De mannen van Mumford & Sons hebben een uitstekende livereputatie en ze gaven begin dit jaar een al even uitstekend miniconcert op Crossing Border in Antwerpen. Het kon dus niet anders of het hopeloos uitverkochte concert in de AB zou opnieuw een zegetocht worden. En jawel, het vrolijke viertal kwam, speelde en overwon moeiteloos.
Na twee (jawel, twéé) voorprogramma’s is een propvolle AB duidelijk voldoende opgewarmd voor het echte werk. De heren van Mumford & Sons mogen het podium dan ook onder luid applaus betreden. Ze zetten meteen de toon met een krachtig en ontroerend “Sigh No More”. Nog geen halve minuut hebben de vier mannen op het podium nodig om het volledige publiek mee te krijgen en het de hele avond niet meer los te laten. Dat hoeft niet te verbazen, want de meerstemmige samenzang klinkt van de eerste tot de laatste noot loepzuiver en Marcus Mumford en de zijnen hebben er duidelijk zin in.
Na het eerder rustige “Awake My Soul” dat crescendo eindigt, komt met “The Cave” het eerste meezingmoment van de avond. Winston Marshall mag zijn banjokunsten tentoonspreiden en in de zaal barst het feest los. De toon is duidelijk gezet. Door regelmatig van wapens te wisselen, houden de bandleden de afwisseling erin. Zo ruilt Marcus Mumford voor “White Blank Page” zijn akoestische gitaar en bass drum voor het drumstel en ook Ted Dwane zal tijdens het optreden zijn contrabas regelmatig inruilen voor een basgitaar.
Maar het is de onweerstaanbare combinatie van de fluwelen schuurpapierstem van Marcus Mumford en het banjospel van Winston Marshall die de frisse folkrock- en bluegrassmix van Mumford & Sons live nog dat tikkeltje extra geeft. De vonken spatten eraf en het is echt een plezier om de hele band vol overgave te zien spelen. Ook tussen de nummers door amuseren ze zich door wat te dollen met elkaar en met het publiek.
Als de groep na “I Gave You All” dan “Little Lion Man” inzet, wordt de massa helemaal gek. Toetsenist Ben Lovett leeft zich uit op zijn keyboard, er wordt enthousiast geheadbangd op het podium en luidkeels meegezongen in het publiek, maar de sing-along eindigt keurig a capella. Het zijn die kleine dingetjes waaraan je kan zien dat Mumford & Sons ervaring heeft met het mennen van zingende mensenmassa’s.
Naast het gekende werk uit Sigh No More passeren ook enkele nieuwe nummers de revue, zoals “Lover Of The Light”, dat wat ruiger en minder folky klinkt en ons benieuwd maakt naar meer. Een bezwerend “Thistle & Weeds” vormt de donkere noot van de avond, maar daarna wordt er weer vrolijk gerockt met “Roll Away Your Stone” en “Dust Bowl Dance”. Marcus Mumford schreeuwt zijn ellende uit, zijn Sons beuken op hun instrumenten, maar ze eindigen hun set in stijl: akoestisch, met de vier stemmen in harmonie, enkel bijgestaan door een piano.
Misschien wat tegen de verwachtingen in laat de band single “Winter Winds” achterwege, maar als toegift krijgt het publiek wel een portie Mumford & Sons unplugged in de plaats. De afgeladen volle zaal is muisstil tijdens “Sister”, waarvoor Lovett zijn accordeon bovenhaalt. Dan worden de versterkers weer aangesloten voor afsluiter “Whispers In The Dark”, nog een nieuw nummer, met Marcus Mumford op elektrische gitaar. Het applaus en het geroep van het publiek om meer mag helaas niet baten, want nadien gaan de lichten onverbiddelijk weer aan.
Met een stevige set vol vaart en zonder inzinkingen deed Mumford & Sons zijn reputatie van fantastische liveband dus alle eer aan. Wie er deze keer helaas niet bij kon zijn, krijgt in augustus nog een kans, want dan staat de groep op de weide van Pukkelpop. Als we de wanhopige vraag naar extra kaarten voor dit concert als maatstaf nemen, zal u daar ongetwijfeld massaal aanwezig zijn.