



Wie na ‘Dawn of the Dead’, ‘300’ en ‘Watchmen’ al vond dat
regisseur Zack Snyder in zijn films te veel style over
substance aanbood, blijft maar beter ver weg van zijn
nieuwste, ‘The Legend of the Guardians: The Owls of Ga’Hoole’ – nét
geen concurrentie voor ‘Night of the Day of the Dawn of the Son of
the Bride of the Return of the Revenge of the Terror of the Attack
of the Evil, Mutant, Alien, Flesh Eating, Hellbound, Zombified
Living Dead Part 2: In Shocking 2-D’ of ‘Homework, or How
Pornography Saved the Split Family from Boredom and Improved their
Financial Situation’ in de categorie “langste filmtitel ooit”. Deze
zeldzame animatieprent die noch uit de Pixar-stal, noch uit de
Dreamworks-fabriek afkomstig is, mag immers te boek worden gesteld
als misschien wel de meest visueel indrukwekkende ooit in zijn
genre, maar kan op gebied van inhoud en verbeeldingskracht bijlange
niet mee met de grote kleppers van de concurrentie (‘How To Train
Your Dragon’ van Dreamworks en ‘Toy Story 3’ van Pixar).
Het clichématige heldenverhaaltje over een fantasierijk uiltje,
zijn reis naar het fabelachtige koninkrijk van Ga’Hoole en zijn
gevecht tegen de tirannie van wat volgens onze beste gok de uil van
Sauron is, zou een leuke brok epiek voor kinderen kunnen opleveren,
maar dat wordt tegengewerkt door de formuleachtige uitwerking en
vooral de steriele look van de prent. Jep, de veren van de uilen
zien er, vooral tegen de wind in, háárscherp uit, en als het
regent, kan je de druppeltjes tellen – meer nog, je kan de
weerspiegelingen in elk druppeltje gaan checken. Alleen
wordt er met die loepzuivere beelden en dito technologie erg weinig
aangevangen in het art department. De omgevingen zijn kaal
en saai – een boom is een doodgewone boom en een vulkanisch
landschap is veeleer leeg dan dreigend – en alle beesten zien er
wel min of meer hetzelfde uit. Wél knap is dat er creatief wordt
omgesprongen met de 3D-technologie door de toevoeging van mist- en
neveleffecten, die heel wat diepgang aan het ietwat troosteloze
landschap geven.
Voor de rest haspelt ‘Legend’ vooral braafjes de klassieke
kenmerken van een from zero to hero-verhaaltje af: de
scène waarin het hoofdpersonage zijn dappere inborst toont, de
grappige metgezellen, de broedertwist, de montage waarin op een
catchy deuntje in twee minuten tijd de training wordt
getoond, de voorzichtige love interest, de wijze oude
mentor en ga zo maar door, ze passeren allemaal de revue. Resultaat
is een volslagen ongevaarlijk en geheel voorspelbaar fabeltje
waarin de makers zich af en toe wagen aan het implementeren van de
mythologie uit de boeken van Kathryn Lasky (waarop de film
gebaseerd is). Resultaat is een soort ‘Lord of the Rings’ met
vleugels, met een ridicule subplot over een “flecks” die
uit braakballen (!) moeten worden gehaald om een soort verlammend
energetisch veld te maken, en onze held die zijn “gizzard”
moet gebruiken om zijn vrienden te redden. Zijn intuïtie, voor de
viezeriken onder jullie die iets anders dachten.
Daar laat Snyder met plezier zijn na ‘300’ en ‘Watchmen’
ondertussen gekende trukendoos op los: een gladde, ultragestileerde
vormgeving, harde kleuren die het beeld een haast onwerkelijke
glans meegeven, en vooral extreme slow motion die de actie
nét niet stillegt en zorgt voor uitgekiende, retestrakke
composities. Snyder’s overgestileerde retrolook is geen spek voor
ieders bek, al ben ik persoonlijk wel fan van zijn postmoderne
kitschfestijnen – ‘300’ en ‘Watchmen’ blijven nog steeds moeiteloos
overeind. Zijn bijzondere visuele flair en opmerkelijk oog voor
culturele popcornobservaties zorgen ervoor dat hij een uitstekend
regisseur is voor comicadaptaties en andere geekgasms.
Animatie is een dankbaar medium voor zijn strakke stijl en in de
weinige momentjes dat er echt knappe dingen op het scherm worden
getoverd, is zijn hand duidelijk merkbaar: de eenzame veer helemaal
in het begin, de vlucht in de regen en een vechtscène hier en daar
zijn geweldig om naar te kijken.
Terwijl ‘300’ en ‘Watchmen’ echter nog konden rekenen op hun
roots in de wereld van de graphic novels – enige
kritiek op die films, kon je in feite net zo goed richten op de
strips waarop ze gebaseerd waren – moet ‘Legend’ het zonder die
context doen. Dat de film werkelijk niks te vertellen heeft, stoort
hier dan ook veel meer; een film over comics die dient als een
bewegende weergave van het medium, is op zich al een leuk
experiment, terwijl een animatiefilm die we al tien keer hebben
gezien veel minder te bieden heeft. ‘Legend’ steunt zuiver en
alleen op zijn indrukwekkende visuals en biedt niet genoeg
échte cinema om daarmee weg te komen.
Wij kijken ondertussen koppig uit naar Snyder’s volgende worpen.
‘Sucker Punch’ ziet er met zijn dodelijke lolita’s, enorme
samurai’s, brandende zeppelins, geschifte nazi’s en vuurspuwende
draken uit als een mesjoche mengeling van alles wat
awesome is in de cinema en het onlangs aangekondigde
Supermanproject zou ook wel eens iets moois kunnen opleveren. De
nay-sayers hebben met ‘Legend’ echter meer dan genoeg
redenen om te klagen. Een kat in een zak dus, al is het nog zo’n
mooie.