Wat is dat toch met Greg Dulli en Brussel? Of de Duivel is er mee gemoeid, of het is een flinke allergie, maar voor de tweede keer moet de frontman van Twilight Singers er een optreden ziek afwerken. In tegenstelling tot twee jaar geleden toen de man met Gutter Twins een schim van zichzelf was, slaagde hij er woensdagavond echter wel in een degelijk concert neer te zetten.
We hadden nochtans een Twilight Singers op routine verwacht. Nieuw album Dynamite Steps doet immers niet veel meer dan herhalen waar de groep goed in is: een gedreven brok blues, soul en grunge brengen. Wat ze iets te weinig doen op dat nieuwe album: dat middels écht memorabele songs doen, met vuur. En toch maakt Dulli, ziek of niet, er meer van.
Ook onder de koorts kan hij “I Get Lucky” van meer passie voorzien dan we verwacht hadden. Gezeten achter de piano is het een zeldzaam mooi moment in zijn oeuvre, dat het vooral van half naast de toon scheuren moet hebben. Zoals in “Fat City”, dat voortdurend schippert tussen rustige strofes en explosief refrein, of “Teenage Wristband”, dat wordt aangekondigd met een lakoniek “om mee te zingen”.
Maar die nieuwe plaat dus: daar worden enkel de lekkerste brokken van gekozen, en dat is een wijze keuze. In “She Was Stolen” bewijst de nieuw aangeworven violist dat hij zijn loon waard is — dat doet hij overigens in elk nummer waaraan hij meewerkt — en galmt Dulli lekker “In the embers, I’ll die slowly”. Maar het is een broeierig “Never Seen No Devil” — hoeveel meer kan een titel naar de blues verwijzen? — dat de kroon op het werk, en deze set zet. “Don’t forget the alcohol”, croont de zanger, maar je weet dat hij die zonde, net als de neuspoeders, heeft afgezworen. Het is intens, eindelijk een moment dat er uit de zieke frontman iets van echte begeestering spreekt.
Daartussen krijgen we een mooie dwarsdoorsnede van de laatste vier Twilight Singers-platen (Elders komt ook debuut Twilight As Played By aan bod, maar die plaat haalde de ingekorte set niet). We horen Martina Topley-Birds “Too Tough To Die” in een stevige versie, waar Dulli zijn schuurpapieren stembanden nog eens alle ruimte kan geven. Poppyer wordt het met het vol Beatlescitaten gestopte “Forty Dollars”; een meezingertje. En nog pakkend; “Don’t Call”, een bonustrack bij Dynamite Steps; bol van drama, met een Dulli die er geen doekjes om windt: “You’re gone, babe, and that’s a good thing”.
Geen drama, dus, dit wat gebalde optreden van Twilight Singers. Zelfs ziek bleek Dulli nog in staat een puike Dulli neer te zetten. Het scheelde wat aan bevlogenheid, maar zo zonder drank of drugs (hell, zelfs geen whisky en sigaretten, of zagen we dat verkeerd?), won het aan degelijkheid. Dat is goed voor een 7 op 10 in ons opschrijfboekje, en dat is heilig. Wat ons betreft mag Twilight Singers dus gerust toegevoegd aan de affiche van Pukkelpop.