



‘Predators’ moet dé zomerblockbuster zijn waar nu eens echt
niemand op zat te wachten. De twee delen van ‘Aliens VS Predator’
en het Danny Glover-onding ‘Predator 2’ hebben de reputatie van ‘s
universums meest meedogenloze killer creature danig de
afgrond in gestort en ook al was de originele ‘Predator’ van John
McTiernan superieure B-pulp, een sequel daarop was nu niet echt
iets waar veel mensen anno 2010 nog om stonden te springen. En
toch kunnen we na het bekijken van dit nieuwe, door Robert
Rodriguez geproduceerde en ronduit fantástische ‘Predators’ (het
plezier giert ons enkele dagen na de eerste, maar ongetwijfeld lang
niet laatste kijkbeurt nóg door de aders!) noteren dat het
blockbusterseizoen afgelopen woensdag eindelijk officieel uit de
startblokken is geknald. Regisseur Nimród Antal, Rodriguez zelf, en
hun team katapulteren het publiek immers met bijna ziekelijk
enthousiasme terug naar het Gouden Tijdperk van de blockbuster – de
jaren ’80 – en leveren een explosief actiefestijn af van het
kaliber van ‘Aliens’. Of toch bijna.
De geweldige openingsmomenten droppen je meteen in een zweterige
koortsdroom: de meest onwaarschijnlijke actieprotagonist van het
jaar (Adrien Brody) wordt opeens wakker in mid air¸
terwijl hij op een zweterige jungle afstevent. Na de hachelijke
landing en het uitermate oldskool titelscherm (‘Predators’
in hoofdletters, geen verdere uitleg is nodig) ontmoet hij enkele
andere overlevenden, die net als hij geen idee hebben waar ze zijn,
of waarom. Onder hen zitten een Tsjetsjeense soldaat (Oleg
Taktarov), een bandiet uit een drugskartel
(Rogriguez-habitué, ‘Machete’-hoofdacteur en allround
scarface Danny Trejo), een zware crimineel (de geweldige
Walton Goggins, u bekend als Shane uit ‘The Shield’), een
Israëlische sniper (Alice Braga), een lid van de Yakuza (Louis
Ozawa Changchien), een Afrikaans rebellenofficier (de geweldig
genaamde en op de toetsen in de lagere school even geweldig in het
zak gezette Mahershalalhashbaz ‘zeg maar Maher’ Ali) en een gewone
dokter (een vervelende Topher Grace). Stuk voor stuk geoliede
vechtmachines, maar niet bepaald een team dat het moet hebben van
samenwerking. En samenwerken zal nodig zijn, want zij zijn niet
alleen in de jungle.
Om het maar meteen uit de weg te hebben: nee, Adrien Brody is
Arnold Schwarzenegger niet, maar hij brengt het er wél erg goed
vanaf. Hoe vreemd zijn naam ook staat op de affiche, hij is
behoorlijk bad-ass en weet zijn talrijke oneliners met
genoeg machismo te grommen, de ene al meer deadpan dan de
andere. Ook geen van de andere acteurs laat trouwens vermoeden dat
ze in een stuk pulp zitten (een stuk pulp dat fier is om pulp te
zijn, maar toch), en zo moet dat. Net als Rodriguez’ onderschatte
meesterwerk ‘Planet Terror’ wordt ‘Predators’ gepresenteerd als een
bloedserieuze actieprent, maar tegelijk zit ze vol vettige knipogen
en hilarische dialogen. “Wallowing in your own
crapulence,” zo wist Mr. Burns al, kan af en toe geweldig leuk
zijn, en dat is dan ook precies wat ‘Predators’ doet. De setting,
de personages en het scenario schipperen allemaal tussen volslagen
belachelijk en abnormaal cool, en omdat een sterke cast en crew
hier het roer in handen heeft, is ‘Predators’ te allen tijde
abnormaal cool en volslagen belachelijk tegelijk. Enfin,
geweldig amusant dus.
Het doet overigens deugd om nog eens een film te zien die het
kan doen met een minimum aan plot zonder dat een sfeervolle
set-up uit de weg wordt gegaan. Het eerste halfuur heeft
veel weg van dat van ‘Aliens’ en tijdens de prent wordt in feite zo
goed als niets uitgelegd – de planeet is een jachtterrein en zij
zijn het wild, dat is het ongeveer – maar de sfeer wordt tot in de
puntjes verzorgd (die kooien!) én je weet wat je moet weten:
Predators zijn bad-ass, mensen zijn slim, en er moet
ass worden gekickt. Een uitleg over het precieze
hoe en waarom had alleen maar storend kunnen werken. Veel
belangrijker is dat de actie stijlvol in beeld wordt gebracht en
dat de spanning op cruciale punten ten top wordt gedreven. De
regie, niet in handen van Rodriguez zelf, maar van diens protegé
Nimród Antal dus, is erg strak, de CGI beperkt en de actie
hondsbrutaal. ‘Predator’ en ‘Aliens’ worden hier in de blender
gestoken en bedrukt met Rodriguez’ typische stempel, en het
resultaat smaakt fantastisch.
Diepgang en geloofwaardige personages zijn nergens te bespeuren
en naar het einde toe verslapt de film een klein tikje, maar dat
wil niet zeggen dat ‘Predators’ een domme film is. Integendeel, het
is net een bijzonder clevere nostalgietrip voor en door
absolute filmfreaks, een dosis onweerstaanbare nonsens en een
spannende nachtmerrietrip daarbovenop. Gooi daarbij nog de
geweldige quotes (genre “Who are you?” gevolgd door
“I’m the one you don’t fuck with”, of een simpel
“Space faggot!” dat hilarisch klinkt wanneer het wordt
uitgesproken door Shane uit ‘The Shield’), enkele beresterke
vertolkingen (Laurence Fishburne krijgt een fantastische bijrol) en
spetterende KNT-actie, en je hebt een lichtjes geniaal recipe
for awesomeness.
‘Predators’ is voor de actiehorrorfilm wat ‘Shoot ‘em Up’ was
voor de, euh, gewone actiefilm: een immens gewelddadige, spannende
en bovenal pleziérige wake-up call die barst van de
energie. Het is wel degelijk een film die je – net als ‘Planet
Terror’ – op een bepaalde manier moet snappen, maar voor
wie méé is, is het een ware (edoch onmetelijk coole) snoepdoos. Om
van te smullen als een klein kind. Good stuff. Wat zeg ik:
awesome stuff!