Hoewel hij nog maar zevenentwintig is (piepjong in jazzmiddens!), lijkt het alsof saxofonist Robin Verheyen al jaren een vaste waarde is. Dat hij daarin slaagt terwijl hij eigenlijk in New York verblijft, maakt het nog mooier. Met het tweede Narcissus-album (het eerste verscheen al in 2006) laat hij nog maar eens horen tot de meest opvallende Belgische jazzmuzikanten te behoren.
Binnen de band vond intussen wel een wijziging plaats: de Nederlandse ritmesectie van Clemens van der Feen (bas) en Flin van Hemmen (drums) bleef dezelfde, maar pianist Harmen Fraanje werd vervangen door Jozef Dumoulin, die naast piano ook Fender Rhodes speelt op het album (soms zelfs tegelijk, zoals in hoogtepunt “Harlem Meer”). Het is echter de originele kern, die eigenlijk geen leider heeft, die het gros van de composities voor zijn rekening neemt. Op de eerste en laatste track wordt het kwartet nog eens bijgestaan door de Nederlandse gitarist met Argentijnse roots Guillermo Celano.
Die twee tracks zorgen er alleszins voor dat je meer had willen horen van het kwintet, want Celano’s spel, dat naar dat van Bill Frisell neigt, is een mooie toevoeging aan het nogal etherische groepsgeluid, dat vaak bepaald wordt door Verheyens iele sopraansax. De composities zijn ook voldoende divers om te blijven boeien; er zijn mooi uitgewerkte stukken die stiekem vaag exotische ritmes gebruiken (“Entre Les Etoiles”), robuuste excursies richting free jazz (zoals “Colors In Orval”, met Verheyen voor de verandering op tenorsax), rechtlijnige brokken met dwingende ritmes (“To Norah”) en meer ingetogen exploraties (“Mitachondrial Eve”).
Het mooist van al is de manier waarop deze band door en door modern klinkt, zonder al te duidelijke links met andere artiesten te vertonen. De vier leden spreken een eigen taal en beheersen die tot in de puntjes, wat leidt tot een handvol bescheiden hoogstandjes, waarbij ze veel ruimte laten voor elkaar. Een geslaagd voorbeeld is “Royal Slumber”, dat zich aanvankelijk lijkt te ontplooien zonder Verheyen, maar uiteindelijk toch intens piekt mét de hoog uitschietende saxofonist en donderende drums. Het is een secuur gedoseerde en ernstige stijl, soms zelfs met een spiritueel randje, maar toch nergens zwaar op de hand. De muziek van Narcissus blijft voor verrassingen zorgen, ook tijdens de schijnbaar conventionele stukken.
Met zijn tweede album bewijst Narcissus andermaal zijn mannetje te kunnen staan tussen het buitenlandse geweld. De volgende tournee door Nederland en België (in april/mei van dit jaar) wordt er dan ook eentje om reikhalzend naar uit te kijken.
Deze recensie verscheen eerder op draaiomjeoren.com