Wie niet van soul houdt, die houdt niet van seks. Wie niet van seks houdt, mja… die kan altijd nog terecht bij de boeken van Kristien Hemmerechts of vechten voor een autonoom Vlaanderen met een functionele procreatie. Of beide. Om maar te zeggen dat een gezonde interesse voor complexloze seks mooi meegenomen is bij het beluisteren van de nieuwe Black Joe Lewis & The Honyebears, want deze kerels spelen en zingen vanuit de heup en lager.
Tell ’Em What You Name Is (2009) was al een knaller van formaat en een van de best gekruide retroplaten van de voorbije jaren. Maar wie dacht dat het ging om een zoveelste oefening in slappe nostalgie, die had het even niet bij het juiste eind. Natuurlijk, de stijl en sound waren in sterke mate schatplichtig aan Stax, de "UUH!" van James Brown en de gezamenlijke furie van Sam & Dave, maar er zat een grove korrel in die uit een andere traditie kwam, die van de onversneden rock-’n-roll en de diepe rhythm & blues uit de verstopte juke joints, en die wordt op Scandalous nog wat explicieter uitgewerkt.
En ja, waarom de kaarten niet eens op tafel gooien? Soul draait de ene helft van de tijd om seks en de andere helft over alternatieven als seks even geen optie is. Zo zit het alleszins bij Lewis en z’n meute, die hier opnieuw door een klein dozijn songs razen met de vurigheid van een dolgedraaide reu die dagenlang mocht snuffelen, maar ook niet meer dan dat. De grooves die hier losgelaten worden, die kwamen er na jarenlang de effecten van ritmesecties op schuddende vrouwenkonten bestudeerd te hebben. Scandalous is dan ook geen plaat om als een patattenzak in een zetel te beluisteren. Bij voorkeur vlam je het door de huiskamer op maximumvolume en zet je het op een dansen, dansen, dansen.
Of het te maken heeft met de Texaanse hitte of een buitensporig libido, geen idee, maar alles baadt hier in een sfeer van zweet en slechte manieren, wat dan nog eens vunzig uitgewerkt wordt door die hechte rockband, die wordt aangevuld met een paar potige blazers. "Livin’ In The Jungle", dat is de hardcore soul van Stax met de goesting van James Browns en de R&B van The Blues Brothers. Blazers kappen accenten, gitaren jengelen en Lewis is op de versiertoer. En dan heb je ’m nog niet bezig gehoord tijdens "Black Snake" (jaaa…) of "Since I Met You Baby": het is op de toppen van de tenen staan om er te geraken, maar het is een grandioze toewijding.
"Booty City" is een onwaarschijnlijk funky brok (en wat een gejaagde energie!), maar daarnaast vist de band eerder in de rock- en bluesvijvers: "Ballad Of Jimmy Tanks" is het soort met smeerolie bedekte bluesrock dat je van The Black Keys mag verwachten, het stompende akoestische "Messin’" heeft een en ander van het vroege seventies-werk van The Rolling Stones of The Flamin’ Groovies: dat perfect balanceren tussen zwarte blues en sleaze. En dan heb je natuurlijk nog de Fat Possum-blues van "Mustang Ranch" (een fles Four Roses voor de eerste die een betere hoerenkotsong kent!) en "Jesus Took My Hand" en de denderende rock-’n-roll van "You Been Lyin’", waarvoor gospelband The Relatives aan boord gehaald werd. Wat kan er nog verkeerd gaan met de backing van The Lord?
Voilà. Twee jaar na dat langspeeldebuut hebben Black Joe Lewis en z’n honingbeertjes opnieuw getekend voor een van de heetste, meest onweerstaanbare en groovy platen van het jaar. Dit is de anti-Fleet Foxes. Of het nu gaat om een block party, een taaie klus die uit de weg moet of een lijfelijk evenement met schonere vooruitzichten: dankzij Scandalous neemt het succes op slagen alleen maar toe.