Een alle heupen in een wilde orkaan meesleurend popfestijn, ja, dat
hadden we wel verwacht van de Zweedse diva. Maar dat Robyn in de AB
zo’n daverende elektroparty uit haar zwoel kronkelende lijf zou
schudden, daar hadden we op voorhand alleen maar op kunnen hopen.
Bijna kosmische interludes knoopten de elkaar in ijltempo
opvolgende hits aaneen terwijl Robyn zelf als iets dat het midden
hield tussen een kaduke cyborg en een wulpse hellcat over
het podium slingerde. En het interieur van de terecht
dolenthousiaste AB, dat veranderde abrupt in de planeet ‘Body Talk‘: een
verderfelijk oord waar kristalheldere elektronica, snoeiharde drums
en stuiterende vocals zelfs de meest koppige
geitenwollensokkenfolkie aan het shaken zetten.
Zelfs de ongelovigen voor wie de venijnige robotpop van ons aller
Robin Miriam Carlsson een brug te ver was (te radiovriendelijk,
niet duister genoeg, you know), moesten toegeven dat de
wittekop verdorie wéét waarmee ze bezig is. Ze bespeelt de zaal als
geen ander, zingt tussen haar capriolen door opvallend zuiver en is
perfect ingespeeld op haar begeleidingsmuzikanten. Dat heel wat
backing vocals vooraf opgenomen waren, deed weinig afbreuk
aan de show. Waar Robyn even haar mond hield, viel dan weer op hoe
knap de muziek op zich in elkaar zit. Als Robyn het
antwoord is van de weldenkende muziekliefhebber op de Lady Gaga’s
van deze wereld, dan is zij ongetwijfeld enkele decennia
teruggevlogen in de tijd, Terminator-style: een
fembot die sowieso met enkele jaren voorsprong uit de
startblokken schiet.
Je merkt dan ook voortdurend dat Robyn geen debutante is, dat ze
jaren heeft moeten zwoegen om te staan waar zij nu staat. Je kan
haar liveprestatie moeilijk vergelijken met die van pakweg The
National – niet alles gebeurt nu eenmaal écht live – maar so be
it. Wél werd nog maar eens duidelijk dat Robyn niet
verantwoordelijk is voor luchtgebakken prefabdrab, maar wel voor
ontiegelijk plakkerige, briljant in elkaar gestoken, van het leven
gonzende elektropop. En wat zij doet, doet niemand beter.
Konichiwa, bitches.
