Drie jaar na het bewierookte Noem me bij jouw naam is Witte Nachten André Acimans opvolger. Zijn esthetiserende stijl blijft onveranderd. Toch irriteert deze Witte Nachten meer dan hij fascineert.
{image}Oscar leert op kerstavond Clara kennen op een feest. Met dit eenvoudig gegeven gaat André Aciman gedurende zeven dagen tot oudjaar aan de slag. Elke dag ontmoeten Oscar en Clara elkaar opnieuw en hun relatie vormt het ijkpunt waaraan deze roman opgehangen wordt. Alles draait rond de weifelende Oscar die maar niet kan kiezen en de drammerige Clara, die Oscar van het kastje naar de muur lijkt te sturen en hem daar zet waar zij het wil. Of is ook dat maar schijn?
In Acimans eerste roman Noem me bij jouw naam uit 2007 leerden we hem al kennen als een begenadigd woordkunstenaar wiens taal bij momenten pure poëzie werd. Ook in dat boek vormde het liefdesleven van een onzeker hoofdpersonage de voedingsbodem voor een verhaal vol passie, twijfel en vooral bijzonder veel hoogoplopende emoties. In Witte Nachten trekt hij dat nog verder door, waardoor de plot van het boek nog soberder wordt. Vooruitgang boeken de personages niet, waardoor de aandacht van de lezer volledig gefocust moet blijven op de gevoelens van de personages.
Als literatuurwetenschapper houdt de auteur ervan om verwijzingen en parallellen in zijn werk te stoppen. De structuur en titel van het boek verwijzen naar een verhaal van Fjodor Dostojevski, terwijl ook de Franse cineast Eric Rohmer een vooraanstaande rol speelt. Oscar en Clara bezoeken tussen de feestdagen immers bijna dagelijks het plaatselijke Rohmer-festival, waar verschillende films van de Europese meester vertoond worden. Oscar maakt voortdurend vergelijkingen met de films en ook Aciman lijkt meer dan toevallig beïnvloed door het werk van Rohmer. De zogenaamde ‘praatfilms’ zijn nooit ver weg, waardoor wat ons betreft soms de grens van het geduld overschreden werd. Vooral Clara verzandt soms in een karikatuur van de intellectuele yuppie, die er genoegen in schept om anderen belachelijk te maken en zich te verliezen in absurde taalspelletjes. Hierin toont Aciman zich te overdadig om zijn personages werkelijk ten volle te laten openbloeien.
Terwijl Oscar heen en weer geslingerd wordt tussenClara en zijn eigen gevoelens, geeft Aciman ons ook spaarzaam informatie mee over de achtergrond van Oscar en leren we hem een beetje kennen als een man die wanhopig op zoek is naar een waarachtige liefde, of wat hij daarvoor kan laten doorgaan. De focus in Witte Nachten ligt echter zo strikt op de relatie tussen Oscar en Clara dat de familiale passages over Oscar nauwelijks overtuigen. Een voortzetting van zijn vorige succesroman hoefde Aciman zeker niet af te leveren, maar anderzijds blijft in Witte Nachten zijn focus te eenzijdig en beperkt om opnieuw over de hele lijn te kunnen overtuigen.