“Alles is tegenwoordig afgestemd op jongeren,” zucht één van de
personages uit Mike Leighs ‘Another Year’ op een bepaald moment.
“De hele wereld is lawaaierig geworden, om de jongeren toch maar te
plezieren. En wat blijft er over voor mensen van onze leeftijd?”
Wel… de films van Mike Leigh, onder anderen. Een oeuvre dat zich
onderscheidt omdat het zich – een occasionele uitzondering zoals
‘Topsy Turvy’ niet te na gesproken – telkens opnieuw toespitst op
doodgewone mensen van middelbare leeftijd of ouder, die proberen om
hun leven op orde te krijgen. Een oeuvre over mensen die geleefd
hebben en nu met de bagage van hun verleden rondlopen. Geduldige
films, niet gedreven door intriges, maar wel door subtiele
karakteriseringen van de hoofdpersonages. Enfin, films die resoluut
niét afgestemd zijn op jongeren, laat ons het zo zeggen. Met
‘Another Year’ is het niet anders. Leigh waagt zich opnieuw in
hetzelfde emotionele terrein dat hij in 1995 briljant in kaart
bracht met ‘Secrets and Lies’. Teleurstellingen, jaloezie en
alcoholisme vieren hoogtij, maar dat dan allemaal wel op de
minzame, mild observerende manier die we van Leigh gewend zijn
geraakt.
Jim Broadbent en Ruth Sheen spelen de hoofdrollen als Tom en
Gerri (no kidding!). Hij is een geoloog, zij een
psychologe en al 30 jaar lang zijn ze gelukkig getrouwd. Hun leven
is er één van rustige, ingetogen affectie: hij is de kok van
dienst, in de weekends gaan ze samen in een volkstuintje groenten
kweken en op die manier kabbelt hun leven aangenaam verder. Door
hun stabiliteit lijken ze wel het rustige middenpunt waar de orkaan
van andermans emoties omheen waait. Mary (een schitterende Lesley
Manville), is een collega van Gerri die na haar scheiding eenzaam
en alleen achterbleef. Hoe ze ook probeert, ze krijgt haar leven
niet opnieuw op de rails, terwijl haar voorliefde voor witte
wijntjes stilaan dramatisch wordt. Ken (Peter Wight) is een vriend
van Tom, die ook worstelt met zijn eenzaamheid. Hij is zwaarlijvig
en we zien hem, zwetend en lichtjes buiten adem, twee volledige
porties van een maaltijd naar binnen schrokken. Ook bij hem gaan de
biertjes en wijntjes er wat al te vlot in. En dan is er nog Ronnie
(David Bradley), Toms broer, die na de dood van zijn vrouw verweesd
achterblijft.
Leigh volgt die personages tijdens een willekeurig jaar uit hun
leven – de film is dan ook opgedeeld in vier hoofdstukken, genoemd
naar de vier seizoenen. Veel actie is er niet: in de zomer
organiseren Tom en Gerri een barbecue, in de herfst onthult hun
zoon Joe (Oliver Maltman) dat hij een vriendin heeft, in de winter
overlijdt de vrouw van Ronnie en vindt haar begrafenis plaats. Dat
is het wel zo ongeveer. Wat Leigh ondertussen lijkt te willen
benadrukken, is de willekeur van het leven. Is er een specifieke
reden waarom Tom en Gerri zo gelukkig zijn, terwijl Mary zich met
alles wat ze doet alleen maar meer miserie op de hals haalt? Is er
betekenis te vinden in het feit dat Joe een lief vindt, terwijl
Ronnie zijn vrouw verliest? ‘Another Year’ schept in ieder geval de
indruk dat het allemaal niet meer is dan een loterij.
En binnenin die willekeur van geluk of ongeluk, weet Leigh een
boom op te zetten over de verantwoordelijkheid die we hebben
tegenover andere mensen, én over jaloezie. Dat Mary, Ken en Ronnie
jaloers zijn op de van geluk en welgesteldheid blakende Tom en
Gerri, is normaal. Maar de vraag is of Tom en Gerri zich daar
schuldig over moeten voelen. In welke mate moeten ze Mary toestaan
om zomaar op elk moment van de dag binnen te vallen en zichzelf uit
te nodigen voor het eten, gewoon omdat ze zich depressief voelt? In
hoeverre hebben zij, als het koppel dat het allemaal voor elkaar
heeft, een verantwoordelijkheid tegenover hun vrienden, die het
allemaal niet meer zo goed weten? Tom en Gerri gedragen zich soms
pijnlijk vriendelijk en begripvol tegenover iedereen, maar naarmate
de film en het jaar vordert, zie je dat zelfs hun geduld met Mary
op begint te raken. Terecht of niet?
De kracht van Leighs films zit ‘m juist in de manier waarop hij
dit soort sociale situaties observeert, zonder oordelen te vellen.
Grootse conflicten of crisissen krijgen we nauwelijks te zien – een
confrontatie tussen Ronnie en zijn zoon tijdens de begrafenis komt
nog het dichtst in de buurt – maar op een subtiele manier leren we
de personages gaandeweg kennen, tot we hen allemaal menen te
begrijpen. Wanneer Tom aan het einde van de film vertelt over de
wereldreis die hij ooit met Gerri maakte, zie je de jaloezie van
Mary’s gezicht afdruipen. Maar ze zegt niets, en er komt geen
melodramatisch conflict van. Is het verkeerd van Tom om over dat
soort dingen te praten, terwijl hij weet dat Mary al die reizen
nooit zal kunnen maken? Nee toch, het is zijn huis en zijn eigen
leven. Is het begrijpelijk dat Mary Tom op dat moment haat?
Absoluut. En op die manier creëert Leigh langzaam maar zeker een
verhaal van zwaar gefrustreerde mensen, bij wie de afgunst
gaandeweg groeit, als een kanker.
Dat alles is absoluut boeiend, en zoals steeds bij Mike Leigh
wordt er fenomenaal geacteerd. Jim Broadbent speelt een thuismatch
als Tom en komt over als de milde grootvader die iedereen wel wil
hebben. Ruth Sheen is honderd procent geloofwaardig als Gerri, maar
het is Lesley Manville die je hart breekt als Mary – iemand die
duidelijk al veel te dikwijls gekwetst is, onzeker is in gezelschap
en het telkens opnieuw verknoeit. De improvisatiegerichte stijl van
Mike Leigh (die zijn films altijd begint zonder scenario, maar
enkel met situaties die daarna samen met de acteurs worden
ingevuld) laat alle ruimte aan de cast om nuances en subtiele
toetsen aan hun personages toe te voegen, en die stijl werkt
opnieuw om een groepje volstrekt levensechte mensen tot leven te
wekken.
Dat gezegd zijnde, duurt de film ongetwijfeld een kwartier te
lang. Een scène tussen Mary en Ronnie had best wat korter gemogen,
en ik miste ook een sterke emotionele punchline, zoals pakweg
‘Secrets and Lies’ die wél had. Maar dat neemt niet veel weg van de
stille kracht van ‘Another Year’, een bedaarde film, gemaakt voor
en door volwassenen, die een onuitgesproken noodkreet begrijpen
wanneer ze die zien, en die begrijpen dat andere mensen die
noodkreet niet altijd kunnen beantwoorden.