Zou First Aid Kit al lang op tour zijn? Afgelopen vrijdag droop de vermoeidheid bij momenten van de gezichten, en ook de harmonieën waren niet altijd even trefzeker als ze ooit waren. Niettemin pakte de folk van de twee zusjes Söderberg bij momenten wel. Hoe puurder, hoe beter het werd, maar toch was dit vooral ontgoochelend.
Het is een charmant verhaal, die doorbraak van de Zweedse zusjes Johanna (19) en Klara (16). Plots waren ze een bloghitje met een filmpje waarin ze te midden van de bossen een pakkende cover van Fleet Foxes “Tiger Mountain Peasant Song” brachten; hemelse harmonieën, een vocale rijpheid die hun leeftijd oversteeg. Al dat goeds werd bevestigd met debuutplaat The Big Black And The Blue, een folkplaat die oud klinkende melodieën paarde aan hedendaagse onderwerpen en middeleeuwse beeldspraak. Het was een plaat die in al zijn eenvoud erg ongerept klonk: onbevangen maar toch wereldwijs.
Maar live zag het er dus niet goed uit. Voor het eerst zagen we de zusjes vermoeid naast elkaar zingen, en de harmonieën in opener “In The Morning” of single “Hard Believer” vergaten in elkaar te haken, en dus gleed elk zusje weg in het drijfzand. Even vreesden we dat het er backstage goéd moest hebben tegengezeten; de kille blikken en de harde manier waarop Johanna in “Tangerine” het laken naar zich toetrok deed even egokwesties vermoeden. Het leek ook alsof haar stem plots veel lager klinkt. Is dat het probleem?
Stond het publiek iets te opzichtig ongemakkelijk te schuifelen bij zo’n ongemak? Met de wat obligate Fleet Foxescover viel alles dan toch langzamerhand in zijn plooi. Voor een bezwerend “Ghost Town” stappen de zussen van het podium om onversterkt te zingen. Voor één keer wisten ze zo kippenvel te ontlokken. Meer moet het immers niet zijn: twee sterke stemmen en een eenvoudig, repetitief gitaarlijntje.
Meteen gaat het ook op het podium plots een pak beter. “Jagadamba, You Might” hakt er lekker stevig in met heksenstemmetjes en ook “You’re Not Coming Home Tonight” is knap. Strafste is echter “Our Own Pretty Ways”, drijvend op een pompend kermisorgeltje — op één of andere manier gaat de plastieken klank van dat keyboard perfect samen met het folky geluid — laat het de zusjes vocaal eindelijk eens lekker loos gaan, en lijkt er dan toch wat speelplezier door te schemeren. Is de dooi nu echt ingezet?
Dat dachten we maar. Na nog een sterk “I Met Up With The King”, krijgen we in de bissen níet het intense “Winter Is All Over You” — hun beste nummer — maar twee schaamteloos slechte covers van “The Partisan” (Leonard Cohen) en “Non, rien a changé” (Les Poppys) waarin de zusjes hun kennis van het Frans willen etaleren na vier jaar studie. Geen enkele aanmerking op hun best wel pittig Frans accent, maar muzikaal was dit waardeloos. Wie een cover wil spelen, moet dat nummer ook echt wel kennen.
Waarna het optreden helemaal de dieperik ingaat, met een Klara die maar met het publiek blijft praten, niet weet hoe het optreden nu af te ronden, en dan maar een kort Zweeds liedje speelt vooraleer dan toch achter het gordijn te verdwijnen. We hopen dat vader Söderberg zijn dochters nog altijd op tour begeleidt en hen eens flink onder de voeten gaf. We horen de zusjes nog altijd graag, maar ze hebben nog veel te leren.