Voor zijn woeste en melancholische doeken haalde Caspar David Friedrich inspiratie uit de natuur en dramatische levenservaringen. De duistere mysterie van een meesterwerk als "Abtei im Eichwald" blijft vandaag nog steeds boeien, maar tweehonderd jaar later vormen natuur en dood nog steeds inspiratiebronnen voor andere fascinerende kunstervaringen.
Ter voorbereiding van Marrow Of The Spirit trok zanger-gitarist John Haughm zich terug in de Roemeense Karpaten. Natuurbeleving staat dan ook centraal bij Agalloch. De bandnaam verwijst naar een Oost-Indische houtsoort. De "grijze metal"-band opereert vanuit Oregon, een staat die niet toevallig beroemd is voor zijn oneindige bossen en woeste kusten. Agalloch omhelst de natuur omdat de mensheid ze verwoest. Dood en verderf zijn dus ook steeds terugkerende motieven in de muziek van Agalloch. Meer romantiek kan haast niet.
Agalloch zou geen atmosferische band zijn zonder een fantasiewereld op te zetten. De drie voorgaande albums en talloze EP’s waren stuk voor stuk meeslepende epen waarin je van begin tot einde verzonk. Ashes Against The Grain uit 2006 wordt unaniem als een van de beste metalalbums van de noughties beschouwd. Het geheim achter Agalloch zullen we allicht nooit weten, maar zeker is dat de band uit black metal, folk, ambient en postrock de donkerste bestanddelen destilleert. Agalloch is terecht de hoge vertegenwoordiger van de Amerikaanse atmosferische metal, een scene die schatplichtig is aan de erfenis van Euronymus maar pas uit zijn voegen barstte toen zijn moordenaar, Varg Vikaernes, achter de tralies zat.
Voor we Marrow Of The Spirit in onze cd-lader staken, wachtten we tot het ’s avonds koud en kil werd en de kale bomen in de verte tegen de achtergrond van de avondschemering een desolate indruk gaven. In "They Escaped The Weight of Darkness" zorgt de cello voor de rouwstemming terwijl op de achtergrond een rivier kolkt. Daarna gaat Agalloch back to the primitive. "Into The Painted Grey" start venijnig uit te startblokken. De ruwe en organische aanpak doet aan debuut Pale Folklore denken. De kracht van de verwoestende winterstorm is afkomstig van de scherpe vocalen (shrieks in het metalwoordenboek), de furieuze gitaren en ontzagwekkende drums. Nieuwkomer Aesop Dekker zet een opmerkelijke prestatie neer en bewijst dat hij meer kan dan baldadig blastbeaten. Victory is near, en het eerste offensief is nog maar net afgelopen.
In "The Watcher’s Monolith", waarin akoestische en snijdende gitaren in elkaar verstrengeld zijn, staat vooral het middenstuk voor een verwoestende aardbeving. Het nummer eindigt wel met een bloedmooi pianostuk, maar Agalloch klinkt agressiever dan ooit. "Black Lake Nidstang" is de hoofdbrok van het album. Tribale drums en dreigende Mooggeluiden luiden de minutenlange geluidsstorm van tragische gitaren in, alsof Godspeed You! Black Emperor in zijn meest verschrikkelijke gedaante verschijnt. Tijdens het hopeloze gekrijs van Haughm komen de haren op de armen overeind. Agalloch wordt letterlijk een klankbord voor menselijke miserie, maar brengt hoop. Belgeluidjes en de Moog bouwen op naar een climax. Opvallend is de duidelijke inbreng van gitarist Don Anderson. Door zijn ellenlange riffs klinkt Agalloch als een verschroeiende versie van Sigur Rós.
Is Marrow Of The Spirit dan al een klassieker in de maak? Neen, want Agalloch maakt het net niet af. Met "Ghosts of the Midwinter Fires" kwijnt de band even weg in de middelmatigheid. Het nummer glijdt van barbaarse postrock weg naar repetitieve metal. De artiesten hebben hun inventiviteit niet volledig opgebruikt. "To Drown" wordt minuut na minuut steeds dikkere dark ambient terwijl nerveuze violen opjuttend werken. Op de achtergrond hoor je een kabbelende zee. De natuurlijke sfeer staat opnieuw centraal. Toch zitten we na dit tragisch klinkende slot met een wrang gevoel opgescheept. De impact kon groter met een nog volumineuzere productie.
"Marrow of the Spirit is Agalloch’s darkest, bleakest, most dense, detailed and aggressive album to date and in turn is the most accomplished album of their career", lazen we ergens. Marrow Of The Spirit is zonder meer Agallochs meest destructieve album. Toch hielden we meer van de nette productie en het "rockgehalte" van Ashes Against The Grain dan de primitieve sound van Marrow Of The Spirit. Het moet voor Agalloch een helse klus geweest zijn om na magnum opus Ashes Against The Grain zichzelf opnieuw uit te vinden. Daar zijn ze toch met verve in geslaagd.