Het Istanbul Ekspres Festival, waarbij De Centrale en de Vooruit de culturele hoofdstad van Europa negen dagen centraal stellen, kon uitpakken met een even gevuld als divers programma. We konden slechts de voorlaatste avond meepikken, maar als die representatief was voor het hele gebeuren, dan kan de eindbalans enkel positief zijn.
Op het programma stond immers niemand minder dan Aka Moon, de meest vooraanstaande world jazz band van het land en een trio dat (vooral live) voortdurend op zoek blijft gaan naar nieuwe uitdagingen en samenwerkingsverbanden. Waren er in het verleden al concerten en albums met de Malinees Baba Sissoko, de Senegalees Doudou N’Diaye Rose en de Indiër Umayalpuram K. Sivaraman, dan werd nu meteen de kans aangegrepen om samen te werken met de Turkse meesterpercussionist Misirli Ahmet, een darbukavirtuoos die met het trio een trip door het Midden-Oosten zou maken.
Het mooie aan Aka Moon is de openheid waarmee hij zijn compagnons de route tegemoet treedt. Als je de band met gasten aan het werk ziet, dan krijg je immers zoveel meer dan ‘Aka Moon + X’, waarbij de X aangepast wordt naargelang de gast. Nee, het is ook Aka Moon die zich aanpast, zich de muzikale taal van de gast eigen maakt en zo goed als mogelijk een evenwicht probeert te vinden tussen zijn instant herkenbare stijl, intuïtieve interactie en de achtergrond en ideeën van die gast. De muziek die je Aka Moon deze zomer kon horen spelen op Jazz Middelheim, in het gezelschap van Baba Sissoko en de zijnen, was dan ook verschillend dan wat ze gisteren lieten horen.
Staat de band er met West-Afrikaanse muzikanten, dan is zijn muziek aardser, sensueler, repetitiever en opzwepender. Dat is in de samenwerking met Misirli Ahmet heel anders en kan enkel gezien worden als een bewijs van de imposante muzikaliteit en virtuositeit waar deze band mee kan uitpakken. Fabrizio Cassol (altsax), Michel Hatzigeorgiou (elektrische bas) en Stéphane Galland (drums), dat zijn kerels die de muziekmicrobe, de dans en het feest in het bloed hebben. Het zijn kerels die grootgebracht werden op een dieet van P-Funk, Fela Kuti, Maliblues, Sun Ra en Herbie Hancock en er met de beste wil van de wereld niet in slagen om afstandelijke, cerebrale muziek te maken.
Nochtans was het ritmisch een heel ander beestje dan met Sissoko. De kaart van de herhaling werd minder sterk uitgespeeld en vooral Galland mocht het voortouw nemen met een soms verbluffende performance. ’s Mans vol polyritmiek gestoken spel was enorm gedreven en divers, technisch virtuoos en soms explosief, en dat terwijl de glimlach nooit verdween. De interactie met Misirli Ahmet was van meet af aan ongemeen speels en boeiend. Bij momenten ook behoorlijk subtiel. Het lijkt wel alsof zo’n darbukaspeler niet meer doet dan met z’n handen tegen een trommelvel kletsen, maar dan zou je voorbij gaan aan een immens arsenaal aan complexe ritmes, bewegingen en technieken, manieren om geluid te manipuleren.
Hoewel een aantal songs een vergelijkbare structuur hadden — uitpakken met een melodieus basisthema dat doorgaans werd geïntroduceerd door Hatzigeogiou, een of meerdere tempowisselingen en een terugkeer naar het beginstuk — was het soms duidelijk dat het nog ging om een première, al is deze band zo bevlogen, zo sterk op elkaar ingespeeld, dat er van stilvallen of communicatieproblemen geen sprake is. De muziek vloeide en wiegde, danste en knetterde en kon van meet af aan rekenen op een indrukwekkende respons. Heel even leek het alsof Galland zich iets te uitsloverig ging opstellen, met eens reeks even indrukwekkende als vermoeiende ritmewisselingen, maar dat werd dan weer gecompenseerd door de aanstekelijke spelvreugde en het weerwerk van de Turk, die z’n bewondering voor de Belgen niet wegstak.
Twee bissen en een staande ovatie was het eindverdict en dat was eigenlijk niet meer dan terecht, want Aka Moon toonde zich nog maar eens als een gewéldige liveband, eentje van internationale klasse en soigneerde zijn gast zoals die dat vast nog niet vaak had meegemaakt. Straf!
Na het hoofdconcert konden we ook nog terecht in de Balzaal voor een aftershow met Baba Zula, een excentrieke Istanboelse band die bij vorige passage het publiek door het dolle heen kreeg met z’n mix van traditionele muziek, rock, dub en, zoals zou blijken, kitsch. Ze slaan een brug tussen Oost en West, volksmuziek en onverdunde party shit en het moest en zou, zeker in combinatie met de uitgedeelde raki, leiden tot een vettig feestje. De band heeft alleszins een opvallende sound, die wordt bepaalde door elektro saz (een Turks snaarinstrument met zo’n typisch Oriëntaalse sound), percussie en elektronica. Daarbovenop kreeg je ook nog een zangeres, een buikdanseres en als gast Tuur Florizoone, die het vooral op accordeon deed.
Het resultaat: vrij eenvoudige, repetitieve jams die nu eens vrij traditioneel klonken en dan weer modern en opzwepend. Soms met de intensiteit van Balkanblues en dan weer met dat mysterieuze kantje dat de muziek uit de regio nog steeds heeft. Het soort muziek waarvan we ons ook voorstellen dat ze 24 op 24 door de kapotgerammelde radio’s in de afdingkraampjes van de Istanboelse markten schettert: kleurrijk, goedlachs en zweterig. Het pakte meteen bij het (erg enthousiaste) publiek, al was het voor ons moeilijk om die soms platte beats te negeren. Om nog te zwijgen van de zangeres, die soms erg hardnekkig haar best deed om de juiste toon net niet te halen. Bovendien ging Florizoone’s bijdrage regelmatig verloren in de massieve percussie- en beatsstormen die ontketend werden.
Toegegeven: onze indruk is gebaseerd op een half concert, dat uiteindelijk twee en een half uur voortdenderde en de tent naar verluidt opnieuw op z’n kop zette. Daar hebben we geen verweer tegen. Hoe dan ook: mooi festival en een geslaagde avond, voor Turken, Belgen en anderen.