



Hoe je het ook draait of keert, niemand op aarde kan, wil, of
zou mogen ontkennen dat Pixar keer op keer garant staat voor
geanimeerde kunststukjes. In 2008 pleegde het nog steeds
schromelijk onderschatte ‘Wall-E’ al een ongegeneerde aanslag op uw
traanklieren dan wel lachspieren en vorig jaar nog zorgde ‘Up’ voor
een heerlijk melancholische avonturenfilm met een van de mooiste
filmsequensen van de laatste jaren. Wat zeggen wij, ooit gemaakt –
ja, zo goed is hij. En nu pakt het bedrijf van John Lasseter uit
met haar tweede sequel, ofte eerste threequel: ‘Toy Story
3’. Hebben de creatieve duizendpoten een knieval gemaakt naar de
commercie, of zit er meer achter?
Pixar zou Pixar natuurlijk niet zijn als er geen heel goede
reden was om met een tweede vervolg op de proppen te komen, naast
het uitmelken van een beproefde succesformule. ‘Toy Story 3’ zorgt
immers voor een opvallend ontroerend sluitstuk van deze nu helemaal
rond zijnde trilogie, die achteraf bekeken deze laatste film bijna
nodig had – of toch op zijn minst verdiende – om tot een
bevredigende conclusie te komen. De hele ‘Toy Story’-reeks kan nu
des te meer gezien worden als een met forse dosissen actie en humor
geïnjecteerde fabel (minus levensles) over opgroeien en moving
on, en dat is voor een erg groot deel de verdienste van deze
prent.
Er zit heel wat tijd tussen het verschijnen van deel twee en
deel drie – elf (!) jaar om precies te zijn – en de speeltjes uit
de vorige delen zijn met ons mee ouder geworden. Ook Andy, de
trotse eigenaar van Woody (Tom Hanks), Buzz (Tim Allen) en co, is
ondertussen geen snotaap meer, maar een 17-jarige knaap die zich
voorbereidt op zijn vertrek naar de universiteit. Dat is meestal
geen goed teken voor oude speeltjes die ergens in een kist stof
liggen te vergaren en al snel wordt de hele hoop dan ook naar een
kinderdagverblijf gebracht: het Sunnyside Daycare. Woody is er van
overtuigd dat Andy hen nodig heeft en wil zo snel mogelijk
terugkeren, maar daar moet de rest niets van weten. Sunnyside is
een ware gemeenschap aan knuffelberen, dinosauriërs, autootjes en
allerhande ander speelgoed, en iedereen heeft het er best naar zijn
zin. Tot de kinderen komen. Buzz, Mr. Potato Head en de rest worden
door Lotso (Ned Beatty), de tirannieke beer en leider van het
speelgoed uit de crèche, bij de kleinste kinderen gedropt, en daar
worden ze net niet gemolesteerd, terwijl Woody aan zijn eenzame
reis huiswaarts is begonnen.
Tegen dan zijn we echter al een eind ver in de film en het moet
gezegd dat regisseur Lee Unkrich (eerder al co-regisseur van ‘Toy
Story 2’, ‘Monsters Inc.’ en ‘Finding Nemo’) uitstekend werk
verricht. Hoewel er voortdurend vanalles gebeurt, is de actie
altijd overzichtelijk en mooi gechoreografeerd, terwijl ook over
het tempo duidelijk goed is nagedacht. Zoals gewoonlijk bij Pixar,
neemt ook Unkrich hier rustig de tijd om de set-up juist
te krijgen, vooraleer het verhaal helemaal uit de startblokken
schiet. De finale actiesequens duurt misschien een tikje te lang en
één scène vol kunst en vliegwerk minder was misschien niet slecht
geweest, maar een kniesoor die daarover struikelt. De laatste
scènes profiteren maximaal van die sterke opbouw, zodat we ook hier
– Pixar wordt er steeds sterker en sterker in – een geweldige
emotionele pay-off krijgen.
“Voor elke lach een traan,” is een uitsprak van wijlen Walt
Disney die Pixar maar al te graag in acht neemt, al ligt de nadruk
hier wel nadrukkelijk op de lach. Niet dat daarover te klagen valt,
want ‘Toy Story 3’ is dan ook echt enorm geestig. Vlagen absurde,
Simpsonsachtige humor (‘Death By Monkeys’, iemand?) worden
afgewisseld met clevere dialogen en een paar absolute
showstoppers van scènes. Ken (met de stem van ex-Batman Michael
Keaton) heeft een showstelende rol met een paar fantastische
replieken (de “I love you”-dialoog is geweldig), Buzz Lightyear mag
een tijdje in Spaanse modus functioneren en Mr. Potato Head doet
iets ongemeen hilarisch met een tortilla. U moet het zien
om het te geloven, maar wij lagen alvast nét niet onder onze stoel
van het lachen.
Tussen de wilde ontsnappingsplannen en de prachtig geanimeerde
stukjes fysieke humor (de toiletrol!) in kruipt dan toch ook
opnieuw die knagende melancholie die ook al in ‘Wall-E’ en ‘Up’ te
vinden was. Niet dat ‘Toy Story 3’ opeens even hartverscheurend is
als bovenstaande twee, maar het zal toch niet veel gescheeld
hebben. Het getuigt van grote klasse dat Pixar erin slaagt om
steevast kleine, delicate momenten uit het menselijke leven in hun
kleurrijke, amusante animatieprenten te stoppen. Het beste
voorbeeld daarvan is die befaamde montage uit ‘Up’ waarin we zien
hoe Carl oud wordt en zijn vrouw verliest. Hier zien we hoe Andy
opgroeit, afscheid moet nemen van zijn oude kamer en zijn moeder,
en – last but not least – ook van zijn speelgoed. Pijnlijk
rake, maar o zo eenvoudige observaties over het einde van je late
kindertijd of je vroege jeugd, over afstand nemen en over
opgroeien, zorgen voor een dimensie waar het gros van de
concurrerende animatiefilms alleen maar van kan dromen. En het
mooie is dat die details, die subtiele omschakelingen in sfeer, je
haast besluipen zonder dat je het zelf door hebt, om je dan meteen
een klap in het gezicht te verkopen.
Hoe mooi, grappig en – oh ja – spannend het allemaal ook is, met
‘Toy Story 3’ wordt het warm water natuurlijk niet opnieuw
uitgevonden. Even vernieuwend als ‘Wall-E’ is het dus niet, en ook
‘Up’ staat duidelijk nog net een trapje hoger. Maar dat maakt
allemaal geen lor uit wanneer je de film aan het bekijken bent. De
magie, de creativiteit en de slimme ideeën spatten van het scherm
in dik anderhalf uur puur filmplezier. ‘Toy Story 3’, dat er –
hebben dat nog niet vermeld? – alweer absoluut fabuleus uitziet, is
een film voor mensen die altijd een klein beetje kind zijn
gebleven.
N.B. Zorg er trouwens voor dat u op tijd in de zaal zit, want
dan wordt u andermaal getrakteerd op het – waar is onze
superlatieventrommel? – exquis kortfilmpje, ‘Day & Night’.
Misschien niet zo ontwapenend charmant als het onwaarschijnlijk
knuffelbare ‘Partly Cloudy’, maar wel ineengebokst met een haast
onuitputtelijke inventiviteit. Misschien wel het meest
arty stukje Pixar dat we al hebben mogen aanschouwen, maar
wedden dat u met open mond zal zitten kijken? Er boenk op,
dat is het!