Petrol, 2010.
Ondanks zijn voor velen onverstaanbare West-Vlaamse dialect is
Flip Kowlier
al jaren een artiest die van alle markten thuis is. De man speelde
zowel voor een publiek van rockers (Werchter),
kleinkunstliefhebbers (Nekkanacht), folkies (Dranouter) en fans van
wereldmuziek (op Polé Polé). Kowlier is al lang een household
name in Vlaanderen, en op zijn eerste mindere plaat is het nog
steeds wachten.
Solodebuut ‘Ocharme Ik’ is ondertussen al acht jaar oud, en de
Kowlier van toen leidt een ander leven dan die van nu. ‘De man van 31‘ ging
al deels over de groeipijnen die het leven als bijna-gesettelde
jonge dertiger met zich meebracht, en ook in het nieuwe ‘Otoradio’
zitten hoogstwaarschijnlijk veel autobiografische elementen. De
uitgeweken Izegemnaar exploreert hier de reggae-invloeden die we
eerder al hier en daar konden opmerken. Een idee dat op papier heel
slecht kon uitpakken, maar naar knetterstonede rastaman
vibrations is het op ‘Otoradio’ toch ver zoeken.
Neem nu ‘Moestek duod hon’, het openingsnummer. De lazy
beats zijn pure reggae, maar de tekst is even donker als het
zwaarmoedigste dat Kowlier al op plaat heeft gezet. Het
distorted gitaartje maakt het helemaal af: geweldige
opener! Daarna klaart de hemel echter op: op ‘Zwembad’ wordt de
luisteraar uitgenodigd voor een heerlijk luie vakantie onder de
blakende zon. ’t Is ier goed / ’t is ier goed / kunt dad
eigenlik nie verbetern. Het nummer is een geweldige soundtrack
bij zomerse lummelsessies en zo in een playlist kan met Blurs
‘Parklife’ en Weezers ‘Island in the Sun’. En zo staan er nog
enkele heerlijke nummers op ‘Otoradio’. ‘Voyeur Superieur’ zal
zelfs de mensen met de laagste reggaetolerantie charmeren. En ook
het titelnummer is nu al een geheide meezinger op concerten.
Niet dat het allemaal zonneschijn en simplistische good
vibes zijn op ‘Otoradio’. ‘Sloef’, over iemand die kreunt
onder een verstikkende relatie, had thematisch even goed op de
vorige plaat kunnen staan. Kowliers grootste talent is misschien
wel dat hij vaak in heel persoonlijke nummers anekdotes kan
beschrijven waar toch veel mensen zich mee kunnen identificeren.
‘Kwestie van organisatie’ uit ‘Ocharme ik’ is tot nu toe het
mooiste voorbeeld, en op ‘Otoradio’ is ‘In een boek geplakt’ in dit
opzicht het hoogtepunt. Een erg vertederend liedje voor zoontje
Vince, en na ‘Moestek duod hon’ misschien wel het beste van de
plaat. Aje ’n bitje oeder ziet / ton go me no Disneyland /
geevn we Mickey ne skuonen and.
Toch is ‘Otoradio’ niet van begin tot einde een
uitstekende plaat geworden. Van ‘Bad boy’ ontgaat ons de humor, en
ook ‘Twee’ en ‘Mama (no wo homme huon)’ klinken een beetje als
Kowlier op automatische piloot. Dit iets zwakkere middenstuk zorgt
ervoor dat ‘Otoradio’ nét niet kan tippen aan ’s mans eerdere
platen. Het siert de West-Vlaamse bard wel dat hij nog steeds
weigert om twee keer dezelfde plaat uit te brengen, en op
‘Otoradio’ bewijst hij dat hij ook dit genre zeker aan kan.
Toegegeven, wij blijven trouwe leden van de groep ”t Hof van
Commerce Comeback!’. Nog altijd doodzonde dat dit eens zo
succesvolle trio al jaren niets nieuws meer heeft uitgebracht. Maar
als Kowlier ondertussen platen van dit niveau uitbrengt, is die
terugkeer van ’t Hof niet eens zo dringend.