Een uit de hand gelopen coup de foudre. Zo kan je nog het best de relatie beschrijven tussen The Accident (and other love stories), de laatste plaat van het lichtjes magistrale Leuvense Spencer The Rover en elk beetje muziekliefhebber. Wij zijn alvast helemaal mee met bezieler Koen Renders’ sublieme muziekjes, de rest van de mensheid vormt slechts een kwestie van tijd.
Al waait zo’n klein meesterwerk je natuurlijk niet aan vanuit een vacuüm. Al in de eerste helft van de jaren negentig maakte Renders het mooie weer met de groepen Stormdaisy en vooral Ivan’s Land. Voor alweer de derde plaat van het al tien jaar bestaande Spencer The Rover nam Renders vooral plaats achter de piano, overgoot het geheel met een heerlijke saus van rijkelijk georkestreerde arrangementen en bedacht zowaar enkele uit de kluiten gewassen concepten die meer dan eens refereren aan het beste werk van The Beatles en The Beach Boys.
Neem nu opener en titelsong "The Accident": om te beginnen bevat de song met zijn zalige blazers en loepzuivere samenzang een meer dan stevige knipoog naar Sergeant Pepper’s Lonely Hearts Club Band van The Beatles. Er waart eveneens een rode draad om u tegen te zeggen door enkele nummers van deze plaat. In "The Accident", bijvoorbeeld, krijgt een man een ongeluk wanneer hij de straat oversteekt om een oude jeugdliefde te groeten. In het heerlijke "Party Dress" wordt die man dan weer verzorgd door zijn jeugdliefde en beslist hij ’eruit te stappen’. Het rockende "Bye Bye Big Blue Eyes" beschrijft ten slotte de ontmoeting tussen man en jeugdliefde zonder dat er een ongeval plaatsvond.
Merk op dat Renders niet alleen tekstueel maar ook muzikaal herhaaldelijk teruggrijpt naar andere nummers op de plaat. Moeilijkdoenerij? Integendeel: deze plaat hangt met secondenlijm aan elkaar en is zo hecht, zo logisch dat je al een zwarte gordel karate moet hebben om die uitgekiende volgorde te doorbreken. Neem nu "Sad Songs", track nummer twee en, in tegenstelling tot wat de titel doet vermoeden, een song om goedgemutst doorheen je dag te fietsen: enkele meesterlijk gecaste violen draperen zich meesterlijk rond Renders pianospel. Overigens speelt Renders wel meer songs waarvan de titels een wandelende contradictie betreffen met de muziek. Neem nu "Stop Dreaming": met een satijnen, akoestische gitaar, een drum die elk moment in slaap dreigt te vallen, en een melodie die zich als de betere butler discreet maar functioneel niet opdringt, is dit volgens ons het ideale wiegeliedje van de laatste jaren.
En dan zwijgen we nog over het eerder geciteerde, zachtjes wiegende "Party Dress", dat helemaal werd ondergedompeld in een ligbad van prachtige hoorns – met stip het mooiste instrument ooit. "Heather", over de subtiele dominantie in een driehoeksverhouding, drijft op gitaartjes die zo laidback en toch zo funky zijn dat je ze spontaan in de betere kroeg op een glas wil trakteren, om maar te zwijgen van de violen. Mooie constante van deze plaat trouwens: arrangementen die zo vol als een maaltijdsoep klinken maar desondanks de argeloze luisteraar nooit een indigestie bezorgen, il faut le faire!
Toch bewijst Renders dat hij het ook met enkel een naakte piano kan. "Sammy Boy", over extreme jaloezie in – – alweer — een driehoeksverhouding, is een ballad zoals ze ze tegenwoordig nog maar zelden schijnen te maken en herinnert aan de allerbeste pianosongs van Billy Joel en Joe Jackson. "Bye Bye Big Blue Eyes", zoals we al eerder schreven een van de weinige rockers op deze plaat, kleurt weliswaar iets teveel binnen de lijntjes, maar klinkt zo weldadig uptempo, zo positief dat je de hele dag wil rondlopen met een idiote grijns op je gezicht. In de hekkensluiter, de singleversie van "Sad Songs", zet Renders de puntjes op de i en bewijst hij eens temeer een wettig bastaardkind van The Beach Boys en The Beatles te zijn. The Accident (and other love stories) kampeert nu al dagen in onze cd-speler en solliciteert vastberaden naar een plek in uw trommelvliezen. Aanrader van het huis.