Wat een perfectionist lijden kan! Met ‘The Last Resort‘
annexeerde Trentemøller de harten van vele elektronicaliefhebbers,
maar met z’n tweede plaat wou Anders het per se anders. Stilstand
is achteruitgang, nietwaar? En zo staat de laptop op ‘Into The
Great Wide Yonder’ al te vaak op de waakstand en voeren organische
instrumenten het hoge woord in het universum van de Deen. Jammer
genoeg vergaloppeert Trentemøller zich af en toe in al z’n
geldingsdrang. Het resultaat: een afwisselend fascinerend en van de
pot gerukt retrofuturisme dat zelden weet waar het heen gaat. Een
mooie mislukking, heet zoiets dan!
In 2006 blies ‘The Last Resort’ een deugddoend briesje door
minimal-land. Anders Trentemøller hield zich ver weg van kille,
steriele soundscapes en koos voor een warme en gloedvolle sound
waarin beats en akoestische instrumenten elkaar ten dans vroegen.
Wie die plaat al weinig dansbaar vond, loopt best met een wijde
boog om ‘Into The Great Wide Yonder’. Trentemøller profileert zich
heden ten dage namelijk als de Ennio Morricone van de elektronica.
Beats uit de 22ste eeuw en reverbgitaren uit de 60’s
komen uit de speakers gewaaid als de soundtrack bij een door
Tarantino geregisseerde scifi-thriller.
Een risicovolle combinatie dus, maar in het begin van de plaat komt
de Deen er moeiteloos mee weg. Zowel ‘The Mash And The Fury’ als
‘Past The Beginning Of The End’ lijken wel muzikale
spaghettiwesterns, maar dan in de bloedrode woestijnen van Mars in
plaats van het Wilde Westen. Onheilspellende synths, knappe beats
en heel veel galmende gitaren worden verweven tot een intrigerende
desert bush, en het pleit voor Trentemoller dat hij die
stijlbotsing zonder kleerscheuren tot een goed einde brengt.
Dat mooie liedje duurt echter niet lang. ‘Shades Of Marble’
herbergt onder die dikke plakken galm weinig meer dan een
ongeïnspireerde herhalingsoefening, en ook ‘Metamorphis’ is een
karakterloze aswolk die doelloos aan de luisteraar voorbijtrekt.
Wanneer Trentemøller op het eind een blik ambientfolk opentrekt,
zakt de plaat helemaal weg in een zwart gat. Fyfe Dangerfield van
Guillemots
weet het kabbelende ‘Neverglade’ nog van de middelmaat te redden,
maar ‘Tide’ is het soort salonfähige new age (die tenenkrullende
tekst!) waaraan zelfs Enya zich niet zou wagen.
‘Schoenmaker, blijf bij je leest’, dat is dan ook de gedachte die
ons vaak overviel tijdens het beluisteren van ‘Into The Great Wide
Yonder’. Trentemøller doet er alles aan om te bewijzen dat hij geen
one trick pony is, maar het levert heel wat pijnlijke
missers op. Op dat vlak spant ‘Silver Surfer, Ghost Rider Go!!!’ de
kroon. Uit een mix van surfrock, dubstep en elektronica kan alleen
een schiftend brouwsel ontstaan, en aldus geschiedde. Bovendien
contrasteert het opgefokte tempo zodanig met het ingetogen karakter
van de rest van het album dat het ronduit lachwekkend wordt.
Net als Jamie
Lidell is Trentemøller een zoekende artiest, maar in
tegenstelling tot die Britse duizendpoot stoot de Deen slechts
zelden op een goudmijn. De plaat opent sterk en met ‘Sycamore
Feeling’ verslaat hij Massive Attack op hun
eigen terrein, maar tegenover elk hoogtepunt staat een pijnlijke
misser. Schrijf het maar op: Anders Trentemoller is het noorden
kwijt.
Trentemøller speelt op 26 oktober 2010 in de Ancienne
Belgique in Brussel.