Exact tien zomers geleden liet Aaliyah het leven. Het zangeresje gold als boegbeeld van de lichtvoetige R&B-muziek die toen haar hoogtepunt bereikte. Een dubieuze eer, want het genre kende exponentieel meer tegen- dan voorstanders en werd verguisd om zijn commerciële karakter. Tien jaar later duiken plots elementen uit het uitgejouwde genre op in nieuwe producties, waardoor er alsnog een erkenning volgt.
Vlak na de eeuwwisseling kon je geen muziekzender aanzetten of je werd overladen met frivole R&B-hits die al even weinig om het lijf hadden als de speelse deernen die hun opwachting maakten in de bijbehorende videoclips. Muzikaal ging het om het verdunnen van het pure nu-soul geluid waarmee Lauryn Hill en Erykah Badu de jaren voordien furore hadden gemaakt. Kwalitatief hoogstaande releases zaten er niet tussen en de pers bestempelde de stroming dan ook als verwerpelijk, enkel het trio Missy Elliott – Timbaland – Aaliyah kon hier en daar op wat bijval rekenen. Pas toen Amy Winehouse — met in haar zog de Adeles en de Janelle Monáes van deze wereld — de fakkel overnam, nam de integriteit en de geloofwaardigheid opnieuw toe. De jolige R&B leek morsdood en voorgoed begraven.
Maar kijk, net wanneer dit verworpen genre helemaal vergeten was, halen verschillende artiesten het ineens aan als grote inspiratiebron. In de marge brouwen bands als oOoOO en ~?+?~ – ~?+?~ immers aan een nieuw geluid dat door hipsters als “witch house” omschreven wordt, en dat naast duistere synthesizerklanken en diepe bassen ook heel wat R&B-ingrediënten bevat. Tijdens zijn set in de AB liet oOoOO onlangs horen niet beschaamd te zijn om er hier en daar vlotjes een R&B-nummer tussen te mixen. Labelgenoot How To Dress Well komt er zelfs voor uit dat een van zijn favoriete albums een plaat van Nelly — “Hot In Herre”, iemand? — is. De tegenstelling met de originele R&B-beweging kan niet groter zijn. Terwijl die er op uit was zoveel mogelijk exposure te genereren, profileren dit soort bands zich als so underground. Hun groepsnamen bestaan vaak uit louter cryptische tekens, kruisjes en streepjes, naar eigen zeggen om moeilijk opspoorbaar te zijn via de zoekmachines op internet.
Geen randfenomeen
“Ach,” horen we u al denken, “een tendens waar slechts drie trendy snuiters en hun zes gram coke van wakker liggen”. Wel, think again, want dat deze herrijzenis geen randfenomeen is, bewijst de indiescene die een gelijkaardige evolutie doormaakt. Zo waagt een gerespecteerd artiest als Bonnie “Prince” Billy zich zowel op het podium als op plaat al eens aan een nummer van de illustere R. Kelly en ook bands als Cocorosie en JJ zijn helemaal in de ban van de verleidelijke R&B-klanken.
James Blake op zijn beurt bracht net de EP $ uit, een twelve inch met bewerkingen van onder meer Destiny’s Childs “Bills Bills Bills”. Al is het Aaliyah die het vaakst als inspiratie aangehaald wordt; zo steken de tieners van The xx hun liefde voor het overleden zangeresje niet onder stoelen of banken. Hun cover van Aaliyahs “Hot Like Fire” was dan ook het nummer waar het voor The xx allemaal mee begon. Hotflush, het postdubsteplabel bij uitstek, doopte zijn overzichtscompilatie dan weer Back And 4th, niet toevallig de titel van één van de bekendste nummers van de Amerikaanse.
Blijft de vraag waarom deze muziek die helemaal afgeschreven leek, net nu opgediend wordt als soupe du jour, weliswaar in een licht gewijzigde variant. Veel heeft allicht te maken met het feit dat een pak van die jonge producers opgroeiden met haast niks anders dan Timbaland- en The Neptunesproducties op de radio. Een ongeschreven regel wil nu eenmaal dat wat in de hitlijsten opduikt — hoe lauw het ook onthaald wordt — vaak niet veel later willens nillens als inspiratie geldt. Zo plukte Glen Matlock van de Sex Pistols in de jaren zeventig ook al gretig ABBA-baslijntjes. Leg “Pretty Vacant” van de Pistols maar eens naast ABBA’s “S.O.S.” en u hoort wat wij bedoelen.
Een andere verklaring kan zijn dat de groepen die de R&B-klanken integreren, zich willen afzetten tegen het separatisme van strenge, stugge, “authentieke” indiebands die zichzelf — en hun muziek — oh zo serieus nemen. Death Cab For Cutie en Pavement zijn wat ons betreft fantastische bands, maar inderdaad zo stug als een baal droog hooi. “Tien jaar geleden ging ik eigenlijk veel liever naar fuiven waar Artful Dodger gespeeld werd dan feestjes waar serieuze indie gedraaid werd”, verwoordt een nobele onbekende het op een Brits forum.
Of zat er onder het laagje R&B-glitter dan toch ergens kwalitatief hoogstaande muziek? Beth Ditto, die met haar band Gossip geregeld “Are You That Somebody” van Aaliyah covert, heeft het in een interview met Glumagazine zelf over een avant-gardekantje in Aaliyahs muziek. Mogelijk zal er dus gewoon even tijd moeten over gegaan zijn — tot R&B niet meer iedereens strot uitkwam — vooraleer we tot het besef komen dat ook dit genre, net zoals alle andere, zijn negatieve maar ook zijn positieve kanten had. Zelfs een gerenommeerde site als Pitchfork — die ook al in The Pitchfork 500 enkele R&B-hits opnam — betoont vandaag openlijk zijn voorliefde voor deze nieuwe stroom artiesten en hypet met The Weeknd zijn eigen nu-R&B-act.
Alle schroom ten aanzien van de verfoeilijke R&B lijkt na tien jaar dus weggevallen. Dat Aaliyah zou uitgroeien tot een cultfiguur — of om het met haar eigen woorden te zeggen, ze ooit “More Than A Woman” zou worden — had niemand een decennium geleden durven denken. Of dit een positieve, dan wel een negatieve zaak is, laten we in het midden. Wellicht is het een ultieme uiting van de huidige iTunesgeneratie as heard on Radio Soulwax.