De BBC tipte haar voor 2011, Nick Cave nam haar mee met Grinderman op tour, Brian Eno vergeleek haar met Patti Smith: en plots praat iedereen over Anna Calvi. Dat is niet meer dan juist, want met een debuut dat flamencogitaren en Edith Piaf aan Django Reinhart, P.J. Harvey en het duisterste van David Lynch paart heeft ze terecht uw oor.
Nochtans ging het niet vanzelf, dat opnemen van haar debuut. Twee, volgens sommige bronnen zelfs drie, jaar sleutelde Calvi op haar eentje aan de nummers en arrangementen, slechts in de eindspurt geholpen door producer Rob Ellis, die eerder zijn sporen verdiende bij diezelfde Polly Jean Harvey, Marianne Faithfull en Placebo. "Het wàs soms zwaar om er op mijn eentje zoveel tijd en moeite in te steken", puft ze enkele uren voor haar laaiend onthaalde concert in de Botanique. "Ik ben een grote perfectioniste, en het was moeilijk om de mix van de songs juist te krijgen, en de knoop door te hakken wanneer een song af was. Beslissingen nemen kon eeuwen duren. Het vergde veel energie, maar de voldoening was des te groter. Het deed deugd om mijn verbeelding volledig de vrije loop te gunnen en de geluiden te kunnen creëren die ik wilde horen. En door er zo lang aan te sleutelen heb ik als muzikante ook technisch heel wat vooruitgang geboekt."
Welke valstrikken probeerde ze dan te vermijden? "Het mocht niet commercieel klinken, of gemakzuchtig op de trein van de heersende mode springen", klinkt het gedecideerd. "Ik wilde dat mijn artistieke visie zuiver bleef. Ik wilde muziek maken die mooi is, en ik hou van orkestrale muziek, dus dat gevoel moest er zeker in. Natuurlijk, ik had geen orkest ter beschikking,dus moest ik dat uit mijn gitaar zien te krijgen. En ik wilde ook graag orkestpercussie gebruiken: pauken en zo. Ach, het komt er eigenlijk gewoon op neer dat ik een hele wereld wil oproepen met mijn muziek: een bepaalde sfeer scheppen in melodieën en akkoorden. Ik benader klank nogal visueel, dus ik zag elk nummer als een kortfilm dat een verhaal vertelt. Ik denk dat ik onbewust vrij conceptueel over mijn nummers denk."
"Niet dat ik twee jaar fulltime bezig was met het arrangeren van nummers. Ik had op dat moment nog geen platenfirma, dus ik werkte ook nog halftijds. Het was zoeken naar vrije tijd. Ik had het geluk dat ik de studio mocht gebruiken van iemand die ik kende als ze niet bezet was. Zo ging het natuurlijk niet snel vooruit. Maar er was geen reden om me te haasten. Ik vind niet dat dat moet. Je moet de tijd nemen die je nodig hebt. "
Waarom Rob Ellis uiteindelijk aan boord kwam? "Het was geweldig om iemand te hebben die als klankbord kon fungeren en goeie ideeën aandroeg. Hij is bijzonder goed in het aanbrengen van een bepaalde klank. Hij luistert evenveel naar klassieke muziek als mij, dus ik kon met hem praten over mijn voorbeelden, en wat ik wilde bereiken. En hij kon me ook helpen om daar te raken. Hij is bij de opnames betrokken geraakt nadat ik getekend had bij Domino. Het was één naam van een mogelijk lijstje producers, maar met hem schoot ik meteen erg goed op, niet alleen op muzikaal vlak, maar ook persoonlijk. Dat was belangrijk."
"Toen ik nog niet getekend was, kwam ik in contact met Brian Eno. Een vriend had hem getipt, en toen hij kwam kijken kon hij niet zwijgen tegen anderen hoe goed hij me vond. Dat was een nogal levensbevestigend moment. Ik kan je verzekeren dat ik die dag heel vrolijk was. Uiteindelijk heeft hij zelfs op de plaat meegezongen. We waren net "Desire" aan het mixen, toen hij langsliep in de studio en hij vond het nummer zo goed dat hij spontaan aan het meezingen sloeg. Ik vroeg hem of hij dat ook op plaat wilde doen en hij stemde meteen in. Dus gaven we hem de microfoon. Het grappige is dat hij ondertussen bleef lezen. Heel vreemd om te zien: daar zat hij dan, al zingend en tegelijk af en toe een pagina omdraaiend. Geen idee hoe dat werkt." (lacht)
Journalisten zwieren ondertussen graag met allerlei referenties in het rond. Vooral vrouwennamen worden voorspelbaar niet genoeg geschuwd. Toch voelt Calvi meer verwantschap met mannelijke artiesten. "Ik vind het verschrikkelijk onnodig om dat onderscheid te maken tussen kunstenaars op basis van geslacht. Roy Orbison, David Bowie, Scott Walker, Ravel, Debussy, Django Reinhart, Elvis, Jeff Buckley… : dàt zijn mijn invloeden. Maar ik word ook erg geïnspireerd door beeldende kunst en film. Ik hou enorm van de films van Gus Van Sant en Wong Kar Wai, vooral hij. Eigenlijk hou ik van alles wat mooi is, of het nu film of iets anders; als het maar visueel verbluffende kunst is."
goddeau’s eigen (pn) zag Calvi zo optreden in de Club Silencio uit David Lynch’ Mulholland Drive. "Dat is zeker een compliment en ik begrijp de referentie. Maar ik kan het me niet voorstellen om die muziek in die scenes te horen; omdat mijn plaat mijn kunstwerk is, en niets te maken heeft met de kunst van iemand anders. De link met David Lynch is echter begrijpelijk; hij is ook iemand die graag met sfeer werkt, die dingen maakt die tegelijk schoon en gevaarlijk zijn."
Dat gevaarlijke kantje is belangrijk? "Dreiging moet er zijn, maar die is er niet alleen. Ik denk dat je in mijn nummers ook vrees, hoop en schoonheid zult ontdekken. Iets dat alleen maar mooi is, is niet perfect. Er moet altijd een onderstroom zijn; iets meer duister. Dat maakt het kleurrijker."
Toen ze daarnet haar invloeden opsomde, viel op dat ze heel bewust bijna alleen maar echte zangers aanhaalt. Geen songschrijvers die toevallig zingen, maar mensen die in de eerste plaats omwille van hun markante stem gekend zijn. Ze legde de lat dus meteen hoog toen ze ging zingen. En dus moest er geoefend worden. Eigenhandig sleurde ze zichzelf de drempel van de verlegenheid over. "Dat is zo. Ik heb altijd willen zingen, maar ik voelde me er te onzeker voor. Tot ik besloot dat het genoeg was, en ik die schaamte zou overwinnen. Ik heb toen véél geoefend, alleen op mijn kamer met naast me een plaat van Nina Simone, Scott Walkker of Edith Piaf op de draaitafel. Stilletjesaan heb ik zo mijn eigen stem ontdekt, maar dat heeft zijn tijd nodig gehad."
Je kunt het je bijna niet voorstellen, dat het verlegen, zacht pratende meisje dat tegenover ons zit, straks opnieuw een furie zal zijn op de planken. Een flauw glimlachje: "Mezelf uitdrukken in muziek is het meest natuurlijke dat ik kan doen, dus die switch vraagt niet echt een inspanning. Het is de muziek die me zo krachtig doet voelen. Het spelen zelf zorgt dat ik zo word, het neemt me mee naar dat gevoel. Ik weet dat ik op het podium iemand anders ben, maar ’t heeft niets met een theaterachtige transformatie te maken. Het gebeurt gewoon vanzelf."
Alsof muziek de obstakels die dat in het echte leven in de weg staan wegneemt? "Ja. Zingen is extreem emotioneel voor me, meer dan de rationele techniek die er ook bij komt kijken. En het is die emotie die me op sleeptouw neemt. Het is enorm geruststellend om jezelf zo te kunnen verliezen: alles te geven. Ik wilde niet gewoon een doordeweeks popzangeresje zijn, het moest meer zijn, want dat is ook waar ik van hou bij iemand als Edith Piaf. Ze houdt niets in, ze laat alles los, tot de laatste snik. Het kan me niet schelen dat je dan gemakkelijk "pathos" of "belachelijke dramatiek" hoort roepen. Dat zijn mensen die bang zijn van echte emoties, die zoiets roepen. Het maakt hen ongemakkelijk als iemand zich volledig geeft. Maar als je die vrees loslaat als luisteraar, dan zul je horen hoe krachtig het is."
Calvi is het kind van twee hypnotherapisten. Een bijzonder opgroeien, vertelt ze. "Ik ben vaak onder hypnose gebracht, en dat was aangenaam. Mijn ouders zijn goeie mensen hoor. Hun job is vooral om met mensen te praten en goed te luisteren. Ze hebben me geleerd hoe je dat moet doen, en dat komt handig van pas als muzikant. Kunnen luisteren is één van de belangrijkste dingen voor een kunstenaar. Zo leer je je muziek de ruimte geven, ook als je speelt. Als je luistert naar wat er gespeeld wordt kun je ook de anderen waarmee je samenspeelt plaats geven om zich uit te drukken. Ik ben er echt van overtuigd dat er zo’n verband is, en mijn ouders hebben me geleerd dat te vinden."
Wat ze zo fijn vond aan gehypnotiseerd worden? "Eigenlijk is hypnose niet meer of minder dan iemand vragen zijn fantasie te gebruiken. En verbeelding is grenzeloos. Dat maakt kind zijn ook zo geweldig. Je verliest dat als je opgroeit, want het is een soort spier die je moet blijven oefenen, en dat heb ik onder andere dankzij die hypnosesessies gedaan. Ik ben nog altijd een serieuze dromer. Vind ik fijn. Ik denk dat muziek ook veel hypnotische krachten heeft."
Terugdenkend aan het lange opnameproces vragen we ons af: is Calvi typisch zo’n artiest die graag in de studio blijft prutsen, of kan ze toch niet zonder het podium? Ik hou enorm van het schrijven, en vooral van optreden. Niet dat ik niet graag in de studio ben, maar dat is veel moeilijker. Daar moet je beslissingen nemen die voor altijd zo zullen blijven. Het is de versie die je opneemt die zal overleven, en dat vind ik een heel moeilijk concept. Geef me maar optreden; het is minder obsessioneel. Het is een moment waarin je je vrij kunt uitdrukken. Als je opneemt, moet je almaar terugluisteren wat je hebt gedaan. Alsof je voortdurend vooruit en achteruit in de tijd spoelt. Dat zuigt me leeg."
Hoort ze nu haar debuut al even af is fouten die ze straks niet meer opnieuw wil maken? "Ik luister niet echt naar mijn debuut, maar ik hoor niet echt fouten. Natuurlijk denk ik al na over hoe ik wil evolueren, en hoe een volgende plaat moet klinken, maar dat komt niet uit een negatieve kijk op deze plaat. Eerder positief: deze plaat inspireert me om nu iets anders te doen. Wat het zal zijn? Dat wil ik nog niet vertellen. (poeslieve glimlacht) Ik schrijf op dit moment vooral, en ga daarna zien wanneer ik ga opnemen."
Snel een tweede plaat opnemen was nochtans het advies dat Nick Cave haar gaf. "Dat werkt voor hem, zegt ze. Hij beschouwt schrijven als een job: elke ochtend naar kantoor. Zo werkt het niet voor mij. Niet dat ik een jaar ga wachten voor ik eens iets schrijf. Het hangt ergens tussenin. Ik koester de momenten dat ik door iets geraakt word, en probeer daar mijn inspiratie uit te halen. Als ik het zo doe zijn de songs beter dan als ik gewoon out of the blue beslis ’nu ga ik schrijven’. Dat leidt niet tot goed werk."