Hij producete platen van The Bony King Of Nowhere en Kiss The Anus Of A Black Cat, zij werd zwanger. Maar na jaren van constructief nietsdoen, jeukt het opnieuw, en met Hinterland keren An Pierlé en Koen Gisen terug naar een openbaar muzikaal bestaan. En het moest simpeler dan vorige keer. “Het wrong dat mensen onze plaat echt goed gemaakt vonden, maar er niets bij voelden.”
“Eigenlijk waren de jaren voor we aan Hinterland begonnen erg bepalend voor de plaat”, zegt Pierlé. “We hadden jarenlang het touren afgewisseld met opnemen, en we waren dat moe. We hadden nood aan iets anders in ons leven: aan tijd om vrienden te zien, of voor Koen om eens wat productiewerk te doen. Eigenlijk heeft het deugd gedaan om even een ander leven te hebben gehad, want zo’n tour wordt ook maar een sleur: altijd in hetzelfde busje met dezelfde mensen. Dat is wel tof, maar het werkt ook afstompend want je kijkt geen films, maar series. Goéie series, dat wel, maar toch: je haalt er geen inspiratie uit. Ik zie mezelf niet onmiddellijk een nummer over The Wire schrijven, terwijl ik aan een boek van Hermann Hesse wel veel over houdt. Maar die concentratie om te lezen heb ik dan niet. Ik ben heel blij dat ik de luxe heb gehad om muziek te maken die nergens voor moest dienen. Dat was ik wat kwijt.”
Gisen: ” Wat het niet mocht zijn was: een plaat maken omdat dat nu eenmaal ons beroep is. Veel mensen zitten in zo’n tredmolen. Zeer gek, vind ik dat.”
Pierlé: “Het heeft veel tijd gekost omdat de opnames van de plaat van The Bony King Of Nowhere veel langer duurden dan voorzien. En ik zat op zolder gezellig wat te prutsen op computer in Garageband. Op den duur had ik zo een hele hoop rare, slecht klinkende demo’s, en waren we ook samen aan liedjes begonnen. We zijn toen beginnen opnemen, vervolgens werd ik zwanger, en toen was er een deadline. Voila.”
(Tegen Gisen) “Het heeft daarna ook nog een eind geduurd voor jij een visie kreeg over alles wat we hadden. En toen zijn we er pas aan begonnen, in een poging om het toch wat coherenter te maken.”
enola: Was het moeilijk om in dat bos van demo’s een plaat te zien, Koen?
Gisen: “Eigenlijk wel. Ik kreeg er ook maar zicht op door er aan te beginnen, door de common ground tussen ons te verkennen: ‘dit wel’, ‘dat niet’, ‘dit is nog te veel werk’,… En toen ben ik beginnen kijken wat ik in handen had. Het was wel een werk. Die Garagebandprobeersels klonken verschrikkelijk, dus ik ben die opnieuw gaan inspelen en dat beviel me goed.”
Pierlé: “Het was soms omslachtig: dan had ik iets gemaakt met een blikkerige funkgitaar, moest ik dat weer vertalen naar piano om er iets van te maken, en dan kon Koen er mee aan de slag.”
enola: Heeft dat werken in Garageband een andere manier van songschrijven tot gevolg?
Gisen: “Toch wel. Alleen al ritmisch was dat zo. Die demo’s grooveden, en dat hadden we nog nooit gehad, een drum die van begin tot einde één ritme speelde. Ik had dat nog nooit gedaan, zo’n eenvoudig ritme. En dat wilde ik per sé, want tot nu toe was het bij ons om één of andere reden altijd wat complexer. En dan was het zaak daar toch een persoonlijke stem in te vinden.”
Pierlé: “Sommige songs waren zo heel leuk om te maken. “Wakey Wakey” was eigenlijk een jam van Koen op drum en bas, waarover dan een goeie microfoon werd getest. We deden dus maar iets, en dat bleek erg fris te zijn, een andere invalshoek te bieden.”
Gisen: “Eigenlijk was het bedoeld als demo, maar die aanpak beviel zo erg dat we het zo gehouden hebben. Het is allemaal wat organischer dan de vorige plaat An Pierlé & White Velvet, die zeer geproducet was. Ik wil die plaat niet afvallen, maar ze is echt wel héél glad. Dat is niet wat we vandaag zochten.”
Pierlé: “Weet je wat ik er storend aan vond? Die kritiek die er over zei dat de plaat écht goed gemaakt was. Niet dat ze iemand na aan het hart lag, of geraakt had. Maar: ‘écht goed gedaan, jong!’ Dat nuanceverschil wrong, en maakte dat we deze keer iets meer direct wilden zijn; wat vloeiender.”
Gisen: “Zoeken hoe de muziek terug kon primeren zonder te moeten stoefen met productie. Daarom dat we ook een erg transparant geluid verkozen. Het was een uitdaging, want dan moet elk instrument op iets trekken. Alles staat in beeld, het kan zich niet wegsteken onder andere laagjes.”
Pierlé: “Geen enkele viool, is er te horen. Geen één!”
enola: “Little By Little” zet de luisteraar als opener wat op het verkeerde spoor. Het zorgt voor een atmosferisch, dreigend begin, terwijl “Where Did It Come From?” meteen daarna opnieuw erg klassiek aandoet. Was dat een contrast dat je zocht?
Pierlé: “”Little By Little” moest of vooraan, of helemaal achteraan. Of we nooit overwogen hebben een plaat te maken die volledig op dat atmosferische mikte? Lukt niet. We zijn te eclectisch daarvoor. Het gaat alle kanten uit als we schrijven. “Broke My Bones” is totaal anders gemaakt, gewoon gebaseerd op iets dat Koen speelde op gitaar.”
Gisen: “We zijn plakboekmensen. Er zijn altijd stukjes die blijven meegaan.”
enola: Een interessante uitspraak in de bio bij de plaat vond ik: “Een album is geen kortverhaal. Het is een deel van een naslagwerk waarvan het plot zich nog grotendeels moet schrijven.” Je gelooft niet echt in een album als artistiek statement? Het zijn toevallig tien nummers?
Gisen: “Dat nu ook niet. Het hadden niet tien andere kunnen zijn. Op den duur moet je je neerleggen bij wat je maakt. Normaal ben ik degene die altijd naar het donkere neigt, maar bij deze plaat merkte ik dat ik naar de lichtere dingen greep. Dan moet je dat accepteren en daarin meegaan.”
Pierlé: “Je kiest niet wat je maakt. Je maakt niet zomaar tien nummers als “Little By Little”, of tien nummers met een koor. Ik zou me ook snel vervelen op die manier.”
goddeau Een thema op de plaat zou ook zijn hoe je de bindingsangst van je generatie niet begrijpt?
Pierlé: “Rond ons gaan heel veel relaties plots kapot, of zijn er mensen die zonder lief vallen en op zoek gaan. En dat blijkt dan ongelofelijk moeilijk omdat mensen zich niet willen binden, daar bang voor zijn. Het woord bindingsangst valt zo dikwijls, en ik begrijp dat niet. Je moet gewoon voortdoen, zo simpel is dat. Al hebben wij misschien geluk dat wij elkaar hebben gevonden, dat kan ook. Maar je moet het toch een kans geven, je moet toch ook eens uit jezelf durven breken.”
Gisen: “Die mensen zijn gewoon wussy’s.”
Pierlé: (op dreef) “Nog zoiets: ‘de grote passie. Wat is dat? Constant geil lopen en dan keihard ruzie maken en dat weer als voedingsbodem voor nieuwe seks gebruiken? En als het dan even rustig is het opgeven omdat het saai wordt? Neen, het wordt net boeiend dan, maar je moet het een kans geven. Het is een keuze die je moet maken, en daarin volharden vind ik interessanter.”
Gisen: “Het heeft ook te maken met jezelf au serieux nemen. Het feit dat je iemand hebt gekozen heeft een bepaalde reden. Ik klink nu zeer hard als Phil Bosmans, maar ik vind dat echt een opdracht. Het is iets wezenlijks, dat je probeert te begrijpen waarom je die keuze maakt. Wat je ziet bij veel van die mensen is een seriële monogamie waarin ze altijd afhaken op hetzelfde ogenblik. En voor je ’t weet ben je zo veertig en zit je nog altijd op hetzelfde punt in je emotioneel leven. Ze hebben nooit die kaap genomen. Ik vind dat zo raar. Wij kennen die verliefdheid ook hoor, ik heb ook genoeg mensen gehad. En ook daar raakt een enorme sleur in. Het is een grotere uitdaging om iets dat ok is goed te maken.”
Pierlé: “Dat is het. We hadden ook al vier keer uit elkaar kunnen gaan. (lacht) Die utopie dat je iemand beter gaat vinden. Die bestaat niet. Natuurlijk kun je altijd iemand beter vinden. Wat krijg je op die manier? Alleen maar ongelukkige mensen.”
enola: Nu we toch in relationele sferen zitten: hoe heeft het moederschap je veranderd?
Pierlé: “Ik zie het leven helemaal door een roze bril, de nachten zijn zeer lang, alles is perfect en mijn plaat gaat daarover. (schatert het uit) Neen hoor, en dat moest ook helemaal niet. Het is gewoon iets overrompelends, maar de plaat was af voor de baby er was. En het moest zeker geen rozige zwangerschapsplaat worden, want daar heb ik een heilige hekel aan. We bekijken dat zo niet. Dat is gewoon iemand die bij ons is komen wonen: zeer interessant en raar, en vermoeiend en opeisend. Tof hoor, maar praktisch zeer moeilijk. Maar we zijn erg gemotiveerd. Veel vrouwen stoppen met de muziek, maar dat wil ik niet, al gaat het heel veel discipline vergen om te blijven schrijven.”
enola: En een andere manier van touren?
Pierlé: “Dat zullen we zien. We zullen het nemen zoals het komt. Die zwangerschap heeft eigenlijk vooral een deadline gesteld. Voor een bepaalde datum moest alles op band staan, want daar voorbij werd het fysiek te zwaar. We konden dus geen zeventig micro’s testen en honderdtwintig zangtakes doen, zoals met de vorige plaat. We maakten een paar keuzes en gebruikten vaak eerste takes.”
enola: De plaat is ondertussen bijna een jaar oud voor jullie. Geeft dat een andere kijk?
Gisen: “Het is wel vreemd. We zijn op dit moment heel hard aan het repeteren om de nummers live te kunnen brengen, en dat is toch wel anders. Ik heb het gevoel dat we door die afstand veel meer naar de essentie gaan. Anders staan we nog te dicht bij de songs. We hebben overigens nog nooit zoveel gerepeteerd voor een première.”
Pierlé: “Voor mij is het ook helemaal anders geworden. We zijn nu maar met vier meer bij optredens, dus ik sta niet meer centraal vooraan, maar zit opnieuw opzij met dat beest (haar piano, mvs). Ik moet me op drie dingen tegelijk concentreren. Maar dat is goed, want een mens wordt lui van alleen maar zangeres te zijn. Niets is gemakkelijker.” (lacht)
enola: En ooit komt er nog eens een soloplaat op piano?
Pierlé: “Dat is toch de bedoeling. Ik heb wel zin om nog eens echte pianonummers te schrijven, en mij opnieuw te verdiepen in het spelen en het zingen. Dat is een andere manier van schrijven dan bezig zijn met arrangementen en zo verder. Het is goed om een plan te hebben, hé, maar aan de andere kant is het fijn om met vier te spelen nu, en dat geeft ook zin om op de ingeslagen weg door te gaan. Ik weet het niet dus, maar het moet er wel eens van komen. Misschien moet ik er toch niet te lang mee wachten. Tijd dat het eens buiten is, dan kan ik weer iets anders doen.”
An Pierlé & White Velvet stellen Hinterland op 6 november voor in de AB in Brussel.