog op de lagere school zaten toen ze
het eerste deel zagen, zijn nu op de leeftijd om naar een
universiteit te gaan. Onderschat nooit wat zo’n lang lopende serie
kan gaan betekenen voor mensen. Normaal gezien sta ik weigerachtig
tegenover dat soort bedenkingen – het is een film, get over it
– maar neem het me niet kwalijk als ik voor de Harry
Pottersaga net iets toegeeflijker ben. Met al hun ups en downs er
bij – en die waren er met hopen – bleef zelfs de slechtste Harry
Potter nog torenhoog uitsteken boven alle ‘Transformers’,
‘Twilights’ en ‘Pirates of the Caribbeans’ tezamen. Goed nieuws:
deze allerlaatste aflevering is absoluut een up.
Harry, Ron en Hermione zijn nog steeds op zoek naar
de laatste Horcruxen, magische voorwerpen waarin de boze Lord
Voldemort delen van zijn ziel heeft verstopt. Eens al die
voorwerpen vernietigd zijn, zal Voldemort opnieuw sterfelijk
worden. De drie helden ontdekken dat de laatste Horcrux zich ergens
in Hogwarts bevindt, waardoor ze terug moeten gaan naar hun oude
school, die nu onder het bewind is gekomen van professor Snape.
Eens ze daar zijn, barst de strijd om Hogwarts in zijn volle furie
los.
Veel nieuwe plotelementen zijn er in deze tweede
helft van het zevende deel dus niet meer te melden. De makers
veronderstellen dat je de vorige films vers in het geheugen hebt
zitten, en duiken vanaf het eerste moment, en zonder al te veel
informatie te herhalen, in de actie. Het is niet onredelijk om te
verwachten dat kijkers van dit laatste hoofdstuk mee zijn met het
verhaal, maar ‘The Deathly Hallows, Part 1’ op voorhand nog eens
herbekijken lijkt me geen overbodige luxe. Vooral niet omdat de
twee delen elkaar wel degelijk mooi aanvullen. Wie ‘Part 2’
volledig afzonderlijk bekijkt, ziet een film die één en al pay
off is, één en al actie, zonder degelijke set-up – en dat
klopt ook, maar we hebben verleden jaar zo’n twee en een half uur
lang set-up gekregen in ‘Part 1’. Waar het tempo van het vorige
deel relatief langzaam was, is deze finale een ademloze race naar
de finish. Waar de actie verleden jaar spaarzaam gerantsoeneerd
werd, krijgen we ditmaal een aaneenschakeling van duels, explosies
en grootse confrontaties. Dit is de big bang waarmee het
hele verhaal eindigt, en we zullen het geweten hebben.
Dat ‘Deathly Hallows, Part 2’ toch niét wegzinkt in
een moeras aan Michael Bay-waardige overkill, is te danken
aan enerzijds een evenwichtig scenario van Steve Kloves (die alle
films heeft geschreven, met uitzondering van ‘Order of the
Phoenix’) en anderzijds een smaakvolle regie van David Yates (die
al sinds diezelfde ‘Order of the Phoenix’ in de regiestoel zit en
dus vier van de acht films op zijn naam heeft staan). Op het niveau
van het scenario maakt Kloves een goede zet door halverwege de
strijd om Hogwarts een relatief lange pauze in te lassen voor een
flashback, die de achtergrond van professor Snape uit de doeken
doet. Snape’s back story wordt op een krachtige manier
verteld en geeft, in het midden van de actie, plots een onverwachte
emotionele dimensie aan het verhaal. (Het is ook niet slecht dat
Alan Rickman eens een andere noot te spelen krijgt dan de eeuwige
dreiging die hij moet uitstralen door zeer… langzaam… te
spreken.)
Bovendien breken Kloves en Yates regelmatig het
bombast van hun film, met goed getimede komische momenten. Maggie
Smith (die we echt wel misten in de vorige twee films) maakt een
triomfantelijke terugkeer als de flegmatische professor McGonagall,
en heeft de beste one liners, die helpen om af en toe een
zeer welkom gaatje te prikken in de nogal opgeblazen epiek van het
geheel. Alleen een monoloog van Neville Longbottom aan het einde
van de prent is er onmiskenbaar een eind over, maar goed.
Yates houdt ons ook visueel mooi georiënteerd in de
actie – de hoogdagen van de shaky cam zijn voorbij, en de
regisseur kiest voor een relatief klassieke beeldvoering, die
nergens de individualiteit van een Alfonso Cuaron uitstraalt, maar
wel een aardig evenwicht weet te bewaren tussen de noodzaak van een
hoog tempo en duidelijkheid. (“Complete the journey in
3D”, nodigen sommige posters van de film ons uit. Nee, dank u.
Ik heb deze reis afgemaakt in correct belicht, overzichtelijk 2D
dat me geen hoofdpijn bezorgde, en kan me geen enkele reden
inbeelden waarom iemand meer geld zou betalen voor een overbodige
gimmick.)
Waar de makers wel af en toe een steekje laten
vallen, is in de manier waarop personages komen en gaan. Er speelt
zoveel volk mee in de serie dat het quasi onmogelijk is om ze
allemaal gelijktijdig in het oog te houden. Sommige figuren hebben
strikt genomen niet veel te zoeken op Hogwarts (waarom zijn de
ouders van Ron daar eigenlijk?), anderen gaan enigszins verloren in
het gedrang (Jim Broadbent en Emma Thompson duiken voor een
nanoseconde op, en Robbie Coltrane’s Hagrid blijkt plots gevangen
genomen te zijn door de bende van Voldemort, maar I’ll be
damned als ik dat heb zien gebeuren). Tja. Dat soort gebreken
zullen wel eigen zijn aan het type verhaal dat hier verteld wordt –
echt storen doet het niet.
Opvallend is ook dat Daniel Radcliffe, de soms fel
bekritiseerde Harry Potter zelve, sterk uit de hoek komt in dit
laatste deel. Zijn rol heeft meer gravitas dan ooit te
voren, maar hij draagt de prent zonder ooit door de mand te vallen
(wat in de vorige delen wel eens anders durfde zijn). Oh ja, en Ron
en Hermione vliegen elkaar ten lange leste dan toch in de armen,
een scène die letterlijk hoorbare kreetjes van genoegen uitlokte in
het publiek tijden de voorstelling die ik bijwoonde. Yup,
het is een crowdpleaser, deze laatste ‘Potter’.
Hoe zullen mensen er op terugkijken, in de jaren en
zelfs decennia die volgen? Voor de generatie van de jaren negentig
zal ‘Harry Potter’ nu tot de collectieve nostalgie gaan behoren,
maar wat zal de reactie zijn van de volgende garde? De kinderen die
nu een jaar of zes, zeven zijn en binnenkort oud genoeg zullen
worden om aan de reeks te beginnen, zowel in boek- als filmvorm? ’t
Zal interessant zijn om dat na te gaan. In ieder geval, ik ben niet
ontevreden dat ik alvast deze specifieke hype vanop de eerste rij
heb gevolgd. ’t Is mooi geweest, meneer Potter.