Als een kleuter die de nachten aftelt naar Sinterklaas; zo fel verheugen wij ons nu al weken op het unieke concert dat Spencer The Rover, voor één keertje in voltallige bezetting en met alle toeters en bellen, op 9 februari geeft in het Leuvense Stuk. The Accident (and other stories), de laatste worp van de band rond bezieler Koen Renders, neemt immers een comfortabele duik in zo’n slordige vijf decennia muziekgeschiedenis en zit van de eerste tot de laatste minuut tjokvol arrangementen die voller klinken dan een container maaltijdsoep.
Bovendien is frontman Koen Renders een gedroomde mens om te interviewen: zo no-nonsense als een ijsberg die langzaam smelt voor ’s mans grootste passie: muziek in voorpaginaletters. En toch, zo blijkt uit onze eerste vragen, waren kristallen melodietjes niet ’s mans eerste ambitie.
Renders:"Als je echt wilt weten wat het allereerste was dat ik als kind later wou worden, is mijn antwoord vuilnisman, met acteur als goeie tweede. Maar na een catastrofale opvoering van De Revisor van Gogol, waarbij ik mijn tekst — nota bene de clou van het stuk — compleet vergat, brandde die droom toch ook merkelijk op een lager pitje.(lacht) Ik wil daar eigenlijk mee zeggen dat je in je leven soms andere interessepunten krijgt. Op de keper beschouwd is de ernst waarmee ik nu met muziek bezig ben niet iets wat je van de ene dag op de andere krijgt. Er zijn natuurlijk wel een paar ijkpunten geweest, bijvoorbeeld muzikanten als Neil Young en Bob Dylan die me zwaar hebben aangegrepen."
enola: Je hebt later ook musicologie gestudeerd. Helpt zo’n opleiding je met het componeren, of remt dat je net integendeel wat af?
Renders: "Neen, want ik heb musicologie uit zuivere interesse gestudeerd, dus niet uit een soort ambitie om klassieke muziek in mijn artistieke activiteiten te betrekken. Wat ik nu doe met die kennis, als ik ze al gebruik in mijn eigen muziek, is op een soort speelse manier proberen om eenheid te creëren. Dat is nu eenmaal iets waar klassieke muziek heel sterk in is, en ik heb dat op mijn manier zeker met The Accident gedaan. Ik heb die echt in elkaar proberen te knutselen als een soort suite met een aantal instrumentale stukken tussen, waar ook melodieën in verschillende nummers terugkomen, zonder dat je het gevoel krijgt naar een soort wannabe klassieke muziek te luisteren; popmuziek is immers het medium waar ik altijd naar toe getrokken word."
enola: The Accident is een half conceptalbum geworden, niet alleen tekstueel maar ook muzikaal. Was dat een bewuste keuze of gebeurde die samenhang tussen verschillende songs vanzelf tijdens het componeren?
Renders: "Ja. Alhoewel ook daar achteraf moeilijk te zeggen valt hoe die ideeën tot stand gekomen zijn. Maar ja, er zijn zeker een aantal dingen die ik bewust heb gedaan, en heb proberen door te trekken naar alle nummers. Ik heb gewoon gemerkt dat er een eenheid was tussen de drie sleutelnummers van de plaat. "The Accident", "Party Dress" en "Bye Bye Big Blue Eyes" zijn immers nummers die ik vrij dicht bij elkaar geschreven heb en die, op de keper beschouwd, alle drie dezelfde structuur hebben: ze hebben alle drie een bridge die heel open gaat terwijl het ritme eigenlijk stil komt te staan. Op die manier creëren ze een soort droomwereld in die middenstukken. In "The Accident" is dat het moment dat die aanrijding gebeurt en de man het ’witte licht’ ziet, in "Party Dress" heb je een instrumentaal stuk met die slidegitaar en hoorns die geleidelijkaan terug binnenkomen en in "Bye Bye Big Blue Eyes" heb je dat kabbelend stukje waar de arpeggio’s (gebroken akkoorden, red) het nummer binnensluipen — eigenlijk een idee van Pascal Deweze. Hij heeft op een Junosynthesizer uit de jaren zeventig met een fader de snelheid van die arpeggio’s geregeld, en we hebben dat zo’n tien keer na elkaar gedaan waardoor alles door elkaar begint te lopen en er niet echt een ritme meer is. In hedendaagse dansmuziek worden alle arpeggio’s getriggerd door de beat maar op oude synthesizers kan je niet alles synchroon laten lopen, en moet je er echt naartoe spelen wat wel leuk is.”
“Om een lang verhaal kort te maken: ik had vrij snel door dat die nummers dicht bij elkaar lagen. Ik heb dan getwijfeld of ik ze na elkaar op de plaat zou zetten of ze eventueel als een aparte ep uit te brengen, twee dingen die ik uiteindelijk toch niet gedaan heb."
enola: Je plaat heeft inderdaad een heel uitgekiende volgorde: ze lijkt wel met secondenlijm aan elkaar te hangen. Heb je daar lang over moeten nadenken?
Renders: "Ik heb er lang over nagedacht, maar de puzzel is uiteindelijk in één keer in elkaar gevallen. Ik heb niet aan nummers moeten werken om de volgorde te doen werken. Ik had op een gegeven moment alle nummers klaar, behalve "Summary", het instrumentale middenstuk. Dat heb ik helemaal op het einde gedaan omdat ik vond dat "Sammy Boy" en "Stop Dreaming" muzikaal nog niet in die andere nummers terecht waren gekomen. Ik heb dan een soort canon gemaakt op dat melodietje uit "Sad Songs" en heb uiteindelijk in dat middenstuk de melodie van elk nummer van de plaat buiten de Accident-trilogie erin gestoken.”
“Als puntje bij paaltje komt heeft deze plaat zo lang op zich laten wachten omdat ik heel veel moeite heb om mezelf deadlines op te leggen, terwijl ik het dan toch heel goed wil doen. Pas op de dag dat we de drums gingen opnemen vielen in de studio alle dingen in elkaar, ik heb dan nog een heleboel instrumentale thema’s die in de verschillende nummers terugkwamen geleidelijkaan kunnen toevoegen. Waarom deze plaat zo goed werkt is omdat je continu een puzzel hebt waarvan je het gevoel hebt dat het juist zit."
enola: Even terug naar je opleiding musicologie. Bekijk je klassieke muziek met andere referentiekaders dan pop?
Renders: "Heel moeilijke vraag, want het heeft te maken met een bepaald waardeoordeel dat je ergens altijd aan muziek toekent, en eigenlijk kan je klassieke muziek daarin nooit vergelijken met popmuziek. Voor mij is het wel zo dat het vlotte van popmuziek mij in klassieke muziek niet aanspreekt. Ik ben om te beginnen al geen liefhebber van klassieke vocale muziek en hou veel meer van instrumentale klassieke muziek. Wat mij daar in aantrekt, is het abstracte karakter, het niet-lichtvoetige. Ik hou bijvoorbeeld wel van een late Beethoven. Neen, voor mij zijn het echt twee verschillende werelden, omdat ik aanvoel dat die twee voor mij niets met elkaar te maken hebben."
enola: Terwijl de vorige twee platen van Spencer The Rover meer gitaargeoriënteerd waren, speel je met het nieuwe album alle songs op piano. Welk instrument speel je het liefst: gitaar of piano?
Renders: "Dat gaat eigenlijk in golven bij mij. Ik ben begonnen als pianist want ik heb vroeger pianoles gevolgd, maar ik ben dan geleidelijk veel meer naar gitaar toegetrokken geworden. Vreemd genoeg is het mij altijd moeilijk geweest om nummers te schrijven op piano. Ik had het gevoel dat ik daar makkelijk in dezelfde stramienen zat. Pas sinds een paar jaar heb ik de piano kunnen herontdekken en ben ik er gewoon beter in geworden, denk ik. Nu is het voor mij zelfs heel moeilijk om mijn ideeën nog op gitaar kwijt te kunnen. Piano heeft het voordeel dat je harmonische kleuren kan neerleggen die veel uitstralen."
enola: Je treedt vaak alleen met je piano op. Voel je je dan nooit ietwat naakt?
Renders:"Misschien voel ik me dan wel ergens naakt, maar eigenlijk voel ik me meestal in tegendeel meer op mijn gemak. Ik ben nu eenmaal een controlefreak en als je met een groep speelt is het heel moeilijk om jezelf los te koppelen van de zorg die je hebt voor de andere muzikanten. Het voordeel aan solo spelen is dat je de muziek alle richtingen uit kan sturen, en dat geeft een relaxter gevoel. Ik heb genoeg vertrouwen in mezelf om te geloven dat als ik solo speel het toch boeiend genoeg is, wat uiteraard ook te maken heeft met het feit dat ik op een piano speel."
enola: The Accident bevat, meer dan de vorige twee albums, zeer stevige knipogen naar The Beatles en The Beach Boys. Was je niet liever jong geweest in de gloriedagen van die bands?
Renders: "Om eerlijk te zijn: niet echt. Het feit dat ik naar die bands teruggrijp, zet het nostalgische karakter meer in de verf dan wanneer ik zelf in die periode zou geleefd hebben. Ik denk overigens ook niet dat mijn plaat echt in die periode gemaakt zou kunnen zijn; we zijn dan ook niet The Beatles. Ten hoogste kan je zeggen dat er in de jaren zeventig ook artiesten geweest die de stem een beetje hebben uitgeput, mensen zoals Todd Rundgren waar ik me ook mee verwant voel. Neen, ik denk niet dat ik een pionier zoals The Beatles of Brian Wilson zou kunnen geweest zijn."
enola: In je persbio staat letterlijk te lezen dat je ’niet ver uit de buurt was toen Leuvense succespaardjes als Tom Helsen en Milow hun eerste stappen zetten in de muziekwereld’. Hoop je om even bekend te worden als hen?
Renders: "Als ik heel eerlijk ben: neen, niet speciaal. Ik zou met die bekende status niet kunnen omgaan en ik denk dat mijn muziek minder goed zou zijn. De angst om niet te voldoen aan de verwachtingen die gecreëerd worden, zou te groot zijn. Mensen als Tom en Jonathan (Milow, red) putten juist kracht uit die verwachtingen, en misschien zijn ze ook wel bang maar ze hebben toch de moed om die angst van zich af te zetten en verder te gaan. Eén van de redenen waarom dit derde Spencer The Rover-album zo lang op zich heeft laten wachten is trouwens dat ik na de vorige plaat een hele tijd volledig geblokkeerd zat, ik een hele zware writer’s block had. Maar zie je: ik had, doordat ik niet op het niveau van een Helsen of Milow meedraai, de luxe om mijn tijd ervoor te nemen, iets in elkaar te steken waar ik zelf voor 100 procent achter sta."
enola: Waar heb jij overigens arrangementen leren schrijven?
Renders: "Dat moet je echt als een trial and errorproces zien. Neem nu het arrangement voor "The Accident": dat heb ik echt lijntje per lijntje uitgedacht en daarna in een computerprogramma gestopt. Uiteraard heb ik wat betreft die arrangementen ook eens deftig op internet gesurft, daar vind je ook heel handige tips. Toch voel ik mezelf geen vakman als Burt Bacharach, iets wat nochtans in vele recensies van mijn plaat naar voor komt. Er zit wel iets ambachtelijk in de plaat maar toch voel ik me eerder een soort knutselaar. Wat niet noodzakelijk slecht hoeft te zijn: ondanks die referenties naar The Beach Boys en The Beatles vind ik namelijk dat er ook iets heel persoonlijks in mijn plaat zit en persoonlijkheid in muziek komt bijna per definitie uit je defecten voort. Bijna al mijn muzikale helden hebben het mij voorgedaan: van hun zwakke punten hun sterktes gemaakt. Neem nu Joni Mitchell: die had polio waardoor ze haar gitaar anders moest stemmen maar toch heeft ze enkele van de strafste gitaarsongs ooit gespeeld. Bij mij is het wel minder extreem: ik heb nu eenmaal minder defecten dan Joni Mitchell (lacht). "
enola: Iets zegt me dat je veel liever optreedt dan naar een song van jezelf op de radio te luisteren, neen?
Renders: "Da’s waar: op een podium ben ik relaxter, zoals toen ik voor een bomvol Depot het voorprogramma van Luka Bloom speelde, net omdat je niet anders kan, snap je? Je moet nu eenmaal verder zingen en spelen, er is geen weg terug."
enola: Laatste vraag. Beschouw je dat concert in het Stuk als een thuismatch?
Renders: "Toch niet. Ik heb namelijk nog niet buiten Leuven opgetreden. (lacht)Ik heb gewoon nog nooit een speciaal concert zoals dat in het Stuk gedaan tout court, dat is één. Ten tweede is het ook de eerste keer dat ik in het Stuk in de labozaal speel, een zaal waar ik zelf al naar veel concerten geweest ben. En dan heb je natuurlijk het eenmalige karakter van mijn concert in het Stuk. Zowel organisatorisch als financieel is het niet haalbaar om met zoveel volk nog een tweede keer op te treden."
enola: Succes en speel ze!
Spencer The Rover, eenmalig in voltallige bezetting: woensdag 9 februari, 20u30 in Stuk, Naamsestraat 96, Leuven. Info & reservaties: 016/320.320 of http://www.stuk.be