Wat hebben een goed televisieprogramma op zondagavond, de
naaktscènes van Marie Vinck in ‘De Rodenburgs’ en twee sympathieke
jonge groepjes indierockers ook weer met elkaar gemeen? Simpel:
naast het feit dat ze alledrie omgeven worden door een hoop
rotzooi, zijn ze toch telkens weer immens plezierig om te
ontdekken. Cloud Nothings en Yuck blijkt een straffe combo met meer
rock-‘n-rollgehalte in hun kleine teen dan de White Lies en
Kings of
Leons van deze wereld in hun hele lijf. De Rotonde werd
eventjes de ideale locatie om de nineties van Dinosaur Jr., Teenage
Fanclub en Jawbox te doen herleven.
Eerst was het de beurt aan Cloud Nothings, die net
alleraardigst debuteerden met een zelfgetitelde plaat vol beduusd
rammelende lo-fi rockers. Live stapten ze met hun
springerige punk-met-een-knipoog in de voetsporen van de beklaagde
Jay Reatard en stampten ze zich onder leiding van zanger Dylan
Baldi naïef enthousiast door hun overtuigende setlist. Wat Cloud
Nothings op het publiek afschoot was niet van zo’n niveau dat wij
ze meteen willen bombarderen tot de nieuwe Pavement, maar hun van
hooks vergeven noisepop bengelde wel netjes in de
schemerzone tussen Buzzcocks en Wavves: voorwaar een
plek waar het aangenaam toeven is.
Yuck mocht de buzz die er op het internet
al geruime tijd rond hen hing (ze waren zelfs een van de ‘Sounds of
2011’ bij de BBC) vervolgens komen waarmaken, en zorgde zowaar voor
een opvallend genuanceerde show die het midden hield tussen
emotioneel hondseerlijke pop en striemende flarden Sonic
Youth-kabaal. Eenvoudige gevoelens worden in een catchy
jasje gepropt en toch lijkt de muziek meer lagen te bevatten dan
dat; een soort verborgen emotionaliteit zoals we die eerder al
tegenkwamen op het debuut van Girls. Mierzoete
oprechtheid en instrumentale tussenstukken zoals ook Yo La Tengo
die al eens serveren (luid, lang) wisselen elkaar af. Het optreden
is daarom niet perfect (soms dreigde de verveling heel eventjes toe
te slaan), maar Yuck liet wel duidelijk zien dat zij niet misstaan
in het kamp van Best Coast, Real Estate en Surfer
Blood: dat van de kwaliteitsvolle, door melancholische zonnegloed
beschenen gitaarpop.
Nog één vergelijking? Weezer anno den blauwe en
‘Pinkerton’ tussen de lakens met ‘Everything In Between’ van No
Age, maar dan liever, mooier, zachter. Nog niet van dat niveau,
misschien, maar de zaadjes voor een boeiende toekomst liggen nu al
te pronken naast twee liefst zo snel mogelijk te checken
debuutalbums. Sweet!