



Veralgemenen is zelden ergens goed voor, maar grosso modo kun je
zeggen dat er twee soorten controversiële films bestaan. Enerzijds
heb je films die bewust proberen om hun publiek te choqueren, in
een poging om te verbergen dat ze voor de rest niet zo veel te
vertellen hebben. Van die lefgozerige stukjes cinema, die één en al
branie zonder inhoud zijn. Ik weet dat veel mensen het niet met me
eens zullen zijn, maar voor mij behoren pakweg ‘Ex-Drummer’ en
Gaspar Noé’s ‘Irréversible’ tot die categorie. En dan heb je films
waarbij het jammer is dat de controverse de inhoud overschaduwt,
omdat de discussie dan opeens over de verkeerde dingen gaat.
‘Antichrist’ was een gelaagde prent, die echt iets te vertellen had
over de relatie tussen man en vrouw, over natuur versus cultuur en
over misogynie door de eeuwen heen – maar er waren veel critici die
dat allemaal negeerden omdat ze niet voorbij dat ene beruchte shot
geraakten (wie hem gezien heeft, zal weten welk shot en zal het
wellicht ook niet snel vergeten). ‘The Killer Inside Me’, de
nieuwste worp van snelfilmer Michael Winterbottom, valt ook in die
categorie. Twee brutaal gewelddadige scènes hebben ervoor gezorgd
dat de prent al snel de reputatie van goedkope
exploitation meekreeg, terwijl niets minder waar is.
Winterbottom heeft hier een intense, intelligente film noir gemaakt
die een niets of niemand ontziende blik werpt in de diepste
duisternis van een gestoorde geest.
Casey Affleck is na ‘The Assassination of Jesse James’ alweer
uitstekend bezig als Lou Ford, een hulpsheriff in een onooglijk
stadje ergens in Texas, circa 1952. Ford is een gerespecteerd man,
die door quasi iedereen aardig gevonden wordt, maar binnenin hem
gaan er meer demonen te keer dan in Linda Blair. Hij heeft een
vaste vriendin, Amy (Kate Hudson), maar begint een
sadomasochistische relatie met het hoertje Joyce (Jessica Alba). Op
een dag komt hij er achter dat ook Elmer Conway (Jay R. Ferguson),
de zoon van steenrijke industrieel Chester Conway (Ned Beatty) een
vaste klant van Joyce is. Ford heeft nog een eitje te pellen met
Elmer, en ziet via Joyce zijn kans om wraak te nemen. De eerste
slachtoffers vallen, en Ford komt terecht in een domino-effect aan
moord en vernieling.
Dat verhaal werd gebaseerd op een hard boiled-roman van
Jim Thompson, die ook het bronmateriaal leverde voor ‘The Getaway’
en ‘The Grifters’, en meewerkte aan de scenario’s voor Stanley
Kubricks ‘The Killing’ en ‘Paths of Glory’. Thompson wordt over het
algemeen beschouwd als één van de hardste misdaadschrijvers die de
VS ooit hebben voortgebracht – een man die leek te schrijven om
zijn lezers pijn te doen. En in ‘The Killer Inside Me’ was dat niet
anders: Lou Ford is geen brave, zij het feilbare man die per
ongeluk in een foute situatie terechtkomt. Nope, hij is
een volbloed sociopaat, die schijnbaar niet in staat is om normale
menselijke emoties te voelen. Hij pleegt zijn moorden doelbewust en
lijkt geen last te hebben van schuldgevoelens – andere critici
hebben hem al vergeleken met Hannibal Lecter, en daar is wel iets
van aan. Hoewel Lou Ford veel minder pretentie heeft en nooit
termen als “quid pro quo” zou gebruiken, heeft hij een
gelijkaardige distantie van zijn daden. Hij is perfect in staat om
een vrouw dood te slaan, terwijl hij haar blijft toefluisteren: “Ik
hou van je.” Alsof het één het ander niet noodzakelijk
uitsluit.
Wat veel mensen dwars zat, was het gebrek aan een conventionele
psychologische verklaring voor wat Ford doet. We krijgen een paar
korte flashbacks die wel een hint geven: als kind werd hij seksueel
misbruikt door zijn moeder, die hem verplichtte om haar billenkoek
te geven, en zelf verkrachtte hij als tiener een jonger kind. Maar
Winterbottom presenteert ons die achtergrond niet als dé alles
verklarende motivering voor Fords daden. Ergens binnenin dat
personage blijven we met een raadsel over, een zwart gat dat we
zelf mogen invullen. Een interessante denkpiste is de manier waarop
Winterbottom (en in eerste instantie Thompson) het thema van
mannelijkheid introduceert in het verhaal. “In dit stadje,” vertelt
Ford op de voice over, “ben je een man én een heer, of je bent
helemaal niets.” ‘The Killer Inside Me’ speelt zich af op het
Texaanse platteland van de jaren vijftig, waarin ouderwetse,
conservatieve noties van mannelijkheid en vrouwelijkheid bestonden.
Mensen werden verwacht om een keurig leven te leiden en
seksualiteit – laat staan afwijkende seksualiteit – was absoluut
onbespreekbaar. Het personage Lou Ford lijkt bijna een parodie op
die mentaliteit: terwijl hij zich voordoet als een heer onder de
heren, is hij heimelijk exact het tegenovergestelde. Lou Ford was
dan ook Thompsons manier om de duistere werkelijkheid onder de
oppervlakte van het Amerikaanse leven naar boven te halen. (Geen
wonder dat hij één van de voornaamste invloeden was op het werk van
‘LA Confidential’-auteur James Ellroy, wiens hele oeuvre eigenlijk
gaat over de leugen die de American dream is.) Het is dan ook vast
geen toeval dat zijn naam Ford is (kan het Amerikaanser dan juist
die naam, die eeuwig verbonden zal zijn met de autogigant?) en dat
hij een deputy sheriff is, een autoriteitsfiguur die
volgens de normale manier van denken absoluut vertrouwd dient te
worden.
Het geweld was echter het voornaamste discussiepunt. Wanneer
Ford een man vermoordt, doet hij dat meestal kortweg door hem neer
te schieten. Het geweld tegen vrouwen is echter iets heel anders:
we krijgen twee scènes waarin Ford een vrouw met zijn blote vuisten
doodslaat – een langzame, bijna voelbaar pijnlijke procedure die
minutenlang in beslag neemt. “Misogynie!,” werd er al snel
geroepen. “Winterbottom geniet er van om vrouwen te zien lijden!”
Onzin, natuurlijk – die moordscènes passen bij het sadomasochisme
van Lou Ford. Voor hem zijn die moorden eigenlijk een verderzetting
van zijn (toegegeven, bizarre) seksuele voorkeuren. En ja, dat is
wel ziekelijk, maar Lou Ford is dan ook niet bepaald het meest
stabiele personage in de filmgeschiedenis.
Casey Affleck heeft zich de voorbije jaren geprofileerd als “het
meer getalenteerde broertje vàn”, en die reputatie houdt hij hier
hoog met een werkelijk angstaanjagende prestatie. Zijn lijzige
manier van spreken, de koele blik in zijn ogen en zijn doelbewuste
lichaamstaal (let erop hoe Ford nooit een overbodige beweging lijkt
te maken, hoe zijn hele lichaam gefocust lijkt op eender welk doel
dat hij wil bereiken), zorgen voor een ijzingwekkend efficiënte
prestatie. Kate Hudson is een meevaller als smeulende Southern
belle, terwijl Jessica Alba niet echt veel leven weet te
brengen in een personage dat, toegegeven, een beetje
underwritten is.
Voeg daar nog een goede sfeerzetting aan toe (alleen al de
beginaftiteling zet de toon perfect) en subtiele, onheilspellende
muziek, en je hebt één van de betere films van dit jaar. Een harde
film, die nergens terugdeinst voor de consequenties van zijn eigen
verhaal. Een film die geen gemakkelijke antwoorden biedt, maar elke
kijker zijn eigen interpretatie gunt. Kortom: een
volwassen film, en dat na een zomer vol kindervermaak. Als
dàt verdomme geen deugd doet.iHH