Domino, 2011
V2
Snakte u ook naar vers getapt gerstenat bij het beluisteren van
‘Humbug‘, de
vorige plaat van Arctic Monkeys? Wees gerust, u bent niet de enige.
Onder impuls van woestijnrat Josh Homme zandstraalde het viertal
uit Sheffield hun kwikzilveren scheermesjesrock namelijk met
gortdroge stoner en psychedelische voodoogrooves. “Tijd om de
dorstigen te laven”, moet de band dan ook gedacht hebben. ‘Suck It
And See’ is namelijk een zomerse popcocktail van een plaat. Alleen
jammer dat het romantische suikerrandje de licht bittere nasmaak
niet kan verdoezelen!
U hoort het goed, amper hyperkinetische gitaren, schichtige
tempowisselingen of schemerige doemsferen op deze vierde plaat.
‘Suck It And See’ heeft weinig uitstaans met de grillige, vuige
rock van hun debuut en is evenzeer mijlenver verwijderd van de
zanderige stonerrock van ‘Humbug’. Welk braakliggend stukje terrein
uit het rocklandschap annexeren de Arctische Apen dan deze keer?
Wel, denk aan de speelse lichtvoetigheid van een song als
‘Fluorescent Adolescent’, maar dan een plaat lang. De zonnige
melodieën, speelse hooks en tongue in
cheek-romantiek laten er geen twijfel over bestaan: ‘pop’ is
het sleutelwoord op ‘Suck It And See’. Het zomerse briesje na de
zandstorm.
Het pleit voor Arctic Monkeys dat ze met hun vierde plaat alweer
een nieuwe weg inslaan, maar of deze koerswijziging even geslaagd
is als de vorige, valt echter te betwijfelen. Over de grens tussen
‘luchtig’ en ‘vrijblijvend’ hangt namelijk een slappe koord en af
en toe maakt de band een pijnlijke tuimeling. Zo is ‘Brick By
Brick’ met voorsprong hun zwakste single tot nu toe en ook de
fundamenten van andere songs worden aangevreten door een gebrek aan
inhoud en onbeduidendheid. Zo probeert ‘The Hellcat Spangled
Shalala’ de draak te steken met kleffe romantiek maar dat
resulteert wel in een draak die hoogstens grappig is voor een
keertje. Of hoe lichtvoetigheid kan ontaarden in lichtgewichten van
songs!
Gelukkig schieten Arctic Monkeys even vaak in de roos als
ernaast. Zo zal menig meisje in katzwijm vallen als Alex Turner en
co op de zomerfestivals ‘She’s Thunderstorms’ spelen, een
ontwapenend eenvoudig liefdesliedje dat maar één luisterbeurt nodig
heeft om zich in het hoofd vast te haken. Ook niet te versmaden: de
atmosferische vocals van ‘All My Own Stunts’ die de wondjes zalft
die u gegarandeerd overhoudt aan de scherpe, afgebeten gitaren.
Ook tijdens ‘Don’t Sit Down Cause I’ve Moved Your Chair’ en
‘Library Pictures’ hangt er prikkeldraad over de gitaren in plaats
van gewone snaren en gelukkig maar. Aangezien een splinterbom als
‘Brianstorm’ in geen velden of wegen te bespeuren is, moeten deze
midtempo-rocksongs namelijk het vuur aan de lont steken. Jammer
genoeg vonkt het rotje maar voor eventjes want een teveel aan
halfzachte en middelmatige ballads vol slaapverwekkende galm als
‘Reckless Serenade’ en ‘Piledriver Waltz’ smoren de opwinding al
snel in de kiem.
Laten we er dus maar geen doekjes om winden: ‘Suck It And See’
is met voorsprong de zwakste Arctic Monkeys-plaat tot nu toe. Waar
hun stoner-uitstapje met ‘Humbug’ nog een klinkend succes was,
laten ze sprankelende, bitterzoete zomerpop duidelijk beter over
aan bands als Fountains of Wayne of The Shins. Hoog tijd dus om
volgende keer opnieuw de knetterende, withete rock van hun eerste
twee platen in de armen te sluiten!