
We hadden deze avond al geafficheerd als een van de toppers van Les
Nuits 2011, dus we wisten eigenlijk al dat het stevig ging
rulen, maar het blijft leuk om van het universum
bevestiging te krijgen. Het moet overigens zijn dat wij een
buitengewoon positief karma hebben want alles – van het publiek
over het weer tot de timetable toe – zat goed. Ook
meegenomen dat de shows zelf top waren.
Eerst moesten we wel nog door de zure appel die Esben and
the Witch heet heen. We weten het ondertussen wel: dikke
bassen zijn hip. Of dat nu wil zeggen dat wij ze daarom ook willen
horen in een opgeklopte barokgroep à la Florence + the Machine, dat
is iets anders. Engelse gotiek – denk: donkerrode romantiek op z’n
‘Wuthering Heights’ – in de mangel met zowel My Brightest Diamond
als Salem. Dát, op een flets lappendeken van postpunk- én
postrockgitaren. Die van Esben zouden héél graag uitgroeien tot de
nieuwe PJ Harvey, in één adem worden genoemd met de ‘Murder
Ballads’ van Nick Cave, of toch op zijn minst eens op het
hoofdpodium van Rock Werchter spelen. Hun debuut ‘Violet Cries’
werd echter (geheel terecht) op schouderophalen onthaald, en ons
oordeel blijft genadeloos: meer dan het kleine, brave zusje van
Zola Jesus zal Esben and the Witch nooit worden.
Tijd voor het echte werk dan: Twin Shadow. Ha, wat
valt er eigenlijk nog over Twin Shadow te zeggen? Dat debuut
‘Forget‘ nog
steeds dieper en dieper onder onze huid blijft kruipen, misschien.
Of dat zij na hun wervelende passage in de AB Club heden voor eens
en voor altijd bevestigen dat zij een Grote Livegroep zijn. Of nog:
dat het de beste beginnende groep van het moment is. U moest er
eigenlijk gewoon bij zijn: alle energie, romantiek, hartzeer,
euforie en extase die in zeemzoete zwachtels (bám! alliteratie!)
rond het debuut gewikkeld waren, worden live op gierende wijze uit
hun plooien geblazen, waardoor elke emotie, elk kippenvelmoment nog
eens tien keer wordt uitvergroot. Of dat nu was met de grootse
neerzettingen van de toppers ‘When We’re Dancing’ en ‘Castles in
the Snow’, of met een ons totaal onbekend nieuw nummer maakt ons
geeneens uit: als er op Pukkelpop één groep is die u gezien moet
hebben, laat het dan deze zijn.
Daarna was er nog Holy Ghost!, een charmant
groepje uit de DFA-stal van James Murphy waar wij nu eens niet zo
heel veel van verwacht hadden. Alleszins geen funky dansspektakel.
Een plezierige afterparty, dat dan weer wel. Maar wat de jonge New
Yorkers hier ten beste gaven, was van véél hoger niveau dan dat. De
jonkies zetten hun tanden ongegeneerd in grootse seventiesrock en
sappige eightiespop tegelijk. Denk aan The Fall, Kraftwerk,
italodisco en Giorgio Moroder, maar ook aan Hot Chip, New Order
en – spreekt voor zich – LCD Soundsystem
zelve. De set won steeds aan momentum en toen ze na een uur hun
biezen pakten, hadden wij ons niet één seconde verveeld. Hard,
opzwepend, subtiel, catchy, en strak mét ruimte voor de
onnozeliteiten die nu eenmaal eigen zijn aan jonge muzikanten: Holy
Ghost! was beter dan wat het moest zijn. Op plaat is het een fijne
groep, op podium een furieuze.
Niet dat wij afgelopen dagen veel zijn buitengekomen, maar wij
durven toch met enige zekerheid stellen dat dit dé avond van de
week was. Dank u, karma!