Nu de medische wereld zelfs omslachtige ingrepen als gezichtstransplantaties tot een koud kunstje heeft herleid, begint het ook bij heel wat artiesten te kriebelen om de grenzen van hun kunnen af te tasten. Christian Prommer ontpopt zich tot de Jeff Hoeybrechts van de dancemuziek. Met een drumstick als scalpel voorziet hij gevierde clubhits van een nieuw gelaat.
Christian Prommer, de naam doet wellicht niet meteen een belletje rinkelen. Toch is de Duitse houseproducer geen nobele onbekende. In het verleden werkte hij immers, net als op deze plaat, nauw samen met Peter Kruder. Twee jaar geleden gooide hij het roer echter radicaal om en debuteerde met een resem vermaarde danceklassiekers in een nieuw jasje. Hiertoe verloochende hij elke vorm van elektronica en speelde de nummers in met echte instrumenten, voortdurend refererend naar jazzinvloeden. Wat op papier enkel tot muzikale verkrachtingen kon leiden, bleek achteraf niet zo’n gek idee. Het project dat house en jazz met elkaar verbond, werd Christian Prommer’s Drumlesson Vol. 1 gedoopt en mondde uit in een heerlijke krachttoer die op wonderlijke wijze een brug wist te slaan tussen pompende beats en laidback jazz. Zonder de wetten der logica helemaal in de wind te slaan, wordt daar nu een vervolg aan gebreid dat onder de weinig inspirerende naam Drumlesson Zwei door het leven gaat.
Dat Prommer niet onbekend is met het dancemilieu bleek al uit de songkeuze op Christian Prommer’s Drumlesson Vol. 1. Nummers als "Around The World", "Trans Europa Express" en "Strings of Life" zijn klassiekers in het genre. Op Drumlesson Zwei staan met ondermeer "Sandstorms" van Carl Craig en "Acid Eifel" van Laurent Garnier terug heel wat songs die aan een halve noot genoeg hebben om een hele club in lichterlaaie te zetten. Met strakke ritmes en minimalistische opsmukjes zet Christian Prommer "Oxygène Part IV" en "Sandcastles" van respectievelijk Jean Michel Jarre en Ferrer & Sydenham helemaal naar zijn hand.
Hoewel we in eerste instantie laaiend enthousiast waren over een nieuwe drumles moeten we nu schoorvoetend toegeven dat de man zich ditmaal toch wat vergaloppeerd heeft. De nummers zijn nog steeds van een erg hoogstaande kwaliteit en worden ingespeeld door artiesten die het vak stuk voor stuk tot in de puntjes beheersen. Ook de werkwijze is nagenoeg ongewijzigd gebleven en getuigt van een grote dosis lef. Christian Prommer ontleedt de songs noot voor noot, met de zorgvuldige precisie van een chirurg die een hachelijke operatie uitvoert. Toch slaat de vonk niet meer over zoals ze dat op Drumlesson Vol. 1 wel deed. Reden hiervoor is dat Christian Prommer, misschien wel onbewust, teruggrijpt naar zijn grote jeugdliefde, elektronische muziek.
Op zich hoeft dat geen probleem te vormen, ware het niet dat we hier met covers te maken hebben natuurlijk. Christian Prommers meerwaarde lag er vroeger net in akoestische jazzversies te brengen van gerenommeerde clubhits. Nu hij terug een rijker muzikaal palet hanteert, waarin naast flarden krautrock en psychedelische inslagen ook elektronische geluiden de kop opsteken, verliezen de bewerkingen heel wat van hun charme en gaan ze bij tijden gevaarlijk dicht bij het origineel aanleunen. Een opsteker misschien voor de traditionele house- en technoliefhebbers die op Drumlesson Vol. 1 hun favoriete dancetracks in eindeloos improvisatiewerk zagen opgaan, maar ons kan de Munchenaar met deze brave adaptaties heel wat minder bekoren. De gelijkenis met de oorspronkelijke versies is vaak te treffend om ons van onze sokken te kunnen blazen. Iets wat op Drumlesson Vol. 1 wél vaak het geval was.
In plaats van de grondige make-over die ons beloofd werd, beperkt Christian Prommer zich al te vaak tot het aanbrengen van een dikke laag make-up. We kunnen ons bij het beluisteren van Drumlesson Zwei niet van de indruk ontdoen dat wat op papier wel vonken moést geven, in werkelijkheid vaak mijlenver van het beoogde resultaat af staat. Met Christian Prommer’s Drumlesson Vol. 1 in het achterhoofd weten we echter tot wat deze man in staat is: restrictieloze muziek maken die sterk uiteenlopende genres terug wat dichter bij elkaar brengt. We permitteren het ons dan ook om deze gemiste kans als een schoonheidsfoutje af te doen en gunnen deze Christian Prommer het voordeel van de twijfel.