Een boodschap voor wie in James Blake het
wonderkind ziet dat met zijn ingetogen stem gevoelige snaren weet
te raken: think again. Niet om afbreuk te doen aan de
jongeman zijn talent, maar de muziekgeschiedenis bulkt van
voorbeelden die het minstens even goed hebben gedaan. Neem nu
Jay-Jay Johanson. Zijn composities moeten het niet hebben van
fizzling beats zoals bij (post-)dubstep, maar drijven
eerder op de zachte en doordringende ritmes van de triphop. Neem
daarbij nog een stem die zelfs de hardste bolster met een zachte
aai openbreekt en u heeft een combinatie om u tegen te
zeggen. Johanson is een bekende kop in thuisland Zweden, alleen
heeft hij die status nog niet verzilverd in het buitenland. Zonde,
want met een carrière die meer dan vijftien jaar omspant, zit
Johanson op een goudmijn voor selectieve snoepers.
‘Spellbound’ is het laatste werkstuk van Zwedens
schoonste, ondanks zijn immer melancholische aanzicht. Iets van die
treurnis heeft altijd zijn weg gevonden in zijn muziek. Voor het
nieuwe album heeft Johanson de triphop iets meer op de achtergrond
geduwd en ruimte gelaten voor een klassieke, doch persoonlijke
benadering. Zelfs bij een major als Universal is het
tekenend dat Johanson na zo veel jaren nog altijd volstrekt zijn
eigen ding doet.
Een goudmijn is het zeker. Dat bewijzen de eerste
twee nummers die zich spontaan nestelen in de categorie “het beste
van dit jaar”. Op ‘Driftwood’ opent Johanson met ijzige stem: “I
heard you knowing on my door” en wat volgt is een plotse oprisping
van klassieke instrumenten. De eerste indruk is bevreemdend, maar
geleidelijk kruipt de sfeer van het nummer en het album onder de
huid. Wat de luisteraar pas volledig van zijn sokken blaast is
‘Dilemma’. Diepe bastonen op de piano volgen elkaar op het ritme
van een kind dat voor het eerst stapt. Aan de compositie hangt geen
grammetje vet te veel. De tamboerijn is essentieel, de korte
uitbarstingen van blazers knetteren op het juiste moment en de stem
van Johanson plaatst zich in het centrum van de aandacht. Heerlijk
hoe zich daar plots het warme timbre van een vrouwenstem tussen
weeft of hoe een diepe backing vocal voor een grimmig
kantje zorgt. ‘Dilemma’ doet verstommen van schoonheid en in
tegenstelling tot de auteur hoeft u zelfs niet te kiezen en krijgt
u het allemaal cadeau.
‘Shadows’ duwt het album in een andere richting.
Zachte gitaarakkoorden weerklinken in duet met een elektronische
zweem op de achtergrond. Vaak spreekt men bij Scandinavische muziek
van een onbepaald je-ne-sais-quoi dat de composities
omspant. Bij Johanson is dat niet anders: het gevoel van mysterie
is de drijvende kracht achter dit betoverende album. De zachte
toetsen op de piano bewijzen hoe de Zweedse muzikant popmuziek kan
maken zonder echt aan de conventies toe te geven.
Johanson begrijpt de kracht achter een goede
popsong. Zijn composities hebben een schijnbare eenvoud, maar hij
weet op een of andere manier steeds zijn belevingswereld heruit te
vinden. Een bloedmooie kopstem in ‘On the Other Side’, een nummer
over afscheid en verdriet: “When we meet on the other side / Will
you recognise me there? / Can we take off from our last goodbye? /
Or back from start again?” De man heeft een patent op het ontroeren
van zijn luisteraars.
‘Suicide Is Painless’ is schatplichtig aan het werk
van Air en
Zero 7 maar
bewijst dat zelfs tien jaar na het momentum van de chill-out het
genre nog niet volledig is doodgebloed. Het beeld dat Johanson hier
schept is alleen wat somberder dan de fleurige melodieën en teksten
van zijn Franse en Britse collega’s. Het tweede deel van het album
brengt de reeds opgesomde ingrediënten terug. De constante
prikkeling van ‘Dilemma’ ontbreekt, maar Johanson blijft de
touwtjes strak in handen houden. Enkel ‘The Chain’ neigt iets te
vaak naar een wiegelied om echt onderhoudend te zijn.
‘Blind’ kan zich meten met de twee sterkhouders aan
het begin van ‘Spellbound’. Een heerlijke spanning ontplooit zich
tussen strijkers en gitaar. Het begin voelt onrustig, maar nadien
komt het nummer op zijn pootjes terecht. Mooi hoe Johanson met een
minimale melodie toch treffend kan toeslaan. De volumineuze
muzikale bezetting, die weliswaar subtiel wordt aangebracht, zit
daar ongetwijfeld voor iets tussen.
‘Spellbound’ brengt betovering aan diegenen die er
voor open staan. De melancholische belevingswereld van Johanson
versmelt zich subliem met een zorgvuldig uitgekozen
instrumentarium. De teksten zijn sober, maar blijven op een
onverklaarbare wijze toch hangen. Net als het overige werk van
Jay-Jay Johanson is dit een must om te ontdekken.