Dat hij ook na zijn drugsexcessen bij Guns N’ Roses, die hem bijna zijn leven kostten, nuchter kon rock-‘n-rollen, bewees Duff McKagan met verve bij Velvet Revolver. Sinds die supergroep op apegapen ligt, probeert McKagan met zijn Loaded op het voorplan te treden.
Hoewel zelf een wandelende hardrocklegende, kon McKagan maar moeilijk uit de schaduw van een paranoïde egotripper (Axl Rose), een chronische junkie (Scott Weiland) en een virtuoze guitar hero (Slash) treden. Sinds de storm van Velvet Revolvers ‘gevaarlijke rock-‘n-roll’ voor goed gaan liggen is, spaart de parttime financieel adviseur kosten noch moeite om zich als frontman op de muzikale kaart te zetten. Loaded is een nieuw hoofdstuk voor de rockmiljonair, maar evenveel platen als Guns N’ Roses en Velvet Revolver verschepen, doet hij nog niet
De basgitaar hing McKagan aan de haak voor een hoofdrol als zanger-gitarist. Hij liet zich vergezellen door sologitarist Mike Squires, bassist Jeff Rouse en drummer Isaac Carpenter. Allen relatief onbekende muzikanten die hun sporen in het hardrock- en punkmilieu verdienden (dank u, internet). Geen knallende hardrock zoals bij Velvet Revolver, maar wel een poppy rammel punk-‘n-roll: bij Loaded staan catchy, riffgedreven songs over de emotionele dingen des levens centraal. Dat The Taking wederom draait rond relationele en persoonlijke beslommeringen, is echter allesbehalve opwindend.
Maar blijf gerust zitten (of ga meteen aan het headbangen), want “Lords Of Abaddon” is een beestige opener. Een logge gitaarriff, massieve drums en McKagans vocale uithalen (“We are the lords / We are the kings of agony!”) sleuren je het nummer in. De pompende bas- en gitaarlijnen lijken gestolen van Queens Of The Stone Age, maar het testosteronnummer is meteen het meest opwindende van de plaat. Nog zwaarder is het bluesy “Executioner’s Song”. De grooves en laaggestemde gitaren doen sterk denken aan Down, met wie de band in juni de hort op gaat. De vliegende start lijkt tevens de verdienste van de illustere nu-metal producer Terry Date (Pantera, Slipknot, Korn).
Een heuse stijlbreuk zit er echter niet in. Voor de rest sluit The Taking naadloos aan bij de vertrouwde punksound. McKagan klinkt bij momenten een tikkeltje agressiever in vergelijking met voorganger Sick. Het grootste pluspunt van het album is dan ook zijn sterke, gevarieerde stem, die Axl Roses gekrijs even doet vergeten. Vooral in “We Win” — toegegeven, het is een onweerstaanbare brok stadionpunk à la Green Day — krijgt zijn stem de bovenhand. Het nummer herbergt alle ingrediënten om een aanstekelijke guilty pleasure te worden: een übercatchy refrein, de nodige woohoohoo’s en opzwepende drums. Tot zover het uitdagende deel.
Op “We Win” na rockt Loaded zonder veel franjes. De meeste songs vliegen voorbij zonder veel indruk te maken. Vulnummers als “Easier Lying”, “She’s An Anchor” en “Wrecking Ball” doen heel gewoontjes aan en zullen ook nooit dikke radiohits worden. McKagans voortreffelijke vocale inspanningen ten spijt, noteerden we bij “Your Name” en “Follow Me To Hell” ‘slappe kak’ . De op Amerikaanse poppunk-leest geschoeide hardrock in “Dead Skin” en “Indian Summer” kan meer boeien, al blijft Loaded maar in herhaling vallen.
Tijdens de eerste luisterbeurt kunnen we tegen het einde nauwelijks een geeuw onderdrukken. Zelfs de agressieve, op hardrock geënte nummers (“King Of The World” en “Cocaine”) brengen geen zoden meer aan de dijk. Niet dat we van McKagan en co een duizelingwikkende genialiteit verwacht hadden, maar toch ontberen beide nummers een opzwepende riff en een killersolo. Akkoord, Mike Squires is Slash niet, maar het repetitieve riffwerk is duidelijk de Achillespees van de band.
Over de hele lijn blijft Loaded te zeer in de middenmoot hangen, maar het weze hen vergeven. Met The Taking lijkt de voormalige basgod een statement te willen maken na een glitter- en glamourcarrière bij rockmastodonten Guns N’ Roses en Velvet Revolver. Zeker drie nummers bewijzen dat McKagan ook zonder een portie coke of een fles wodka nog kan ass kicken. Duff, you still rock is waarschijnlijk het grootste complement dat je de frontman nog kan toeschreeuwen.