Fuck man, wat een plaat! Vrouw, vrienden en passanten van deze (pn) keken afgelopen zomer niet zelden raar op toen hij deze zin plots in het midden van een gesprek — op een barbecue, in de auto, op straat, in de trein, tot in de kraamkliniek toe —hoofdschuddend voor zich uitriep. Nee, We’re Here Because We’re Here is de afgelopen weken geen dag uit dit hoofd, hart, de iPod of cd-speler geweest.
Deze (pn) heeft dat de afgelopen weken dan ook meermaals geprobeerd op een degelijke, niet te hijgerige manier in zo’n 4000 tekens te gieten, maar verder dan een meermaals gestrande preformatie van het alfabet kwam het niet. En ondertussen tegen iedereen maar raaskallen dat deze plaat zo raakt. Zo ontroert, zo troost, ontlaadt; zo doet wat muziek moet doen, maar ondanks een nooit eindigende lavastroom van releases al bij al te weinig doet. Zucht. Maar een ziedend telefoontje van hoofdredacteur (mvs) doet elke writer’s block wensen dat ze nooit geboren was. En avant, dus.
Eerst even voorstellen. Er zijn immers nog steeds mensen die Anathema een metalband noemen, wat zowat het equivalent is van U2 "dat postpunkgroepje" noemen. Het Liverpoolse Anathema heeft een op z’n minst opzienbarende evolutie doorgemaakt van doom metalband naar een groep die de sfeer uitademt van een desolaat, avondlijk strand waar Radiohead en Pink Floyd eb en vloed zijn, terwijl er op deze zevende plaat nu en dan ook een golfbreker opduikt die door Sigur Rós gebouwd had kunnen zijn. Zeker nu doen zulke vergelijkingen Anathema oneer aan, en degraderen ze "recenseren", zoals meestal, tot een koe die steeds hetzelfde gras blijft herkauwen.
En laat dat nu hetgene zijn dat Anathema al zo’n zeventien jaar bijlange niet doet. Sinds Eternity uit 1996 zet de band steevast een reuzenpas vooruit, van meesterwerk tot meesterwerk, met een emotionele en rationele verdieping en verbreding van hun eigen verzengend weemoedige geluid. A Fine Day To Exit (2001) en A Natural Disaster (2003) sloegen bressen in de dijk van mistroostigheid die zowel het bloedmooie Alternative 4 (1998) als Judgement (1999) waren. Die evolutie culmineert nu, zeven jaar later, in een dijkbreuk op We’re Here Because We’re Here, een warme, zelfs hoopvolle plaat waarop mijmeringen over onze sterfelijkheid baden in onwaarschijnlijk meeslepende muziek die na tientallen luisterbeurten nog steeds een uur lang van uw huid een grillig maanlandschap maakt.
Vooral de eerste vier nummers zijn door hun uitgekiende opbouw één opwindende draaikolk die u alle richtingen van de windroos der emoties laat zien: de eruptie van openingssong "Thin Air" is van zo’n krachtige schoonheid dat ze u een whiplash bezorgt, "Summer Night Horizon" is een gloedvolle, elkaar opruiende en soms loslatende vrijpartij van piano en drums die uitmondt in een pakkende, orgastische gitaar die het nummer opensplijt. Hoopvoller dan in "Dreaming Light" — dat toch de sfeer van Sigur Rós’ Takk uitademt — klonk Anathema nog nooit, breekbaarder dan in de prachtige samenzang van "Everything", die een gordiaanse knoop legt in uw keel, evenmin.
Dat verschroeiende niveau wordt ook niet de hele plaat volgehouden. Constante is wel dat het deze keer nooit te zweverig wordt. De broers Cavanagh en Steven Wilson (Porcupine Tree) houden de teugels van de songs strak: melodie en een bedachtzaam euforische, soms epische sfeer houden elkaar in het gareel, zoals in de omhelzing van "Angels Walk Among Us" die de vingernagels steeds dieper in je rug kerft. "Universal" mondt uit in een orkestrale climax zoals Anathema ze nog nooit aandurfde – en budgettair misschien nooit aankón. Enige valse noot is "Get Off, Get Out", waarvan de intro iets te nadrukkelijk leentjebuur speelt bij de Radiohead van Amnesiac, waarna niemand lijkt te weten waar het eigenlijk heen moet.
Maar voor de rest is dit na zeven jaar platenfirmaperikelen en wroeten, vloeken en werken op deze plaat een auditieve pacemaker die het bloed door de band (en misschien meer nog door uw aderen) laat stromen en bruisen als na een dijkbreuk. Dit is zo’n plaat waarop je een band na een carrière van zoeken, zichzelf verbeteren en de minst evidente wegen kiezen zichzelf hoort overstijgen. Platen die ook vandaag nog een zeldzaamheid zijn. In een jaar zonder The National was dit de plaat waar (pn) bij iedereen mee zou leuren als een getuige van Jehova met De Wachttoren. Maar verder dan een Fuck man, wat een plaat komt hij toch niet. Heeft u even geluk.
Anathema speelt op 15 oktober in Trix in Antwerpen.