Seefeel, M83, Trespassers William, The Raveonettes, Dum Dum
Girls, The Pains of Being Pure At Heart, The Big Pink, A Place To
Bury Strangers, Asobi Seksu, Wild Nothing, Tamaryn, Deerhunter…
Er komt werkelijk geen eind aan de hedendaagse groepen die in meer
of mindere mate schatplichtig zijn aan shoegaze. Het genre is al
enkele jaren terug van nooit echt weggeweest en verre van vergeten
of obscuur. Wie herinnert zich namelijk niet de scène uit ‘Lost In Translation‘
waarin Scarlett Johansson door de straten van Tokyo dwaalt op de
tonen van ‘Just Like Honey’ (door The Jesus and Mary Chain), of de
soms onwereldse sfeer uit ‘Mysterious Skin’ waarin Slowdive tijdens
enkele sleutelscènes op de achtergrond weerklinkt?
Laat ons echter beginnen met de feiten. The Scene that
Celebrates Itself, zoals ze ook wel eens omschreven werden,
concentreerde zich ruwweg gesteld aan de overkant van het kanaal
tussen eind jaren tachtig en begin jaren negentig. Ze waren met
velen, zoals Ride, Lush, Mazzy Star, Chapterhouse. De naam shoegaze
kregen ze opgeplakt omdat de muzikanten tijdens hun optredens bij
voorkeur naar hun FX-pedalen tuurden in plaats van naar het
publiek. Dat versterkte ook ongewild het asociale imago van de
groepen en het genre. Het was helemaal niet de bedoeling cool of
rock ’n roll te zijn, het ging eerder om het overdonderende volume,
het licht melancholisch gevoel en de muziekervaring op zich.
De vaste bestanddelen van hun muziek bestonden uit dreunende
gitaarrifs, een wall of sound om u tegen te zeggen,
dromerige stemmen die naar de achtergrond verdwijnen en
trommelvliezen die na een luisterbeurt nog enkele uren heerlijk
nasuizen. Artiesten wiens stijl neigt naar het dromerige – of het
nu de zachte poppy variant of de loeiharde noiseversie is – zijn in
zekere mate schatplichtig aan de volgende bands.
The Jesus and Mary Chain
Wie shoegaze zegt, denkt in de eerste plaats aan The Jesus and
Mary Chain, die met hun legendarische debuut ‘Psychocandy’ in 1985
mee aan de wieg stonden van het genre. Alle ingrediënten zijn
aanwezig: experimentele geluidseffecten (vaak lijkt het alsof een
song is opgenomen met een ijzerzaag), rammelende gitaren, veraf
klinkende doch scherpe drums, een sterk gevoel voor melodie en een
handjevol noise als ultieme smaakmaker. Het is steeds moeilijk te
schrijven over muziek die men niet bewust heeft meegemaakt, maar
wanneer wij in 2011 naar ‘Psychocandy’ luisteren, klinkt het fris,
alsof de plaat evengoed morgen tussen de new releases zou kunnen
liggen. De vervormde, bijna vibrerende gitaargeluiden vormen nog
steeds de inspiratie voor recentere groepen als The Raveonettes, A
Place To Bury Strangers en The Magnetic Fields.
De titel van hun odealbum ‘Distortion’ van laatstgenoemden spreekt
voor zich.
De kern van The Jesus and Mary Chain werd gevormd door het
Schotse broederpaar Jim en William Reid die ontevreden waren met de
toenmalige muziekscène. Ze stoorden zich vooral aan het grote
aantal artiesten dat zich op het podium gedroeg als een stel
dronken beesten om toch maar energiek over te komen. Nitsuh Abebe
verklaarde dat een deel van het succes van The Jesus and Mary Chain
te wijten was aan hun quasi onverschillige houding op het podium.
Het moet een verademing geweest zijn voor het toenmalige
concertpubliek om groepen te aanschouwen die hen niet stroop om de
baard liep te smeren of die -erger nog- als volleerde lullo’s
wijdbeens op hun gitaar stonden te molenwieken.
Abebe noemt dit de rock ’n roll “cool” mythe: een
attitude waarbij rockgroepen niet echt om iets te lijken te geven
en al zeker niet om hun eigen publiek. Zo krijgen wij de kans om
ons te wentelen in de eigen gefrustreerde, depressieve gevoelens en
er eens goed van te genieten, want te midden van al die kommer en
kwel botsen we nog steeds op vertederende popmelodieën van The
Jesus and Mary Chain. Het is de ultieme genotzuchtige
zelfkwelling.
De ideeën en geluidsexperimenten die op ‘Psychocandy’ te horen
zijn, vind je eveneens in de filosofie van zowat alle
shoegazegroepen. Als er al zoiets bestaat als een essentieel
shoegaze album, dan is dat zonder twijfel ‘Psychocandy’, met
instant klassiekers als ‘Just Like Honey’, ‘Taste Like Cindy’ en
‘Some Candy Talking’. Als het nog niet gebeurd is, druk dit album
dan zo snel mogelijk aan de borst.
My Bloody Valentine
Een gelijkaardig verlangen om een experimenteel geluid te maken
zonder te moeten buigen voor de eisen van de commerciële muziek
vinden we terug bij My Bloody Valentine. Samen met The Jesus and
Mary Chain vormen zij de oergroepen, het moederschip of kortom de
kern van de shoegazebeweging. Ook zij experimenteerden met de
mogelijkheden van geluid, waardoor alles zeer vreemd of vervormd
begon te klinken, alsof je onder water naar een track luistert of
via apparatuur die zijn beste tijd heeft gehad. Overal ter lande
kwamen bezorgde vaders tienerkamers binnengevallen om dan te
ontdekken dat het “de muziek zelf” was en geen kortsluiting van de
stereo.
De bandleden, allen afkomstig uit Ierland, hadden er heel wat
gesukkel met wisselende groepsleden en zwerftochten in Nederland,
Berlijn en ten slotte Engeland opzitten voordat het tij
uiteindelijk keerde in het midden van de jaren tachtig. Na enkele
ep’s waar geen hond naar luisterde, vervoegde Bilinda Butcher de
groep en vulde zij hun geluid aan met haar typerende, dromerige
zangpartijen.
De plaat die hen definitief op de kaart zette in 1991 heette
‘Loveless’, door velen beschouwd als een van de beste albums van de
jaren negentig. Twee jaar hebben de groepsleden gezwoegd om
uiteindelijk naar buiten te komen met dit meesterwerk, waarop ze
afwisselend lethargisch en oorverdovend aandoen, maar altijd
bezwerend klinken. Geen enkel nummer is bladvulling, geen enkele
klank is te veel: van het slaperige ‘Sometimes’ over het ruisende
‘Loomer’ tot ‘I Only Said’, een nummer waarop je het niet kan laten
mee te neuriën met de huilende gitaar. Allemaal zijn ze steengoed,
of je ze nu beluistert in de privacy van je slaapkamer of live
meemaakt tot je trommelvliezen dreunen. Het is net dat krachtige
volume dat de roes tijdens optredens zo sterk maakt.
“We zorgden er altijd voor dat de gitaren pijn deden aan de
oren. Dat was belangrijk voor ons, net omdat het zo pervers was. We
zagen er stom uit en we speelden muziek alsof het leuke deuntjes
waren, maar we bezorgden mensen echt gehoorschade”. Ook nu nog zijn
ze trouw aan dat principe van pijn. Getuige zijn de vele mensen die
twee jaar geleden met de vingers in de oren de Pukkelpop Marquee
uit vluchtten toen de coda van ‘You Made Me Realise’ door de
luidsprekers schalde. Ter verduidelijking: live bestond die uit 15
minuten oorverdovende witte ruis die niet voor niets de ‘Holocaust
Sectie’ wordt genoemd. Wie op voorhand toekeek hoe het podium werd
volgestouwd met versterkers had al kunnen weten dat de tent zou
daveren op haar grondvesten. U bent gewaarschuwd, van geluidsnormen
moeten deze rakkers nog steeds niets weten.
Slowdive
Aan de minder lawaaiige kant van shoegaze staat een band die
minstens even goed en even veel betekende voor de scene: Slowdive.
De kern van de vijfkoppige groep bestond uit Rachel Goswell en Neil
Halstead die tijdens de middelbare school het groepje The Pumpkin
Fairies oprichtten. Hoe vreemd zou de muziekgeschiedenis er hebben
uitgezien als het woord slowdive niet verschenen was in
een droom van de latere bassist Nick Chaplin? Voor dat creatief
toeval is de wereld hem nog steeds dankbaar.
Technisch gezien kan men zich afvragen of Slowdive wel in het
juiste genre onverdeeld is, maar het muzikaal mierenneuken laat ik
graag aan anderen over. Hun muziek laat zich nog het best
omschrijven als wazig. Beeld je in dat je op bed ligt, op het
gelukzalige moment waarop je jezelf voelt wegdrijven, maar nog net
niet helemaal van de wereld bent. Die staat tussen droom en
bewustzijn, waarin alles net iets trager en intenser aanvoelt, dàt
is het gevoel dat Slowdive oproept.
Natuurlijk ontploft een nummer hier en daar, galmend als een
misthoorn met behulp van echoënde gitaren, maar dat neemt niet weg
dat hun typische geluid sensueel, elegant, warm en dromerig is. Het
album ‘Souvlaki’, uit 1993 alweer, wordt algemeen erkend als hun
beste werk. Sommige nummers, zoals ‘Allison’, klinken als perfect
gemaakte dreampop zoals u ze in het huidige muziekspectrum niet
meer tegenkomt. In een song als ‘Souvlaki Space Station’ verdwijnt
het stemgeluid dan weer naar de achtergrond waar deze opdoemt als
etherische, spookachtige gezangen. Shoegaze zou nooit meer zo
kwetsbaar en teder als toen klinken.
Tijdens het tweede deel van de jaren negentig werd het
onaangenaam stil rond de muzikanten die grossierden in een mix van
hartverscheurende pokkeherrie en mooie droomliedjes. De meesten
zongen het niet langer uit dan een jaar of vijf voor ze ten onder
gingen aan interne meningsverschillen, of andere groepjes gingen
oprichten die nooit zo succesvol zouden worden. Bovendien waaiden
begin jaren negentig de onfris geurende grungerockers de oceaan
over om een paar ongemeen harde klappen uit te delen aan de toen al
wegebbende populariteit van Beautiful Noise. Dat het genre verre
van dood is, bewijzen echter de vele nazaten in het voorbije
decennium waarnaar gemakshalve wel eens verwezen wordt als newgaze,
nu-gaze of in het ergste geval…shitgaze.
Zouden we zonder de erfenis van shoegaze kunnen genieten van de
hedendaagse dreampop met hun misleidend lieflijke gezangen? De
invloed gaat verder dan je op het eerste zicht zou denken en levert
ook vaak goede muziek op zonder te klinken als nostalgische ruis of
gedateerde melancholie. Zelfs bij muzikanten die declameren
helemaal niet van shoegaze te houden (vb. Vivian Girls), vind je
restanten van het genre in het lo-fi gekletter van de gitaren. Wie
zo ver wil gaan, hoort zelfs in bepaalde experimentele
postrockbands zoals Fuck Buttons,
Mogwai of
65daysofstatic de
invloed van shoegaze in de wall of sound, de typische
explosieve finale, die de luisteraar overrompelt, brainwasht en
half verdoofd achterlaat. Een van de opvallendste bende newgazers
komt echter van de Amerikaanse Oostkust.
A Place to Bury Strangers
A Place to Bury Strangers worden door fans en critici- niet
geheel onterecht – omschreven als “the loudest band in New York”.
Met hun combinatie van furieuze noise en een verrassend gevoel voor
melodie vormen ze een van de duidelijkste flashbacks naar My Bloody
Valentine die de laatste jaren de podia heeft betreden. Hun debuut
uit 2007, het gelijknamige ‘A Place To Bury Strangers’, blies de
luisteraar omver met georkestreerde chaos en noise die bijwijlen
helemaal losslaat, terwijl ze live een wenkbrauwverschroeiend
volume op het publiek loslaten. Jazeker, het luide volume speelt
opnieuw een grote rol. Maar er is meer. Achter het lawaai gaan
simpelweg goede popsongs schuil, zoals in ‘Don’t Think Lover’ en
‘To Fix The Gash In Your Head’. Of anders word je wel meegevoerd op
een hypnotiserende geluidsgolf als in ‘The Falling Sun’. De
reacties lopen uiteen van “zieke gitaarsadisten” tot “opwindende
pokkeherrie”. Ze zijn zeker niet de eerste groep van het voorbije
decennium die uit dit vaatje tapt, maar feit is dat ze niemand koud
laten. Een mooiere hommage kan je haast niet bedenken.
Zoals in de jaren ’80 zal het wel nooit meer worden en dat hoeft
ook niet. Vandaag de dag is het best oké om beleefd je publiek te
groeten en je hoeft geen wereldvreemde mensenhater te zijn om
populair te worden in het genre. Afwachten maar wat de volgende
tien jaar brengt voor de heropleving van shoegaze. Wij kunnen al
bijna niet meer wachten, al was het maar om te ontdekken hoeveel
synoniemen recensenten kunnen bedenken voor ‘dromerige
noise’.
http://www.myspace.com/thejesusampmarychain
http://www.myspace.com/mybloodyvalentine