Ván records, 2011
Bertus
Necros Christos is een naam die onder fans van death- en
doommetal meer gefluisterd dan uitgesproken wordt. Een groep met
een zekere achting, ook al hebben ze voor ‘Doom of the Occult’ nog
maar één album uitgebracht. Naast die vorige LP, ‘Triune Impurity
Rites’, is er een oldschoolreeks van splits, demo’s en dergelijke
te vinden op de tweedehandsmarkt en de muziekblogs van het duistere
interweb. Het zal vooral die hang naar het obscure zijn die de
hartslag van de fans de hoogte injaagt. Muzikaal is Necros Christos
immers oké, maar niet bijzonder. De overdreven inspanningen tot het
scheppen van een gotisch sfeertje verhinderen ook dat het album een
coherent geheel wordt.
Nu we dat al van onze lever hebben, kunnen we ook eens dieper
ingaan op deze collectie songs, soundscapes en intermezzi. ‘Doom of
the Occult’ telt in totaal 23 tracks. Dit is echter geen
grindcorealbum en dus zijn dat geen 23 volwaardige nummers. Daarvan
tel ik er maar negen, de andere zijn korte sfeerstukjes grofweg
variërend tussen een halve en anderhalve minuut in lengte. Allemaal
kregen ze de titel ‘Gate’ of ‘Temple’ met een Romeins cijfer
erachter mee. Die eerste zijn stuk voor stuk kerkorgelriedeltjes,
soms maar een paar noten lang. ‘Temple’ intermezzi zijn wat langer,
rijker geïnstrumenteerd en meer Oosters getint.
Persoonlijk vind ik het volslagen, protserige onzin om voor
ieder nummer een ‘Gate’ of een ‘Temple’ of zelfs een van beide te
plaatsen. Zeker als ze zo gewoontjes klinken en de occulte sfeer
van het album mijns inziens eerder in het belachelijke trekken dan
die te versterken. 1349 deed ook zo iets op ‘Demonoir‘ met hun
‘Tunnel of Set’ ambient soundscapes. Dat album was echter op alle
fronten beter dan dit.
De negen metaltracks op dit album zijn goed volgens elke
maatstaf, maar niet zo bijzonder als we misschien zouden wensen op
basis van het aura van deze band. De eerste drie nummers ‘Baal of
Ekron’, ‘Hathor of Dendera’ en ‘Necromantique Nun’ (dat eigenlijk
al track 7 is!) worden voortgejaagd door old school
deathmetalriffs die de hellehonden aan het janken zouden krijgen.
De doodsgrom van de zanger is voorzien van de juiste hoeveelheid
echo en de korte tragere gedeeltes zijn lekker doomyen
sfeervol. ‘Necromantique Nun’ doet me bovendien denken aan ‘Morbid
Tales’ van Celtic Frost en dat is altijd goed.
Na nog een ‘Temple’ horen we ‘Invoked from Carrion Slumber’ dat
wat trager is en zo saai als een politiek debat tussen doofstommen.
Het lijkt wel alsof dezelfde riffs van de eerste nummers nog eens
herkauwd worden en de helft trager afgespeeld. De productie van het
album is kraakhelder en dat haalt de ziel en de angel uit de
langere en traagste doompassages. Die klinken immers niet als een
bedreiging van je fysieke en mentale integriteit, maar gewoon als
trage gitaren zonder meer.
Het langste nummer ‘Doom of Kali Ma – Pyramid of Shakti Love –
Flame of Master Shiva’ begint erg snel en als perfecte
headbangsoundtrack. Zodra het refrein aan de orde is wordt
het nummer overwegend traag en steekt hetzelfde euvel de kop op als
hierboven, maar erger omdat het langer duurt. Gelukkig is
‘Succumbed to Sarkum Phagum’ weer een snel nummer, maar ondertussen
is de formule echter zo voorspelbaar dat het niet veel effect meer
sorteert. En dat geldt eigenlijk ook voor de rest van het
album.
Ik had hier eerlijk gezegd wel naar uitgekeken, vooral omdat ik
wat meegegaan was in de hype. Ik was niet zo super onder de indruk
van hun vorige werk en ook nu is dat weer het geval. Goed, maar
uiteindelijk snel vergeten. Bovendien begin ik me stilaan af te
vragen of Necros Christos eigenlijk niet gewoon een grap is? Zeg nu
zelf, alles is over the top: de bandnaam, de simplistische
albumnaam, sommige songtitels en dan heb ik hun pseudoniemen nog
niet vermeld. Als je erover nadenkt zou het een geslaagde
Duitsersgrap zijn om zo’n aura van afstandelijke perfectie te
creëren rond hun groep dat niemand door heeft dat ze eigenlijk de
draak steken met wat ze op het eerste zicht zijn. Of mag ik die
hints niet als dusdanig interpreteren?