
Als dat geen sterke timing is: net wanneer de eerste bijtende kou
zich rond de botten wringt, komt Goldfrapp ons bezoeken! Al iets
meer dan een decennium slaagt dit duo er wonderwel in lijf en
lenden op te warmen, hetzij met pompende electropop, hetzij met
knusse cabaretfolk. En laten we natuurlijk ook Allison Goldfrapp
niet vergeten, op haar vierenveertigste (!) nog steeds sex-on-legs
met een hoge notering in onze ultratop der favoriete opwarmers van
oren, lijf en lenden. Zij had vanavond bovenaan in haar koffer
‘Head First’ liggen, de vijfde langspeler die na een festivaltour
nu ook in de zalen gepromoot mag worden.
Ondanks de diepgaande liefde voor deze band, moet het er even uit:
binnen hun oeuvre is ‘Head First’ een gemiste kans, een plaat die
ons – om maar even in het thema verder te gaan – warm nog koud
maakt. Een amusante eightiesrevival, maar eveneens een te veilig
spel na de voorafgaande moderne klassiekers. De eerste helft van
het concert putte gretig hieruit, wat tot een vlakke show leidde.
Allison kan con brio de rol van disco diva neerzetten, dat
weten we al sinds ‘Supernature’, maar enkele exacte kopieën van
albumtracks in generische uitvoering later leek ze gedegradeerd van
artieste tot showgirl. De vierkoppige band voegde niets toe aan de
studiovruchten en de gemakkelijke popstructuren belemmerden Allison
om haar vocale capaciteiten ten volle te tonen. Het was dan ook
wachten tot het singletje ‘Rocket’ om voor het eerst het bloed te
voelen stromen.
Net wanneer je Goldfrapp aan de Night of the Proms-affiche zou
willen toevoegen, keerde het tij op de tonen van de doorbraaksingle
‘Train’ en kregen we waarvoor we kwamen: kinky electro met een
verleidelijke disco-dominatrix die in luttele seconden tijd het
publiek uit de bol liet gaan. De tweede helft van de set was een
wilde rit doorheen de backcatalogue: uitgesponnen, extra heftige
versies van ‘Ride a White Horse’ en ‘Ooh la la’ dreven ons naar een
hoogtepunt alvorens in het begin van de bisronde het tweede gelaat
van Goldfrapp getoond werd. Een met subtiele beats aangestipt
‘Black Cherry’ herinnerde je eraan waarom je ooit halsoverkop
verliefd werd op deze dame. Even later bewees ze in een
indrukwekkend ‘Lovely Head’ nog eens geen katje om zonder
handschoenen aan te pakken te zijn: met zwart omrande katogen
scande ze het publiek alvorens uit te barsten in een amalgaam van
gekrijs en gespin doorheen de vocoder. Als een meesteres die haar
gewillige slaven nog een beloning toewerpt, kreeg een uitgelaten AB
nog een hitsig ‘Strict Machine’ als afsluiter mee.
Ze kan het nog steeds, laat daar geen twijfel over bestaan. Laat
dit echter ook een les zijn om na de geplande compilatieplaat met
een nieuwe ‘Black Cherry’ op de proppen te komen: het schaamteloos
flirten met retropop is een hippe trend in de popindustrie, maar
Goldfrapp staat daar nog steeds torenhoog boven. Wie heeft zin in
wat onschuldige geflirt als je weet dat het ultieme genot
bereikbaar is?