Als er vorig jaar iets was waar we ons over verheugden, dan was
het wel de (schijnbare) stille dood van de o zo hippe, o zo
zelfbewuste postmoderne knipoog-animatiefilm. Natuurlijk stond
‘Shrek 4’ nog op het programma, dat wisten we op voorhand, maar die
werd uitgespuwd door de critici en over het algemeen
schouderophalend ontvangen door het publiek – de grote hype die
zelfs deel drie nog meekreeg, bleef volledig uit. Aan de andere
kant hadden we ‘Toy Story 3’, ‘How to Train Your Dragon’, ‘Tangled’
en ‘Despicable Me’, allemaal films die in verschillende mate
geslaagd waren, maar sowieso ook allemaal films die op z’n minst
probeerden om een origineel verhaal te vertellen, dat niet
afhankelijk was van krampachtige verwijzingen naar de popcultuur.
Verhalen die de ironie voorbij waren en ons niet zo nodig continu
probeerden omver te blazen met hun eigen slimmigheid. Maar het was
natuurlijk te denken dat geen enkele trend zomaar van het ene
moment op het andere volledig uitsterft. Zeker geen trend die al
tien jaar meegaat. En dus komt er ‘Gnomeo and Juliet’, een
vermoeiende, irrelevante uitloper van de vroegtijdig dood
verklaarde ‘Shrek’- en ‘Shark Tale’-traditie, wellicht niet
toevallig geregisseerd door Kelly Asbury, de maker van ‘Shrek
2’.
Het verhaal is – en we zouden geld betalen om te weten welke
gedementeerde studiohoofden ooit gedacht hebben dat dit een goed
idee zou zijn – een bewerking van ‘Romeo and Juliet’, maar dan met
tuinkabouters. Twee bekvechtende buren in Stratford-Upon-Avon
(geboorteplaats van Shakespeare, jaja) hebben elk hun voortuin
volgeplant met de smakeloze plaasteren beeldjes. De inwoner van
nummer 2B heeft ze allemaal in het blauw, die van
2B-met-een-streep-erdoor (not to be, snapt u ‘m?) verkiest
rood. Wanneer de mensen hun rug gekeerd hebben, komen de
tuinkabouters tot leven om de vete tussen hun eigenaars voort te
zetten. Tot Gnomeo (stem van James McAvoy), één van de blauwen,
verliefd wordt op Juliet (Emily Blunt), één van de roden. Van daar
uit wordt de structuur van ‘Romeo and Juliet’ ruwweg gevolgd,
inclusief varianten op de balkonscène en de “curse on both your
houses”-scène met Tybalt (Jason Statham). Uitzondering wordt
gemaakt voor het einde, dat net iets meer upbeat is dan
dat van het origineel (en dat er nu niemand komt klagen dat dit een
spoiler is – wat had u dan gedacht?).
Ach, wat zijn de makers van ‘Gnomeo and Juliet’ onder de indruk
van hun eigen intelligentie, dat is niet te doen. De film zit
afgeladen vol met zelfgenoegzame – en meestal niet bijster geestige
– referenties naar Shakespeare, citaten uit andere films en (om de
mix compleet te maken) liedjes van Elton John. Eerst de
Shakespeare: wat dacht u van regeltjes tekst als “what’s in a
gnome?” Of een verhuisfirma die “Rosencrantz and Guildenstern”
heet? (Oké, rustig ademhalen, u komt nog wel bij van het lachen.)
De meest subtiele is waarschijnlijk de moeder van Gnomeo (Maggie
Smith) die uitroept: “Unleash the dogs of war!” – ik heb
‘m ook moeten opzoeken, maar hij komt uit ‘Julius Caesar’ en is er
blijkbaar écht alleen maar tussen gesmeten omdat de negen
schrijvers wilden bewijzen dat ze ook nog iets anders kenden van
Shakespeare dan alleen maar ‘Romeo and Juliet’ en ‘Hamlet’.
Hilariteit alom dus, zeker wanneer er ook nog eens, schijnbaar
totaal willekeurig, verwezen wordt naar ‘Brokeback Mountain’ (twee
kabouters zitten samen vast aan één voetstuk; zegt die ene tegen de
andere: “I wish I could quit you!”) en ‘Forrest Gump’ (een
plastieken flamingo: “I may not be a smart bird, but I know
what love is”). Yup, de flauwe lolbroekerij is niet van de
lucht, zeker wanneer Michael Caine opduikt als Lord Redbrick, de
vader van Juliet, die voortdurend hilarische contaminaties spuit
genre: “What’s the meaning of all this constipation?”
Làchen, jongens! En dan hebben we het nog niet gehad over die ene
tuinkabouter die in een Borat-mankini rondhuppelt! Zuster,
de zuurstoffles, snel!
Vorig jaar bewees ‘Toy Story 3’ nog dat een animatiefilm zowaar
diepgang en personageontwikkeling kan hebben. In vergelijking
daarmee is het gebrek aan ambitie van ‘Gnomeo and Juliet’
bedroevend. Opnieuw wordt er ingezet op voor de hand liggende
knipoogjes en drukke, overspannen leutigheid. Wat daarbij verloren
gaat, is elk gevoel voor verwondering, romantiek of oprechtheid. Op
geen enkel moment voel je iets voor de personages, en wat meer is:
volgens mij is dat niet eens de bedoeling. Asbury wil hier alleen
maar een collectie grappen op je afvuren, meer niet – wat eventueel
nog aanvaardbaar zou zijn, als de grappen maar eens wat beter
waren.
Elton John staat zowaar op de aftiteling als producer, wat
wellicht verklaart waarom de soundtrack grotendeels wordt
opgetrokken uit zijn nummers. ‘Your Song’ wordt letterlijk gezongen
door de personages, wat meteen een vergelijking uitnodigt met
‘Moulin Rouge’ – ‘Gnomeo and Juliet’ komt er niet al te best uit
naar voren. Maar we horen ook instrumentale versies van ‘Tiny
Dancer’, ‘I’m Still Standing’, ‘Crocodile Rock’ en ga zo maar door.
Net zoals zoveel dingen hebben ook deze nummers in principe niets
in de film te zoeken, maar ze leveren wel een auditieve tegenhanger
voor de visuele kitsch. In een verhaal over tuinkabouters was het
wellicht onvermijdelijk, maar de felle primaire kleuren en
overdadige ontwerpen zijn alom tegenwoordig. Bij gebrek aan goede
grappen is dat ook een manier om kinderen te boeien, veronderstel
ik: bombardeer ze met visuele overdaad. Echte masochisten kunnen
dit alles zelfs in 3D gaan aanschouwen – ik zag ‘m in 2D en kreeg
er al koppijn van.
Bedroevend dieptepunt: Gnomeo gaat lopen uit zijn tuin en komt
terecht bij een standbeeld van niemand minder dan de Bard zelf. Dat
beeld komt prompt tot leven en begint aan Gnomeo de plot van zijn
eigen ‘Romeo and Juliet’ uit te leggen, luid lachend om het
tragische einde. Op dat moment is ‘Gnomeo and Juliet’ officieel
zodanig smarty pants-postmodernistisch bezig dat hij net
als een slang in z’n eigen staart bijt en zichzelf opvreet. Wat een
sof. Wanneer brengt Pixar zijn volgende uit?