Het waren moeilijke jaren die zich na de release van The Destruction Of Small Ideas aandienden voor 65DaysOfStatic: zelfvertrouwen zoek, een plaat die het moment van 2006 helemaal had verknald, vragen welke muzikale richting het nu uit moest. Geen wonder dat de groep even nodig had voor er een nieuwe plaat kon komen. Die heet schouderophalend We Were Exploding Anyway en is met zijn nadruk op dance-elementen opnieuw een stap vooruit.
enola: We Were Exploding Anyway is een serieus eind weg van jullie oude geluid. Het was tijd voor verandering?
Joe Shrewsbury: “Toen we The Destruction Of Small Ideas opnamen, was dat met heel veel ernst. En we nemen nog steeds alles erg serieus want dat is het namelijk ook. Met deze plaat mocht het echter ook gewoon plezierig zijn; niet op een foute manier, maar eerder prettig om naar te luisteren. Wat niet wil zeggen dat er geen diepgang in zit. Het moet er alleen niet zo dik op liggen.”
Paul Wolinski: “’t Is een reactie tegen heel wat zaken, waaronder het postrock-etiket dat we opgekleefd kregen. Dat pinde ons in Engeland nogal vast in een hoekje, wat nogal vervelend was. Wij hebben onszelf nooit volledig deel daarvan gevoeld.”
enola: ’t Was een vraag die ik had klaar staan: “minder postrock, minder wanhoop, let’s dance?
Wolinski: “Yeah! Wanhoop is een interessant woord trouwens. We zijn altijd voor een intensiteit en urgentie gegaan, maar dat kan soms ook eerder triomfantelijk zijn dan wanhopig. Het is niet dat we ons nu beter voelen over dingen, maar de mensheid is al wanhopig genoeg, het heeft ons niet nodig om er nog toe bij te dragen. Er zijn al genoeg mensen die dat gevoel vatten in muziek. Het idee nu was: als het maar urgent en triomfantelijk is, dan raakt het dezelfde weke plekken wat betreft het doel van de muziek.”
enola: Ik heb altijd gevonden dat jullie er altijd al in slaagden om wanhoop op een triomfantelijke manier te brengen. Wanhopig, maar met de vaste wil tot vechten. Nu voelt het niet meer als wanhoop, maar als een berustend: het is naar de knoppen, laten we dansen alsof ons leven ervan afhangt en doen alsof het niet zo is.
(schaterlachen)
Shrewsbury: “Perfect uitgedrukt. We hadden het niet beter kunnen zeggen. En dat heeft niets te maken met opgeven, meer met: besef het, but don’t fucking whine about it.
Wolinski: “Dat was ook de sterkte van bijvoorbeeld Motown: verschrikkelijk optimistische popdeuntjes, maar als je ging luisteren naar wat ze zongen, dan ging dat over de verschrikkelijke zaken des levens. Of neem “Born To Run” van Bruce Springsteen. Dat gaat over de teloorgang van de arbeidersklasse, maar het is een song die je wil doen vechten daartegen.”
enola: Even terug naar The Destruction Of Small Ideas. In de documentaire 65Doc: A Road Movie op jullie DVD Escape From New York zegt Rob (Jones, drummer) dat de band er naar uitkeek om de plaat achter zich te laten. Jullie leken nochtans zo overtuigd van die plaat destijds?
Shrewsbury: “Dat waren we ook. Ik denk dat het nu, in 2010, goed gaat met ons, maar na die plaat was dat voor een lange tijd niet het geval. We hadden wat meer vertrouwen kunnen hebben, maar er gebeurden een aantal zaken die… (zoekt naar de juiste diplomatische woorden) niet echt hielpen. We waren ondertussen zo lang in een band en toen werden de verkeerde dingen belangrijk: wat mensen dachten van onze muziek. Maar als je iets doet omdat je er in gelooft, dan moet je er gewoon vertrouwen in hebben. Met deze plaat maakt het me niet zoveel uit wat mensen ervan denken in termen van recensies, omdat we er zelf zoveel denkwerk in hebben gestoken, dat ik er in geloof dat ons publiek er ook positief op zal reageren en erin zal meegaan. En dat is waar het echt om gaat.”
“Ik hou van wat mensen over muziek schrijven, soms worden er geweldige dingen gepend, maar uiteindelijk gaat het om de mensen die voor je staan bij een optreden en hoe zij over een plaat denken. Dat was deze keer de prioriteit. We moesten dus na The Destruction … even stoppen en wegblijven om uit te vinden wat onze reden om in een band te zitten was. Bleek dat het niet was om die waarzeggerij, heel dat internetgetater blij te maken. Als je daar aandacht aan besteedt, wordt dat zo bemoeiziek, dan ga je daar rekening mee houden. Je moet gewoon naar de gezichten van de kids op de eerste rij kijken, dat zegt genoeg.”
enola: Dat is waar, maar jullie hebben ondertussen wat status bereikt en kunnen gerust de volgende twintig jaar blijven toeren en voor die kids spelen, en ze zullen blij zijn. Ik heb het bij genoeg bands zien gebeuren: de fans zijn blij, maar artistiek gaat het steil berg af.
Shrewsbury: “Dat weet ik zo niet. Jij hebt het ons nooit gemakkelijk gemaakt, toch? Je vragen zijn altijd vrij hard. En zo zijn er heel wat fans ook, die ons na de show vragen waarom we iets gedaan hebben. Ik denk niet dat je mensen per definitie blij maakt wat je ook doet. De nieuwe songs lijken daar wel in te slagen.”
“We hebben in elk geval nog nooit twee keer dezelfde plaat gemaakt. Deze keer hebben we zelfs heel het scheppingsproces omgegooid. In plaats van zoals op The Destruction … een aantal ideeën heel sterk uit te werken, hebben we onze initiële schetsen nu meteen de baan opgesleurd, om ze uit te werken. We ontdekten dat er heel wat solid stuff tussen zat, maar we herhaalden onszelf. Dus werd het weggegooid. Zes maanden werk, dertig songs; de goot in. En pas op dat punt zijn de songs die wel op de plaat zijn geëindigd vorm beginnen krijgen. We hebben de verantwoordelijkheid rusteloos te blijven. Wat Radiohead doet, ligt ons veel meer: elke keer opnieuw jezelf heruitvinden, en je weet dat ze er hard over hebben nagedacht.”
enola: Hadden jullie geen producer onder de arm genomen?
Shrewsbury: “Neen. (omzichtig) We zijn met iemand beginnen te werken en vervolgens zijn we daarmee gestopt. Wie het was, doet er nu niet toe. Hij heeft de plaat niet gemaakt, wij hebben de plaat geproduced. Zoals je ziet weten we nog niet goed hoe er over te praten. Dat hij de plaat niet heeft gedaan, heeft niets te maken met hoe de plaat uiteindelijk geworden is, maar in die korte tijdspanne dat we met hem werkten, ontdekten we net op tijd een waardevolle les: dat we zoveel tijd en denkwerk in onze muziek steken dat we geen buitenstaander nodig hebben om ons te vertellen hoe je een 65Days song moet schrijven. Ik denk niet dat een producer iets voor ons is. Toch zeker niet deze keer.”
enola: Niet elk nummer dat jullie tijdens de testtour van vorig jaar uitprobeerden, heeft de plaat gehaald. Soms ten onrechte. Wat is er gebeurd met het geweldige “Memory Dress”?
Shrewsbury: “It’s in the vault. (schatert) ’t Is een goed nummer, maar het arrangement dat we ervoor hadden kregen we niet helemaal afgewerkt zoals we het wilden.”
Wolinski: “We zijn de studio ingegaan met achttien of negentien nummers en “Memory Dress” viel vrij snel weg. Er zijn nog een paar andere nummers die afgewerkt werden, maar de plaat niet hebben gehaald, maar zover is “Memory Dress” niet eens geraakt. Maar we willen er zeker ooit nog eens naar kijken. We hadden het gevoel dat het te veel halfweg hing tussen wat we deden, en wat we wilden gaan doen: niet helemaal meer typische 65Days, maar ook nog niet genoeg dance.”
Shrewsbury: “I liked it.“
Wolinski: “We zien wel wat we er mee doen. Het zou fijn zijn om het ooit af te werken.”
enola: “Tiger Girl” is een song die wat apart achteraan op de plaat staat, maar wel erg belangrijk is?
Wolinski: “Het nummer kon alleen maar daar staan, omdat het zo verschillend van de rest is, en zo lang. Ik denk niet dat je het als techno kunt omschrijven, al flatteert het me dat je dat doet. Het was een van de laatste nummers die we schreven en het hielp om de samenhang tussen de andere nummers te zien. We zaten toen de plaat bijna klaar was nog met die schets die al acht minuten duurde, en om al dat werk niet te moeten weggooien, hebben we besloten ons er zo hard mogelijk mee te amuseren.”
Shrewsbury: “Die stampende 4/4 beat is overigens iets nieuws voor ons. Vroeger werkten we veel met snelle breakbeats en skittery stuff, wat we erg geweldig vonden toen. Maar je kan je daar eigenlijk ook wat achter verstoppen. Voor ons is het veel uitdagender om met zo’n simpele beat te werken in plaats van iets te schrijven in een elfde maat. Dat hebben we jarenlang gedaan. Zo’n stampende dreun is veel naakter.”
enola: Hoe kregen jullie Robert Smith overtuigd om te zingen op “Come To Me”? En dat nadat hij jullie op het hart had gedrukt nooit een zanger aan te nemen.
Shrewsbury: “Dat zei hij alleen maar om te zorgen dat we met niemand anders in zee gingen. (lacht) We hebben hem gevraagd. We hebben op de plaat wel meer met stemmen geëxperimenteerd. Er is een koor op “Debutante” en we hebben ook sessies gedaan met een zangeres die we kennen en met Andy Mears van Youthmovies, maar dat leidde tot niets. Op “Come To Me” hoorden we zo Robert Smith zingen en dat bleek enorm goed te werken. We wilden het niet zomaar doen in de hoop dat zijn bijdrage wat platen zou doen verkopen, maar het paste echt perfect in het nummer.”
Wolinski: “Wat ik geweldig vond, was dat hij ons volledig vertrouwde over het resultaat. We mochten het bewerken, vervormen, … En we hebben op tour met The Cure nochtans gemerkt hoe hard hij controle houdt en hoeveel oog voor detail hij heeft.”
enola: Ik vind het wel jammer dat de wat politieke kant aan jullie volledig lijkt verdwenen.
Shrewsbury: “Ja. We zijn daar inderdaad nogal een tijdje erg mee bezig geweest. We waren als 25-jarigen behoorlijk ontevreden over heel wat dingen die we zagen in de wereld. En we zijn nog altijd kwaad, maar we zijn duidelijk ook niet het best geplaatst om daar luid over te roepen. Je kunt daar soms te hard in doorgaan en ik denk dat muziek beter een soundtrack is voor mensen die dat soort problemen echt aanpakken. De beste manier om de dingen op te lossen is bij jezelf te beginnen. Daar gaat dit album ook over: minder wanhoop, over de mensen die proberen goeie dingen te doen.”
Wolinski: “We zijn ook niet het soort mensen als Rage Against The Machine die een interview vol soundbytes kunnen vollullen. Wij praten graag over wat er fout gaat, maar daarom kunnen we het nog niet goed verwoorden. En dus mompelen we maar wat over hoe niets zwart-wit is. Als je dan de neerslag van zo’n gesprek leest gaat het niet om de muziek, waar het toch om zou moeten gaan, en komen onze ideeën nooit over. Dus laten we het maar.”
enola: Ik vond het net interessant hoe jullie nooit pretendeerden de waarheid in pacht te hebben, maar zelfs toegaven dat ook jullie het niet wisten en maar gewoon probeerden. Zelfs al wisten jullie dat toeren, jullie full time hobby, volledig in tegenspraak is met wat jullie predikten.
Wolinski: “Dat is ook zo. Ik blijf het allemaal wel volgen, hoor. Maar… ach, we zijn allemaal hypocrieten en we beseffen gewoon dat we meer en meer deel van het probleem worden. Elke vlucht die we maken is regelrecht in tegenspraak met alles waar we in geloven. It’s tricky. De bassist van CSS is uit de groep gestapt omdat hij het voor zichzelf niet kon rechtvaardigen om de wereld rond te vliegen. Dat is volledig bewonderenswaardig. Maar ik kan me niet voorstellen dat er iemand het zou doen. De vraag is ook: stel dat we er de brui aan geven, hoe zouden we ons meer nuttig kunnen maken dan we nu hopelijk zijn?”
Shrewsbury: “Godspeed You! Black Emperor is ook gestopt uit schuld over het toeren, over het verstoken van zoveel olie op die manier. Het is voor iedereen problematisch en de vraag is op welk punt je beslist dat je ’t niet meer wil doen. Dat ligt allemaal erg moeilijk. Je wil je leven voortzetten op die manier. Maar als ik ooit mijn gitaar aan de wilgen hang en naar huis ga, dan is het om boer te worden. Niets anders.”
“Als je een niveau als dat van Radiohead hebt bereikt, kun je natuurlijk je leven inrichten op een manier die CO2-neutraal is. Zo hebben ze zowel in de VS als in Engeland een complete set instrumenten, zodat ze die nooit moeten overvliegen. Nu ja, je doet wat je kunt. Paul en Simon zijn veganisten, ik rij geen auto en weiger te vliegen als ik niet op tour ben. Dan kweek ik ook zelf mijn groenten en ga ik te voet naar de winkel voor wat ik nodig heb. Dat is een manier. Of neem nu onze geluidsman. Die toert het hele jaar door met grote bands, vliegt van her naar der. Maar om dat te compenseren woont hij wel in een CO2-neutrale gemeenschap. Da’s zijn manier.”
Wolinski: “Eigenlijk is de enige manier waarop het goed kan komen een regering te kiezen die beslist dat het aantal vluchten per persoon beperkt is. We zouden ons er bij neerleggen, want het is de wet, en een manier zoeken om toch nog te toeren. Dat zou moeilijker zijn. Maar de wereld is naar de haaien aan het gaan. Dus het zou verdomme voor iedereen lastig moéten zijn.”