Wie Amatorski na een jaar nostalgisch “Come Home” nog niet kent, heeft twaalf maanden op Mars gewoond. Maar ook wie EP Same Stars We Shared kocht, zal even verrast hebben gefronst bij de meer elektronische klanken op debuut TBC. Voor frontvrouw Inne Eysermans en bassist Hilke Ros is het nochtans niet meer dan normaal: “We waren toe aan iets nieuws.”
Ze fluistert meer dan ze praat. Ze zucht meer dan ze zingt. En dan moet ze ook nog interviews geven; de kwelling! We kennen weinig frontvrouwen — laat staan -mannen — die meer samen vallen met hun muziek: Inne Eysermans is de ingetogenheid van Amatorski in persoon. De blik afgewend, in spaar- en moeizame zinnen, probeert ze op onze vragen een antwoord te geven; steevast toch helder geformuleerd, beslist zelfs. Verlegen of niet, ze heeft de touwtjes strak in handen. Maar ze lacht. Veel vaker dan je zou verwachten op basis van de stuurse promofoto’s. En die koerswijziging? Daarover wil ze graag even de puntjes op de i zetten.
“Die evolutie naar een meer elektronisch geluid ging eigenlijk vanzelf. Het was een heel natuurlijke beweging, die al in het demostadium werd ingezet. Ik denk dat we sowieso allemaal niet zo heel erg graag hetzelfde wilden blijven doen. Vandaar dat het zo wat veranderde. We zijn gewoon vier mensen met elk onze eigen invloeden, waarvan soms dezelfde, en daaruit komen de dingen voort. Bij de opnames hebben we nummer per nummer gekeken wat ze nodig hadden. We hadden veel meer een idee van wat voor geluid we willen creëren dan voorheen “
“Het is ook niet zo dat wat je nu hoort, pas na Same Stars We Shared is gemaakt”, valt Ros haar bij: “Er waren demo’s die al langer meegingen, maar we hebben vorig jaar die vier nummers uitgebracht omdat die bij elkaar hoorden. TBC geeft een ruimer beeld van wat we de laatste jaren hebben gedaan. Uiteindelijk: ook op de Rock Rally speelden we ook al nummers als “Peaceful” en “Never Told”.”
” Wij discussiëren eigenlijk niet. Zelfs praten doen we nauwelijks”, lacht Ros als we vragen hoe ze onderling het nagestreefde geluid omschrijven; “alles ontstaat gewoon, zonder veel woorden.” En hij richt zich tot Inne: “Jij hebt al vaak gezegd dat een bepaalde sfeer meer het uitgangspunt is dan een melodie of zo. Zeker in het begin was dat zo: toen werkten we op haar demo’s en die hadden sowieso een bepaalde sfeer, waarop we met de band verder bouwden. Ik denk dat onze muzikale identiteit zo is ontstaan.”
“Wat voor sfeer ik zoek? Moeilijk te zeggen”, aarzelt de zangeres. “Soms neem ik me wel eens voor de muziek blij te maken, maar dat lukt me nooit. Dat komt vanzelf, vrees ik. Ik probeer ook te focussen op het verhaal, en zoek de sfeer die daarbij past. De sfeer maakt het verhaal en omgekeerd.”
Niet stilstaan
Vorig jaar toerde Amatorski met een blazerssectie; een opdracht voor Eysermans opleiding. Heeft dat iets bijgedragen aan de nieuwe songs? De zangeres denkt van wel. “Ook dat project hebben we op poten gezet omdat we toe waren aan iets nieuws; er was ruimte voor, en het hield alles fris voor ons. Dat saxkwartet was misschien niet erg evident voor ons geluid. Hoorns, of andere ronde klanken waren misschien meer voor de hand liggend.”
Ros: “Door met hen op te treden, hebben de arrangementen van de nummers op TBC zich wel gevormd. Van daar uit zijn we dan wel op zoek gegaan naar een ruimere invulling en hebben we ook met bijvoorbeeld hoorns gewerkt. Hetzelfde geldt voor de strijkersarrangementen: we hebben eerst met Patricia Vanneste (ook bekend van Balthazar) gespeeld, en dat heeft de basis gevormd van wat er dan met strijkers is gebeurd op de plaat.”
Eysermans proest het uit van verrassing als we vragen of Vanneste daarmee officieel Amatorskilid is geworden. “Het is nog niet zo duidelijk hoe dat zal evolueren. Ze heeft momenteel in elk geval haar inbreng, maar we weten nog niet goed wat we gaan doen de komende maanden en wat haar rol daarin zal zijn. Je moet het zo zien: we spelen altijd eerst live, en nemen dan de plaat op. TBC is de neerslag van onze optredens vorig jaar. Als we deze zomer spelen zal dat eerder een mengeling van deze plaat en de volgende zijn. Die behoefte ontstond heel natuurlijk. We hadden nood aan een frisse kijk. We spelen deze set nu al zo lang dat er wel eens iets mag gaan bewegen. ’t Wordt nog meer elektronisch dan voorheen. Maar veel kan ik nog niet zeggen, want het is maar door die nummers vaak te spelen en te repeteren dat we een richting zullen vinden.”
Conclusie: rusteloosheid is het codewoord bij Amatorski? “Ja, niet blijven stilstaan”, beaamt Eysermans volmondig. “Dit najaar zullen we in de cultuurcentra toeren met een concept waarin we ook veel video’s gebruiken. Misschien komt daar wel weer een volgende stap uit.” Ros vult aan: “Alles rond de muziek, promotie en dergelijke, gaat zoveel trager dan waar we muzikaal mee bezig zijn. Dus het vraagt soms geduld. Maar in de herfst pakken we in elk geval uit met dat nieuw concept. We zullen werken met een aantal jonge filmmakers; een soort dialoog tussen muziek en beelden. Het idee is ontstaan omdat we van nogal wat regisseurs het aanbod kregen om een videoclip te maken. Die aantrekkingskracht is wederzijds, dus hebben we besloten er een heel programma van te maken. ’t is spannend; we weten nog niet wat er zal uitkomen.”
“Het klopt dat schouwburgen misschien meer ons ding zijn dan festivals, maar het komt toch goed uit dat we nu wat andere dingen willen doen. Dat zal sowieso misschien wat meer festivalproof zijn. Niet dat we anders willen gaan spelen omdat we op festivals staan, maar het past wel in het plaatje nu. We hebben er voor gekozen om niet overal te spelen deze zomer, maar er zitten wel een paar mooie tussen: Boomtown, een voorprogramma van CocoRosie,… Waar we ons het meest out of place gevoeld hebben tijdens een optreden? Misschien wel die Bob Dylantribute onlangs. Grapje hoor; het was gewoon vreemd omdat het er zo chaotisch aan toe ging. Maar plekken waar de mensen niet echt voor de muziek komen, zijn altijd moeilijk.”
Klanken
Zo even tussendoor: hoe heeft de groep het succes van “Come Home” ervaren? Als een zegen? Of ging het plots allemaal te snel? “Het ging wel hard, natuurlijk”, geeft Ros toe: “niemand had verwacht dat dat nummer zo breed zou scoren. Het heeft ons heel wat mogelijkheden gegeven, waardoor we de plaat met meer middelen hebben kunnen opnemen, en nu ook meer aandacht krijgen. Grote existentiële crisissen hebben we er niet aan overgehouden, maar overdonderend was het zeker. Die EP was wat à l’improviste uitgebracht, nu verloopt het gelukkig wat meer gestructureerd. We zijn beter voorbereid.” (lacht)
“Met de drukte van het voorbije jaar heb ik ook heel weinig geschreven”, geeft Eysermans toe: in 2010 vertrouwde ze geen noot aan band toe. “Het is iets beter nu”, vertelt ze. “Ik schrijf nu op een wat meer experimentele manier, wel. Ik ben nu meer met klanken dan popnummers bezig, maar het blijft frustrerend. Ik heb gewoon wat rust nodig; twee weken eenzame opsluiting. Maar dat is er nog niet van gekomen. Nu komt er altijd wel iets tussen, nu moet je hier zijn, dan moet je naar de VRT, … dat leidt je wel af.”
“Of ik een verhalenverteller ben, of eerder autobiografisch te werk ga? Dat varieert; een beetje van beiden, denk ik. Het wisselt van nummer tot nummer. Soms zet ik personages tegenover elkaar, soms zijn het losse flarden die dan betekenis krijgen, … Neen, ik ga niet op zoek naar het soort dagboeken of brieven waarop ik “Come Home” heb gebaseerd. Dat was een eenmalig iets: ik hoorde mijn moeder vertellen over mijn grootvader en grootmoeder in de oorlog, en dat greep me zo aan, dat ik gevraagd heb of ik die brieven eens mocht lezen. De mooiste dingen heb ik daaruit gehaald voor dat nummer.”
Afgerond hoofdstuk
Een punt van kritiek. TBC is als titel verschrikkelijk prozaïsch voor een band als Amatorski, vinden we. Was er geen vlag die de lading beter dekte? Eysermans lacht. “Dat was het!” Ros wil wel wat meer uitleg verschaffen: “Op een bepaald moment stonden die letters daar, en kregen die al maar meer betekenislagen. Dat klopte bij de plaat, en bij onze muziek, vonden we. Daar zijn we op verder gegaan. Daarom willen we ook niet vertellen wat het betekent, omdat het ook niet één ding betekent, maar net die veelheid. Al die opties en gissingen zijn even representatief voor de plaat of voor wat Amatorski inhoudt.”
En was het meteen duidelijk dat het een korte cd moest worden? “Daar waren we niet mee bezig. We zijn niet het soort band dat nummers gaat bijschrijven omdat de cd te kort is, of omdat de pers het meer als een full-cd zou percipiëren”, antwoordt Ros. “Voor ons klopte deze set nummers; dit was één geheel.”
“Dit is één afgerond hoofdstuk voor ons”, voegt Eysermans toe. “Dat “Anthem & Hop – è” als hidden track op staat, is omdat het er nergens tussen paste, en ook niet meteen na “The Cheapest Soundtrack” paste. Er moest wat ruimte tussen zitten.”
In mijn broek
Na een half uur moeizaam trekken en sleuren blijft nog maar één vraag over. Hoe heeft Eysermans, met al haar schuchterheid, het ooit in haar hoofd gehaald op een podium te willen staan? “Ik schuchter? Ik raak gewoon moeilijk uit mijn woorden vandaag”, komt het antwoord giechelend; “ik heb vanochtend maar weinig gezegd, en dan lukt het voor de rest van de dag niet meer. Dat maakt me onzeker. Maar waarom ik op een podium wilde staan? Daar rolde ik wat in. Nu lukt dat veel beter dan twee jaar geleden. Ik doe het eigenlijk erg graag. Ik babbel gewoon minder graag dan dat ik muziek speel. Plankenkoorts? Dat valt mee. Ik heb nooit in mijn broek gedaan of zo. Toen ik als kind een circus workshop volgde wel eens.” En ze schatert het uit. “Daar, heb je nog een primeur”, grijnst Ros.