De beste albums:
25. Kvelertak:
Kvelertak
Het debuut van “de band met de uilen” is simpel, maar plezierig.
Niets hoogstaands en eigenlijk een enorme drukte, maar deze
“rock-‘n-roll-core” is bijzonder amusant om naar te luisteren.
24. Grinderman:
Grinderman 2
2010 is het jaar waar ik fan van mijnheer Nick Cave en zijn slechte
zaden geworden ben, dus mooi dat ik hem ook op deze lijst kan
plaatsen. De tweede Grinderman is een mooi, wilder uitstapje voor
Cave-fans die zin hebben in nog eens een album dat niet vol ballads
staat.
23. Arcade Fire:
The Suburbs
Het enthousiasme waarmee 90% van de muziekpers over The Suburbs
spreekt kan ik niet opbrengen, maar dat dit een sterk album is
staat buiten kijf. Er had in de (naar mijn gevoel te lange) tweede
helft wel wat geschrapt mogen worden.
22. Virgin Steele: The Black Light
Bacchanalia
Links en rechts verliezen ze flarden van hun fanbase, maar het werk
van DeFeis & co zal mij altijd blijven bekoren. ‘The Black
Light Bacchanalia’ is weer behoorlijk rustig en breekt maar zelden
volledig open, maar het blijft interessante songwriting van een
hoog niveau. En hij klinkt nog eens pakken beter dan ‘Visions of
Eden’ ook.
21. MGMT:
Congratulations
Weg met de haters! MGMT verdient alle mogelijke respect om zo’n
grote gok te wagen met de opvolger van het hyperpopulaire ‘Oracular
Spectacular’. Veel fans wisten niet goed wat ze met deze nieuwe
precies moesten doen, maar MGMT toont zich met deze retro
electronische neo-psychedelia een veelzijdige band met een eigen
gezicht. Hulde.
20. High on Fire:
Snakes for the Divine
Het meesterlijke ‘Death is this Communion’ wordt niet evenaard –
alsof we dat verwacht hadden – maar toen het eenmaal klikte (en dat
duurde toch wel even) bleek ‘Snakes for the Divine’ op zijn minst
weer een geweldige portie stoner metal.
19. Joanna Newsom:
Have One on Me
Haar schelle stem en de soms bijna kitscherige instrumentatie
moeten je maar net liggen, maar als je dat geluid kan smaken is
‘Have One on Me’ ruim twee uur vertoeven in de gezellige gekte die
in Joanna Newsom’s hoofd rondspookt.
18. Atlantean Kodex: The Golden Bough
Epische heavy metal in de meest pure zin van het woord. Beresterke
riffs die doom-achtig lang worden uitgesponnen, overladen door
krachtig gezongen, Tolkienesque teksten. Het moet je ding zijn,
maar voor de liefhebbers is deze zware, zuivere metal een stevige
aanrader.
17. Burzum: Belus
Onze favoriete moordenaar/pyromaan heeft weer een nieuwe plaat
uitgebracht. Zestien jaar gevangenis en twee flauwe ambient albums
na de moord op Euronymous keert Varg terug met een portie échte
black metal. Af en toe een schoonheidsfoutje (de basslijn van
‘Kaimadalthas’ Nedstigning’ is met twee vingers in de neus de meest
frustrerende van het jaar), maar in het algemeen een schitterende
comeback.
16. Beach House:
Teen Dream
Aanvankelijk lijkt ‘Teen Dream’ saai, te weinig variërend en
misschien zelfs inspiratieloos. Maar hoe langer je op de nummers
blijft zitten hoe intrigerender ze worden, tot je ze uiteindelijk
uitbroedt tot pareltjes van dromerige, zweverige popsongs. Wat mij
betreft hét zomeralbum dit jaar.
15. Alcest: Écailles de Lune
De combinatie shoegaze en black metal is een geval apart. De nogal
lelijke muziek – die black metal nu eenmaal is – wordt ermee
omgetoverd tot een zeldzaam pure pracht, en zo ook bij Alcests
tweede. Melancholische schoonheid en wondermooi gekrijs die bij
vlagen debuut ‘Souvenirs D’un Autre Monde’ overstijgt: Neige levert
een prachtige opvolger af.
14. Heathen: The Evolution of Chaos
Thrash metal is terug hip, en daar vallen centen mee te verdienen.
Zo getuige de grote comeback van 80’s legendes als Artillery, Lääz
Rockit, Forbidden, Exumer, Onslaught, … Ze kwamen/komen allemaal
met een nieuw, in de meeste gevallen matig tot slecht, album. Maar
Heathen doet het goed: sterke riffs en straf uitgebouwde nummers,
zonder alleen maar snel en heavy te zijn “omdat het thrash is”.
Heathen is, in tegenstelling tot veel andere oldtimers, niet
vergeten hoe je muziek moet schrijven. Met zijn speelduur van ruim
een uur kan het wel eens een zware zit zijn, maar dat doet niets af
aan de kwaliteit van de nummers.
13. Enforcer: Diamonds
De meest oldskoole der speed metalbands bevestigt! Met een knap
uitgebalanceerd album dat van begin tot eind catchy en aanstekelijk
is overklassen ze debuutplaat ‘Into the Night’, waar ze met hun
songwriting een duidelijke evolutie tonen. Strakke broeken-metal
zoals je het tegenwoordig niet vaak meer tegenkomt.
12. Motorpsycho: Heavy Metal Fruit
Fans van Motorpsycho kunnen de nieuwste blindelings aanschaffen (en
hebben dat uiteraard ook gedaan). De productieve Noren hebben weer
een bijzonder smakelijke plaat gecreëerd, die als vanouds vrij
ontoegankelijk is. Lang uitgesponnen nummers, balancerend tussen
rock en prog met frequente jazzy jamsessies. Het spelplezier spat
van deze bij momenten geïmproviseerde ruimtereis af, waardoor het
elke luisterbeurt interessant blijft.
11. Anathema: We’re Here Because We’re
Here
Het is oneerlijk, maar ik kan er niet omheen: ik was lichtjes
teleurgesteld dat deze nieuwe van Anathema zich niet met hun beste
werk kan meten. Zeven jaar productietijd zorgt nu eenmaal voor hoge
verwachtingen. Maar ik kan met plezier zeggen dat het (en hier
zullen veel fans het absoluut niet met mij eens zijn) nogal saaie
‘A Natural Disaster’ compleet weggeblazen wordt. ‘We’re Here
Because We’re Here’ mist net dat ondefinieerbare dat hun
meesterwerken ‘Alternative 4’ en ‘Judgement’ (of zelfs ‘Eternity’)
wel hadden: die albums zijn gewoon net wat spannender. Dit is een
bovengemiddelde Anathema-plaat, en dat is gezien hun hoge standaard
maar net te weinig voor de top 10.
10. Iron Maiden: The Final Frontier
Algehele muziekpers: schaam u. ‘The Final Frontier’ afschilderen
als “niets vernieuwends” is niets minder dan een complete leugen.
Want voor de eerste keer in dertig jaar tijd heeft Iron Maiden écht
progressieve nummers geschreven. Waar voorloper ‘A Matter of Life
and Death’ nog uit lang uitgesponnen nummers die een vast stramien
volgen bestond kent Maidens nieuwste intelligent geschreven
nummers, die tientallen luisterbeurten lang blijven boeien. Er
staan ook nog een paar simpelere nummers op (twee powerballads, de
typische simpele opener en welgeteld één typische 80’s Maidensong),
maar in het algemeen was het vijftiende studioalbum van Iron Maiden
absoluut een specialleke, in de positieve zin.
9. Mondo Drag: New Rituals
Gelijke delen The Doors, Deep Purple en Pink Floyd. Psychedelische
rock die bij momenten rustig voortkabbelt, maar soms ook flink
dansbaar is door het vrolijke orgelwerk. Het debuut van deze nieuwe
groep hippies heeft veel te bieden voor 60’s en 70’s adepten
allerhande: niet te missen!
8. Sabbath Assembly: Restored to One
Op welke manier religie belangrijk is voor Sabbath Assembly is me
nog niet geheel duidelijk (het is in principe tegelijk Christelijk
en Satanistisch), maar het is duidelijk een steunpilaar voor dit
duo. Belangrijker is dat dit muzikaal bijzonder sfeervolle “rock”
is, die volledig staat op de vocals (denk aan een soort Jefferson
Airplane vermengd met gospel): interessante instrumentering, maar
vooral de bijzonder warme stem van Jessica ‘Jex’ Thoth maken van
‘Restored to One’ een niet te missen, aangenaam luisterstuk. Dé
grote verrassing van 2010, alleen jammer dat hun publiek zo beperkt
bleef.
7. Agalloch: Marrow of the Spirit
Met Agalloch weet je nooit zeker wat je zal krijgen: de akoestische
schoonheid van ‘The Mantle’, de post-rock van ‘Ashes Against the
Grain’ of de duistere folk van ‘The White EP’. Een ding staat
echter vast: Agalloch levert altijd kwaliteit. En zo ook met
‘Marrow of the Spirit’, waar black metal duidelijk de bovenhand
haalt. Maar ondanks het lichtjes agressieve kantje en het vuilere
geluid schrijft Agalloch nog steeds poëtische muziek die je
meevoert doorheen allerlei bossen en bevroren landschappen. Een
Agalloch album is een mentale reis, en we kunnen al niet wachten om
ons volgende ticket te boeken.
6. Electric Wizard: Black Masses
Doom-puristen zullen het steeds minder zwaar klinkende Electric
Wizard al lang opgegeven hebben. Onterecht, ‘Black Masses’ is een
logische stap in de evolutie die de groep al jaren ondergaat: de
verpletterende sound van ‘Dopethrone’ zullen ze waarschijnlijk
nooit meer bekomen, maar in de plaats krijgen we snellere nummers
die uitlopen in een heerlijke psychedelische geluidsbrij. Voor
sommigen zal dat overkomen als een zwakke productie of te warrige
muziek, maar niets is minder waar: Electric Wizard staat nog steeds
als een huis.
5: The
National: High Violet
“Een saaie plaat waar alle nummers gelijkaardig klinken”. Met dat
gedacht heb ik lang rondgelopen in verband met ‘High Violet’. Maar
wanneer na enkele weken (en pakweg de vijfde luisterbeurt) het
plots klikt zie je de immense schoonheid ervan in. De geniaal
uitgebalanceerde popsongs, in aanvulling met de perfect harmonieuze
sound is niets minder dan magisch.
4. Triptykon: Eparistera Daimones
Weinig inventieve songwriting en geen technische hoogstandjes. Je
zou zelfs kunnen zeggen dat er weinig variatie is en afsluiter ‘The
Prolonging’ te lang doorgaat. Maar ondanks zijn beperkingen is
Triptykons debuutplaat een absoluut meesterwerk. Gevormd uit de
assen van Celtic Frost (en dan vooral hun slotstuk ‘Monotheist’) is
‘Eparistera Daimones’ een monument van sfeer. Duisterder dan eender
wat dit jaar uitgebracht werd en beklijvend tot aan het eind. Een
pikzwart, intrigerend album.
3. Ghost: Opus
Eponymous
De meest amusante LP van het jaar komt op naam van het
spiksplinternieuwe Ghost. Satanistische popmuziek, ondersteund door
een kerkorgel: het is eens wat anders. De kracht van ‘Opus
Eponymous’ is echter dat dit gegeven niet als gimmick gehanteerd
wordt, maar perfect verweven wordt binnen hun Abba-waardige
refreinen en meeslepend samenspel van klassieke rock-instrumenten.
Origineel en belachelijk catchy.
2. Ufomammut:
Eve
‘Eve’ is één lang experimenteel, psychedelisch doom post-metal
nummer (om het maar een naam te geven) van een fenomenale
kwaliteit. Extreem hevige sludge, ongezien spannende passages die
onder je huid kruipen, meeslepende grooves, … het vloeit allemaal
moeiteloos in mekaar over. Door constante minimale, intelligente
variaties kan ‘Eve’ nooit saai worden: niet bij de eerste
luisterbeurt, niet bij de twintigste.
1. The Tallest Man
on Earth: The Wild Hunt
Ik heb heel wat commentaar gelezen op ‘The Wild Hunt’. Te
duidelijke raaklijnen met Bob Dylan, teveel lijkend op ‘Shallow
Grave’, etc. etc. Misschien is het omdat dit album mijn eerste
kennismaking was met Kristian Matsson, maar geen enkel kritiekpunt
dat ik gelezen heb gaat in mijn oren op. De prachtige ingetogenheid
van zijn muziek, het enthousiaste gitaarspel en het bloedmooie
stemgeluid: simpelweg betoverend. En, jawel, ook nadat ik voorloper
‘Shallow Grave’ bezocht heb blijft ‘The Wild Hunt’ voor mij het
betere album. Dé plaat waar ik in 2010 steeds naar terugkeerde, en
hét album dat ik in 2011 zal grijsdraaien.