Is er nog nood aan bloedeerlijke poëzie in de rock-’n-roll? Wie het Texaanse Strange Boys beluistert, is in ieder geval geneigd om te denken van wel. Met And Girls Club presenteerde de band zich reeds als een transatlantische rock-’n-rollversie van The Libertines en The Babyshambles en met Be Brave kiest het combo er moedig voor om nog meer in dat elan op te gaan.
Men moet al vroeg opstaan om een groep als Strange Boys af te schrijven. Met zijn eerste plaat And Girls Club maakte de Texaanse groep namelijk al meteen duidelijk over een eigen geluid te beschikken. Bovendien nam hij een unieke plaats in het rock-’n-rollwereldje in, namelijk dat van de vuile, maar oh zo poëtische rockers. Want laat ons wel wezen: van Strange Boys’ muzikale gedichten kan zelfs the so called last poet Pete Doherty nog iets opsteken.
Dat heeft uiteraard veel te maken met zijn bijzonder zorgvuldig uitgekozen hoofdingrediënten: met het lekkere gitaarspel doet Strange Boys het rock-’n-rollgenre alle eer aan, terwijl frontman Ryan Sambols ongedwongen stem echt niet beter gekozen kan zijn om Strange Boys’ breekbare teksten te vertolken. Heel regelmatig lijkt Sambols stem namelijk door te slaan, maar dat gebeurt altijd net op het moment dat Strange Boys’ teksten een gevoelig hoogtepunt bereiken.
Dat Strange Boys er met het debuut And Girls Club reeds in slaagde om dat breekbare evenwicht een plaat lang vast te houden, is lichtjes fantastisch, maar creëert naar een tweede plaat toe natuurlijk nóg hogere verwachtingen. Deze verwachtingen komt Strange Boys echter tegemoet met een plaatje dat het publiek enerzijds verwent met potentiële flowerpunkhitjes in het kielzog van "Should Have Shot Paul", "Woe Is You And Me", en "No Way For A Slave To Behave", terwijl minder gebruikelijke instrumenten en nieuwe varianten van liedjesstructuren Strange Boys’ muzikale spectrum anderzijds verruimen.
Met de titeltrack "Be Brave" eet de groep van beide walletjes en toont het combo hoe oud en nieuw perfect hand in hand kunnen gaan: terwijl het melodietje en het breekbare gezang sterke herinneringen naar de vorige plaat oproepen, zijn de wazige achtergrondkoortjes en de plots invallende saxofoon er het bewijs van dat Strange Boys er op vrij natuurlijke wijze in slaagt om the beaten track te verlaten. Dat een dergelijke vingeroefening niet noodzakelijk tot een minder hitgevoelig nummer hoeft te leiden, toont hoeveel klasse de groep heeft.
In vergelijking met het meeste songmateriaal van Be Brave is de titeltrack echter nog een braaf nummer. Hiervan overtuigt Strange Boys het publiek op verschillende manieren met verschillende nummers. Dat gebeurt in "A Walk On The Beach" en "All You Can Hide Inside" bijvoorbeeld heel implosief via liedjes waarin Sambol enkel op gevoel en heel improviserend lijkt te zingen, terwijl een nummer als "Dare I Say" op zijn beurt een countrytouch heeft en de groep in "Laugh At Sex, Not Her" net met bevreemdende drums uitpakt. Geforceerd klinkt de muziek echter nergens, wat de plaat in combinatie met Sambols natuurlijke en ongedwongen stem als wonderlijm bij elkaar houdt.
Dat zelfs het naar free jazz neigende slotnummer "You Can’t Only Love When You Want" met zijn misvormde vocalen die indruk niet kan ondermijnen, bevestigt wat het voorgaande reeds duidelijk maakte: hoe Be Brave toch weer een kleine mijlpaal is, waarmee het combo perfect op koers blijft. Waar Strange Boys’ boot uiteindelijk aan wal zal gaan, is voorlopig bijzaak.