Zeggen dat regisseur Neil Burger terug is van weggeweest, zou
overdreven zijn. In feite probeert hij met zijn jongste worp,
‘Limitless’, gewoon voor de zoveelste keer door te breken. Zijn
eerste serieuze poging kwam er vijf jaar geleden, toen hij ‘The
Illusionist’ regisseerde, een romantisch drama met Edward Norton,
dat destijds ondergesneeuwd werd door de hype rond ‘The Prestige’ –
beide films gingen over goochelaars, en verder kijken dan die
oppervlakkige gelijkenissen lukte op dat moment blijkbaar niet. In
2008 volgde ‘The Lucky Ones’… Iemand? Iemand achteraan in de zaal
misschien? Nee, dacht ik al, ik heb ‘m ook nooit gezien. En nu is
er dus ‘Limitless’, Burgers eerste film die hij niét zelf heeft
geschreven en vooralsnog ook zijn grootste commerciële succes. Met
een beetje geluk is de brave man z’n carrière nu dus definitief
vertrokken, hoewel ik vooral hoop dat ‘Limitless’ hem de kans zal
geven om opnieuw films in de stijl van ‘The Illusionist’ te maken.
Niet dat ‘Limitless’ een slechte prent is, maar het is wel een
onpersoonlijke, gimmicky thriller, die amusant is zo lang
hij duurt, maar daarna al snel weer vergeten is.
Bradley Cooper, de gladjakker uit ‘The Hangover’ en ‘The
A-Team’, speelt Eddie Mora, een would be romanschrijver
met een serieuze writer’s block. Hij woont in een
varkensstal, is continu blut en ook zijn liefje Lindy (Abbie
Cornish) laat hem zitten. Dat alles verandert wanneer Eddie zijn
ex-schoonbroer tegen het lijf loopt, een louche figuur die beweert
te werken voor een farmaceutisch bedrijf. Via hem komt Eddie aan
een designer drug met de naam NZT, die hem ongekende
mentale capaciteiten geeft. In plaats van, zoals iedereen, slechts
10% van zijn brein te gebruiken, heeft hij nu plots toegang tot het
volle pond en de mogelijkheden zijn dan ook eindeloos. Eddie zou
zijn verhoogde intellect kunnen gebruiken om kanker te genezen, de
opwarming van de aarde tegen te houden of een Belgische regering te
vormen, maar wat doet hij? Geld als slijk binnenhalen en de ene
griet na de andere bespringen, tiens. Op vier dagen tijd
werkt hij zijn roman af, hij leert vloeiend Frans, Italiaans en
Chinees en tussen de bedrijven door wordt hij een financiële
wizard die miljoenen verdient op de beurs. Maar u mag drie
keer raden wat er op zijn hoogmoed volgt.
Tijdens het eerste uur is ‘Limitless’ een erg vermakelijk, vlot
in elkaar gestoken fantasietje, dat het vooral moet hebben van een
intrigerende premisse, een indrukwekkende visuele stijl en een
sterke centrale rol van Bradley Cooper. Cooper (en bij uitbreiding
regisseur Burger en scenarist Leslie Dixon), maken een interessante
keuze door Eddie niet bijster sympathiek te maken. Hij begint de
film als een loser die je een schop onder z’n kont wil
geven, en evolueert onder de invloed van NZT tot een narcistische
yuppie die zijn ongelimiteerde mentale capaciteiten gewoon gebruikt
voor zijn eigen gewin. Dat we het personage toch blijven volgen in
zijn beslissingen heeft te maken met de olieachtige charme die
Cooper naar de rol brengt – hij speelt Eddie een beetje als een
sjacherende autohandelaar van wie je wéét dat hij je een kloot aan
het afdraaien is, maar waar je je toch door laat inpakken. Dat is
minder voorspelbaar en eindeloos veel interessanter dan gewoon van
Eddie een sympathieke pee te maken die gecorrumpeerd wordt door een
drug.
Visueel houdt Burger de boel interessant door zijn kleuren te
manipuleren telkens Eddie NZT neemt – het grauwe kleurenpalet wordt
plots een pak levendiger. Een paar keer krijgen we zelfs een
limitless zoom, zoals de filmmakers het noemen: een shot
waarin de camera razend snel in rechte lijn door de straten van New
York lijkt te zweven. Die momenten zijn knap in elkaar gestoken op
technisch gebied, maar dragen vooral ook bij aan de energie van de
film. NZT is in essentie een extremere versie van cocaïne, en de
flitsende cameravoering draagt bij aan die coked up
feeling.
In plaats van echt interessante vragen te stellen bij de
premisse, vervallen de makers in de tweede helft van hun verhaal
echter in een nogal voor de hand liggende thrillerformule. Er duikt
een gangster op die ook wel de voordelen van NZT inziet, en Eddie
raakt betrokken bij schaduwachtige financiële deals met zakenman
Carl Van Loon (Robert De Niro, die bedroevend weinig te doen
krijgt, maar tenminste niet in een sucky komedie zit). Dat
alles is nog steeds onderhoudend (de confrontatie tussen Eddie en
de maffiosi in zijn appartement is behoorlijk spannend), maar het
is ook clichématig en het gaat de reële vragen die het script
oproept uit de weg. Burger had vragen kunnen stellen over de
gevolgen die het heeft om onbegrensde mogelijkheden te hebben in
een begrensde wereld – hoe lang duurt het voordat je gefrustreerd
raakt met andere mensen? Voordat – om het heel pretentieus te
zeggen – de plotse ondraaglijke lichtheid van het bestaan wel érg
ondraaglijk begint te worden? Maar die richting gaat Burger niet
uit, omdat hij plaats wil maken voor efficiënte, maar ook
oppervlakkige thrills. ‘Limitless’ had een film met inhoud
kunnen zijn. In de praktijk is het vooral een film met tempo. Puur
op narratief vlak maakt de prent overigens uitgebreid gebruik van
een voice over om de gaten in het verhaal op te vullen.
Voice over kàn werken, als het meer is dan alleen maar een
lapmiddel, maar hier wordt het vooral aangewend om toch maar zo
snel mogelijk zo veel mogelijk informatie met de paplepel aan het
publiek te voederen.
En op die manier eindig je met een film die – u zat er al op te
wachten – hooguit tien procent van zijn capaciteiten benut.
‘Limitless’ is aardig Hollywoodamusement, dat meer had kunnen zijn
dan enkel dat. Ergens is dat natuurlijk jammer, maar het
eindresultaat blijft een genietbare film.